Op vrijdag 28 maart lieten twee overvallers van juwelierszaak Goldies in Deurne het leven. De juweliersvrouw heeft waarschijnlijk de dodelijke schoten gelost. Als dat zo is, dan handelde ze uit noodweer. Ze verdedigde haar man en hun zaak.

Zou een christen iets dergelijks kunnen doen? Mag een gelovige gepast geweld gebruiken? Heeft Jezus niet gezegd dat de zijnen de boze niet mogen weerstaan? Hij heeft zijn discipelen toch geleerd dat zij hun andere wang moeten toekeren wanneer zij een slag krijgen op hun rechterwang? Ze moeten toch geven wat de ander van hen vraagt?

Jezus heeft hiervan zelf een voorbeeld gegeven. Hij heeft de boze niet weerstaan toen Hij werd gevangengenomen. Hij heeft die Hem sloeg niet met gelijke munt terugbetaald. Hij heeft gegeven wat men van Hem vroeg: zijn lichaam en bloed. Zijn dan ook de zijnen niet daartoe geroepen?

We moeten de dingen goed zien. De Here Jezus handelde uit liefde voor zijn hemelse Vader en uit liefde voor de zijnen. Hij handelde uit liefde voor een wereld verloren in schuld. Hij kwam niet voor zichzelf op. Wel voor de zijnen en voor de eer van zijn Vader.

Dat stempelt ook het doen en handelen van de zijnen: liefde jegens God en de naaste. De naaste kan een familielid zijn. Het is ook de overvaller die jou van je bezittingen wil beroven. Liefde tot deze akelige naaste maakt verzet niet overbodig en niet ongeoorloofd. Een christen die zich verweert doet dat niet uit wraakzucht. Wel uit liefde: voor een familielid om deze te beschermen, ook voor de overvaller om hem af te houden van een verder voortgaan op een heilloze weg.

Ook Mozes heeft over noodweer gesproken: Betrapt iemand een dief en krijgt deze een zodanig letsel dat hij sterft, dan laadt de desbetreffende persoon geen bloedschuld op zich, tenminste in het geval hij de situatie niet goed kan overzien. Maar als hij de situatie wel goed kan overzien, moet hij bloedvergieten voorkomen (Ex. 22). Menselijk leven is kostbaar.

De vraag is of het geweld in Deurne proportioneel was: Wie een overval pleegt, heeft nog niet zijn leven verspeeld. Maar bij twijfel over deze vraag kan alleen de rechter een oordeel geven.

 

D. J. Steensma, Feanwâlden