Vanaf de vierde eeuw was de donderdagavond het begin van drie heilige dagen: de dag van het lijden van Christus, de dag van zijn rusten in het graf en de dag van zijn opstanding.

In verscheidene kerken wordt dan het avondmaal gevierd. Want op de avond voorafgaande aan zijn kruisiging heeft de Here Jezus volgens de synoptische evangeliën samen met zijn discipelen de paasmaaltijd gevierd en het avondmaal ingesteld. Daarna is Hij met hen naar Getsemané gegaan, waar Hij gebeden heeft en gearresteerd werd. Daarna volgde het verhoor in het paleis van de hogepriester. In die nacht heeft Petrus zijn Heiland verloochend.

Een pelgrim uit de vierde eeuw vertelt in haar reisverslag dat de christenen in Jeruzalem op de donderdag voor Pasen twee keer de eucharistie (het avondmaal) vierden. Ook de kerkvader Augustinus vertelt over avondmaalvieringen op deze donderdag in kerken in Noord-Afrika, in de morgen en in de avond. In de grootste stad van die tijd vond toen ook een ander bijzonder gebeuren plaats: mensen die de kerk hadden verlaten of daaruit waren verbannen, keerden onder belijdenis van hun zonden terug. Mensen als Petrus. Ze kwamen de kerk binnen in wit gekleed en werden opnieuw opgenomen in de gemeenschap van de kerk. Ze droegen kleding die leek op de kleding van de heiligen rondom de troon in de hemelse heerlijkheid. Vandaar de naam: Witte Donderdag.

Een gebruik uit latere tijd was dat vanaf die avond het orgel zweeg en pas weer klonk in de paasnacht. Ook de klokken werden pas weer geluid in die nacht.

Mooi is dat in verscheidene kerken op de donderdagavond de tafel van het verbond klaarstaat. Overigens niet in de gemeente waartoe ik behoor. Wel in onze vrijgemaakte zustergemeente een dorp verderop. Ze is onze zustergemeente, want we hebben elkaar erkend als gemeente van Christus. We leven daarom nauw samen. Op het fundament van Schrift en belijdenis. De raad van deze gemeente heeft ons uitgenodigd samen de maaltijd te gebruiken. Daar zal ik zijn, Deo Volente: samen met broeders en zusters een voorsmaak genieten van het bruiloftsmaal van het Lam.

 

 

D. J. Steensma, Feanwâlden