Alle moderamenleden van de voorjaarsclasses voorjaar 2015 kregen een paar maanden geleden een uitnodiging elkaar te ontmoeten. Dit was op uitnodiging van Deputaten ‘Eenheid van de Gereformeerde Belijders in Nederland’. De taak van dit deputaatschap staat keurig omschreven in het Jaarboek van de CGK: ‘Het naar bevel van Gods Woord zoeken van wegen die kunnen leiden tot eenheid van kerken, op basis van de gereformeerde belijdenisgeschriften; daartoe leggen en onderhouden deputaten contact met andere kerken van gereformeerd belijden en doen zoveel als mogelijk is om onderlinge herkenning en samenwerking te bevorderen.’ Eén van de opdrachten die de laatste Generale Synode aan dit deputaatschap meegaf was: blijvende aandacht te geven aan de spanning tussen enerzijds het zoeken naar eenheid met andere kerken van gereformeerd belijden en overige bredere kerkelijke contacten, en anderzijds de eenheid binnen onze eigen kerken’. De bijeenkomst  werd belegd met het oog op het laatste gedeelte van die opdracht: het zoeken naar ‘de eenheid binnen onze eigen kerken’.

Die eenheid is in de praktijk nogal eens ver te zoeken en het lijkt een heidens(!) karwei om alle christelijke gereformeerden zich één te laten ervaren (kies ik hier wel het juiste werkwoord?). Oh ja, het is de opdracht van Christus aan die eenheid te werken maar deze vrome woorden hebben nog niet geklonken of de verschillen in stijl en benadering en gemeentebeschouwing worden al of niet haastig uitgesproken. Of de wind nu van links of van rechts waait het blijft knap ingewikkeld de ander te aanvaarden. Progressieven schudden wijs het hoofd om de conservatieven die een ‘versleten’ kerkcultuur met alle goede en vrome bedoelingen in stand proberen te houden en conservatieven zien de progessieven omkomen (verloren gaan?) in de maalstroom van de huidige cultuur.

Deze spanning gaan we (jammer genoeg) in dit commentaar niet oplossen. Geestelijke hoogmoed en vooroordelen groeien vruchteloos en wijdvertakt in onze harten. Zolang de een de ander niet hoger acht dan zichzelf en zolang de ander bij de één een splinter zoekt zonder zicht te hebben op de eigen balk gaat het lang duren. Tijdens bovengenoemde bijeenkomst stelde één van de broeders voor de weg van het gebed te gaan. Het bleef daarna heel stil en de bijeenkomst werd voortgezet… En zo blijft ’t een heidens karwei!

Groningen

N. Vennik