Vorige maand verscheen er een rondzendbrief van paus Franciscus, de milieu-encycliek ‘Laudato si’, met als ondertitel: ‘Geprezen zijt gij - over de zorg voor het gemeenschappelijk huis’. Hij pleit voor een wereld waarin aandacht is voor de natuur, het milieu, voor duurzaamheid, voor maatregelen om de opwarming van de aarde tegen te gaan.

 

Een paar weken geleden won de klimaatorganisatie Urgenda een rechtszaak tegen de Nederlandse Staat. Die moet zorgen voor een drastische vermindering van de CO2-uitstoot in 2020. Landen en bedrijven worden opgeroepen maatregelen te nemen voor een beter milieu. En dat is goed. De luchtvervuiling neemt steeds grotere vormen aan, vooral in groeiende economieën, zoals China, India en Brazilië. Steeds meer mensen zullen daaraan gerelateerde ziektes krijgen.

Maar we kunnen niet zonder energie. Zonder gas en elektriciteit wordt onze samenleving een chaos.

De problemen zijn dus gigantisch en er is niemand die een goede oplossing weet. Maatregelen die worden genomen, werken wel, maar veel te langzaam. En wat moet bijvoorbeeld een land als Polen doen, dat zijn energie voor zo’n negentig procent uit steenkool haalt?

Een opgave voor de politiek, maar die ons allemaal aangaat.

 

Voor christenen geldt nog iets anders: ontzag voor God, de Schepper. Hij heeft de aarde gemaakt voor de mensen om er te wonen. En als iemand je zo iets moois geeft, iets wat Hij bovendien zelf gemaakt heeft, speciaal voor jou, dan ben je daar brandzuinig op.

Je gooit geen plastic zakjes en flesjes in de berm, zodat de plastic soep in de oceanen steeds gigantischer wordt.

Je denkt na als je boodschappen doet. Hoeveel koop je, zodat je geen resten weg hoeft te gooien. Je koopt zo weinig mogelijk levensmiddelen die kilometers hebben moeten reizen of in verwarmde kassen moesten groeien.

Op de verpakkingen van een zuivelgigant staat: Haal álles uit dit pak - na de datum vaak nog goed: kijk, ruik, proef!

Zo zijn er talloze mogelijkheden om iets bij te dragen aan een beter milieu.

Laten we dankbaar genieten van de prachtige aarde en haar met liefde en verstand gebruiken.

 

‘Dan zingt mijn ziel tot U o Heer mijn God:

Hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!’

 

 

Janneke van der Molen, Bierum