We moeten rennen om de tram te halen. Ja, we weten dat mondkapjes nu in het openbaar vervoer verplicht zijn, maar door  de haast zijn we het even vergeten. Dus maakten we in de tram het zakje open dat we die morgen net gekocht hebben. Het duurt even. Dat levert ons een fikse vermaning op van de trambeambte. ‘U moet de mondkapjes opzetten voor dat u de tram instapt. U bent nu al twee minuten in de tram en u hebt anderen en uzelf in die tijd in gevaar gebracht’. Ze gaat nog even zo door, maar we kunnen haar niet goed volgen vanachter haar plastic bastion en we zijn druk met onze mondkapjes. Ik zal niet zeggen dat ze erg onvriendelijk was, maar ze sprak ons wel toe als kleuters. Wel even wennen zo'n mondkapje. Je bril raakt gelijk beslagen en het bezorgt je ook een wonderlijk gevoel. Plotseling voel je je medewerker van een  chirurgische team. Weinig mensen houden het op als ze de tram uitstappen.

Al een keer eerder heb ik een mondkapje gedragen. Een week of acht geleden moest een Eritrees  jongetje naar het ziekenhuis in Sneek worden gebracht. Hij heeft zijn vinger tussen de deur gehad en het ziet er niet goed uit. Er is niemand te vinden die het ritje kon of wilde doen. Ik probeer me aan de regels te houden, maar niet ten koste van alles. Van een collega krijg ik een ingewikkeld mondkapje mee. Geen idee hoe ik het op moet doen. In het ziekenhuis krijg ik instructies van een verpleegkundige. Op de terugweg draag ik een mondkapje. Geen lekker gevoel. Je geeft aan je medereizigers een boodschap af dat ze een gevaar voor jou zijn. Het is bij die ene keer gebleven. Tot nu dus in de tram.

 

Nu we in Amsterdam zijn kunnen we gelijk even doorrijden naar Amstelveen. We hebben een adres gekregen van een Koreaanse dominee. Hij heeft een partij uitwasbare mondkapjes uit Zuid-Korea ontvangen. Een gift bestemd voor mensen die niet al te veel te besteden hebben. We krijgen een paar honderd mondkapjes met bijbehorende plastic zakjes om ze in te bewaren en een sticker voor op het zakje. Op de sticker staat: 99.9 % antibacterial en dan vervolgens Johannes 3,16: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad...’. Dat is een betere boodschap.

 

Krijn de Jong, Urk