Dat is de vraag die ik me stel als ik om me heen kijk naar wat er in de samenleving van vandaag allemaal gaande is, als het gaat om ongelijkheid, om discriminatie, om vreemdelingenhaat. Zien we het wel?

 

In de jaren dat we in Mozambique woonden, adopteerden mijn vrouw en ik twee kinderen. Ze werden ons in handen gelegd, en wij zagen daar de hand van God in. Hij vertrouwde ze aan ons toe, om van te houden en voor te zorgen.

In Nederland teruggekomen, merkten onze kinderen aanvankelijk niet dat ze ‘anders’ waren. Hoewel, ze vonden het allebei niet echt leuk als er mensen even aan hun haar wilden voelen, want ‘hoe voelt kroeshaar nou?’ Naarmate ze ouder werden, liepen ze er soms op andere manieren tegenaan. Hadden ze het idee dat er op een bepaalde manier naar hen gekeken werd. Dat er echt vooroordelen bestaan als het gaat om mensen die een andere huidskleur hebben.

Het doet je als ouders heel wat als je je kind hoort zeggen: ‘Ik wil ook gewoon blank zijn.’ Daar praat je dan thuis over en je probeert ze daarbij te ondersteunen. Ook omdat wij, als blanke ouders, hierin een rol spelen. Wij namen ze immers mee naar Nederland. Wij brachten ze in deze situatie. En het is wel het laatste wat we bij onze kinderen zouden willen zien, dat ze ongelukkig zouden zijn omdat ze uit Mozambique komen, omdat ze hier, in Nederland bekeken worden met ogen die vol zijn van vooroordelen: ‘jij bent niet zoals wij, en dus …’!

 

In Mozambique waren wij de vreemdelingen; vielen wij op vanwege onze blanke huid; werd er naar ons gekeken; vielen wij uit de toon. Maar toch was dat anders dan wat mensen met een andere huidskleur hier meemaken.  

 

Nog niet zo lang geleden klonk de leus ‘black lives matter’ over heel de wereld. Het begon in Amerika, maar kwam ook in Nederland. Ook onze geschiedenis kent hierin donkere bladzijden. Hoe stelden wij ons op in Suriname, in Indonesië? Maar – naar vandaag toe – hoe stellen wij ons op? Want zien we het wel gebeuren? De leuzen die geuit worden over ‘minder, minder, minder …!’

 

Ik schrijf dit commentaar een dag nadat in de kerken een schuldbelijdenis werd voorgelezen vanwege de nalatigheid van veel kerken in Nederland, die tijdens de Tweede Wereldoorlog zagen wat er gebeurde met het volk van de Joden, en die er het zwijgen toe deden.

Zagen ze het wel?

Ja, er waren mensen die het zagen en die hielpen waar ze konden om te voorkomen dat …!
Maar er werd ook – en vooral – gezwegen!

 

Zien wij het vandaag? Zien wij de discriminatie die er is? Zien wij de vooroordelen die er leven? Ook in ons eigen hart?

Heer, U ziet het! En hoe U erover denkt, weten we heus! Open onze ogen dat we het zien. Open onze mond, en maak onze woorden en daden tot getuigen van U, van Uw liefde.

 

Jan van ’t Spijker, Hoogeveen