De wereld hangt van crises aan elkaar. Een energiecrisis: eindeloos hoge prijzen van gas, olie. Het zorgt voor een run op haardhout, dat ook onbetaalbaar is geworden. En voor dikke wintertruien, in huis gedragen zodat de thermostaat een graadje lager kan. En voor inflatie – of was dat er al… Ach, ik ben ook geen econoom.

 

Er is ook nog steeds, al bijna twee jaar, wereldwijd een coronacrisis. De derde, vierde, vijfde, zesde golf. Opnieuw code zwart. Opnieuw een (gedeeltelijke) lock-down, opnieuw mondkapjes – allemaal dingen die allang verleden tijd zouden moeten zijn. En toch is het niet zo, we zitten er nog steeds middenin. En hoe dat komt? Ach, ik ben geen viroloog.

 

En dan is er de klimaatcrisis – de moeder aller crises. Opwarming van de aarde door uitstoot van CO2. Er zijn meer en grotere wisselingen in het weer, het ijs smelt, de zeespiegel stijgt en we staan straks tot de Veluwe met natte voeten. Al tien jaar is er een laatste kans om het tij te keren en al tien jaar zijn we totaal niet in staat om dit probleem mondiaal aan te pakken. Genoeg ambitieuze plannen, weinig dat ervan uitkomt.  En waarom? Ach, ik ben geen politicoloog of klimaatwetenschapper.

 

Wat een crises – en er zijn er beslist nog veel meer te noemen. En als je zo eens langsgaat dan valt een ding in elk geval op. Al deze crises ontstaan vanuit de gedachte van maakbaarheid. De gedachte dat we als mens alles kunnen maken en bepalen en beïnvloeden. En voor een deel klopt dat. We kunnen ontzettend veel, mensen zijn ontstellend ver ontwikkeld. Maar al die ontwikkeling, alles wat wij kunnen – het is een toren van Babel geworden. Een bewijs van onze grootsheid. Onze prestaties reiken tot in de hemel. En we kijken ernaar en we kloppen onszelf op de borst.

 

We kijken naar elk probleem, naar elke crisis met maakbaarheidsblik. Hoe kunnen we dit oplossen. Wat kunnen we maken, hoe gaan we dat aanpakken. En natuurlijk kunnen we heel wat. Maar het besef dat het leven ten diepste niet maakbaar is – dat wil er niet in. Dat kunnen we niet accepteren. Dat dingen vaak niet zo gaan als wij willen en dat dat dan niet te ‘fixen’ is, dat horen we liever niet. Terwijl dat de realiteit is van een leven op deze aarde.

 

Daarom is het goed om elk jaar weer Kerst te vieren. En te zien op God die alles goed gemaakt heeft. Hij grijpt in – door mens te worden. En Jezus heeft veel van wat mis ging rechtgezet, goed gemaakt. Maar Hij is zelf aan de zonde en de nood ten onder gegaan. In plaats van ons overleveren aan de maakbaarheidsgedachte, kunnen we beter knielen bij de kribbe en ons overleveren aan Jezus. Daar is een goed antigif te vinden. Dan is er voor het hier en nu niets zeker – maar dan mogen we geloven dat het uiteindelijk goed komt. Een goede Kerst gewenst.

 

Wouter Moolhuizen, Hoogeveen