Ik kom er niet los van, van wat ik hoorde over Mahsa Amini, die door de moraalpolitie werd gearresteerd omdat ze haar hoofddoek niet volgens de voorschriften droeg. Ze werd zo geslagen dat ze na haar arrestatie in elkaar zakte, en na een paar dagen in het ziekenhuis overleed.

 

Mahsa Amini: sinds haar dood is het onrustig in Iran. Bij verschillende protesten zijn heel wat mensen omgekomen. De politie grijpt hard in, en de vrees is dat het straks, als de aandacht weer verzwakt, nog scherper zal worden. En hoe zal het dan gaan?

Ik kom er niet los van: ook niet omdat we in Hoogeveen (net als in andere plaatsen) kennis hebben gemaakt met mensen uit Iran die als vluchtelingen in Nederland verblijven. Verschillenden van hen wonen in het AZC, waar het lange wachten in hun procedure heel wat met hen doet. Want wat gebeurt er, ook innerlijk, als onzekerheid of je wel in Nederland mag zijn als een donkere dreiging boven je hangt? Wat gebeurt er als jij misschien straks wordt teruggestuurd – en je komt weer in Iran waar het nu …!

 

Ik kom er niet los van: door de gesprekken die we met de mensen uit Iran hebben bij de Bijbelstudie, over wat er in Iran met zoveel vrouwen gebeurt, als zij zich niet strikt genoeg houden aan…

In die gesprekken proef je verdriet, pijn, machteloosheid, gekwetstheid, boosheid. Ik snap het: de mensen hier hebben daar immers vaak nog familie wonen. En die familie maakt het mee, ziet het gebeuren, ondergaat het soms letterlijk.

Ik hoor het in de gesprekken op de Bijbelstudie, waar in al die emoties een zoeken doorklinkt naar een begrijpen. Hoe moet je hier mee omgaan vanuit het geloof dat God de wereld regeert, dat Hij onrecht haat, en dat Hij rechtvaardig is?

 

Ik kom er niet los van, van de vraag die ook op mij afkomt in dat gebeuren rond het sterven van Mahsa Amini. Wat zegt onze theologie over lijden dat mensen wordt aangedaan? Ik weet dat er een moment komt dat God recht zal doen, dat Hij zal oordelen. Dat moment zal er zijn als Jezus komt om te oordelen de levenden en de doden. Naar die tijd kan ik soms heftig verlangen. ‘Kom, Here Jezus!’

 

De vraag op de Bijbelstudie was duidelijk: moeten we stil zijn en wachten, lijdelijk toezien hoe dit allemaal gaat? Totdat Jezus komt? Of mogen we onze stem verheffen, duidelijk uitspreken dat…, protesteren…!

De Bijbel laat zien dat God oog heeft voor wie verdrukt wordt, dat Hij opkomt voor wie geen helper heeft. Dat Hij aanwijst wat fout is. Dat Hij de vinger legt bij onrecht. Dat doet Hij vandaag nog steeds. Dat weten we heus. Ik zie het aan Jezus die dat juist laat zien in het evangelie.

Als wij Jezus vertegenwoordigen (wij dragen immers zijn Naam) mogen ook wij zeggen wat Hij zou zeggen. Onrecht aanwijzen.

En we bidden, want we geloven echt dat God de machtige is, en dat Hij – ook nu al – verandering kan geven: ‘Here, wilt U dat doen – opdat Uw Macht mag blijken.’

 

Jan van ’t Spijker, Hoogeveen