Vraag:
Als ik hoor dat je je volkomen moet overgeven aan Jezus is er altijd wel iets wat ik niet wil. Een zonde loslaten, bijvoorbeeld. Als ik daar dan een paar weken over heb lopen malen en tenslotte toch maar besluit om iets los te laten, heb ik wel weer iets anders. En als ik dan echt denk dat ik alles heb gehad, ga ik dingen verzinnen. Hoe moet ik daar mee omgaan?

Antwoord:
Om maar met de deur in huis te vallen: ik snap heel goed dat jij op deze manier aan het malen raakt. Want van tweeën één: of jij hebt verkeerd begrepen wat er gezegd is, of men heeft jou verkeerd onderwijs gegeven. Want wanneer iemand tegen jou gezegd heeft, dat jij je volkomen aan Jezus moet overgeven en meer niet, dan heeft die iemand jou wel erg het bos ingestuurd, sterker nog, jou in het licht van de Bijbel misleid. Zoals jij het schrijft word je helemaal op jezelf teruggeworpen en zou jij jezelf volkomen kunnen overgeven. Lees de Psalmen eens. Daar hoor je heel andere taal: mensen die in diepe afhankelijkheid de Heere vragen: Leer mij; Help mij; Zoek Uw knecht, enz., enz.
In het NT kom je geen andere taal tegen. Denk maar aan Paulus in Rom. 7 en in Filipp. 3, om maar niet meer te noemen. En zegt Jezus niet: Zonder Mij kunt gij niets doen? En leert Hij ons niet dat tot het dagelijkse gebed -voornaamste stuk van de dankbaarheid- hoort het gebed om de vergeving van de zonden. Lees maar eens hoe bijbels de catechismus daarover spreekt. Waar de Heere in je leven aan het werk gaat, leer je tegen de zonde te strijden, maar daar leer je ook wat men vroeger wel eens zei: je gaat minder zonde doen en tegelijk meer zonde zien. Met die strijd kom je in dit leven nooit klaar. Daar heb je al iets van gemerkt.

Zoek het maar bij Jezus en verwacht alles van Hem en van Zijn verzoenende bloed en de kracht van Zijn Geest. Dan word jij hoe langer  hoe meer een arme zondaar en Hij hoe langer hoe meer een rijke Christus. Sterkte in deze levenslange strijd.

Bron: http://www.refoweb.nl/