De winkels liggen er weer vol mee: oranje spullen. Over een paar dagen is het dan ook natuurlijk weer Koninginnedag. Een dag waarop de vrij bent. Misschien ga je wel op de vrijmarkt staan, of er juist gezellig langslopen. Je kunt natuurlijk ook tv-kijken, want dan zie je de koningin en het koningshuis allerlei spelletjes doen. Onze koningin heeft niet meer de volledige macht over Nederland.  Hoe was dat vroeger eigenlijk?

De eerste koning van Israël.

In de tijd van Israël waren er in het begin geen koningen. Dat was ook absoluut niet nodig, want de Here God was de Koning over Israël. Een betere Koning kun je je niet wensen. Maar Israël wilde perse een koning, een menselijke koning. Eentje die ze konden zien en waar ze mee voor de dag konden komen. De Here God gaf wat ze vroegen. Maar een koning gaf niet altijd voorspoed. En dat merkten ze meteen.  De profeet Samuel zalfde Saul. Saul was een knappe man, hij was jong en hij was langer dan de andere mensen van die tijd. Mensen keken letterlijk tegen hem op. Dat was nog eens een man! Als hij koning werd, dan konden ze alle landen vast wel verslaan. Maar Saul was ook wel een beetje bang. Toen Samuel hem kwam zalven, was hij ineens weg. Na lang zoeken vonden de mensen hem, tussen wat bagage. Daarna goot Samuel olie over het hoofd van Saul. Saul was koning!

Winnen en verliezen.

Israël bestond in die tijd uit 12 stammen. Van elke stam werden er mensen gevraagd en deze mannen vormden een leger. Het leger was niet groot, maar Saul leidde het. Dit legertje behaalde diverse overwinningen. Dat ging goed! Maar het was helaas niet voor een lange duur. Al snel kwam Saul in de problemen. Ongeveer 5 jaar nadat Saul tot koning was gezalfd vielen de Filistijnen het land binnen. Saul, met de herinneringen aan de goede afloop van de vorige overwinningen, dacht misschien wel dat hij deze strijd zou overwinnen. Hij stond te popelen van ongeduld om aan te vallen. Maar het plan van God liep anders. De Here God wilde dat Saul zou wachten. Er moest eerst een offer gebracht worden door de profeet Samuel. Samuel kwam niet direct, Samuel liet een paar dagen op zich wachten. Saul werd steeds ongeduldiger. Op een gegeven ogenblik had hij het niet meer. De paniek sloeg toe. Eigenlijk vertrouwde hij niet op de Here God. Het kan zijn dat Samuel gedacht heeft dat de Here God hem vergeten had. In ieder geval offerde Saul zelf. Als je niet vertrouwt op de Here God heeft dat altijd nare gevolgen. Wat de Here God is altijd te vertrouwen.

Als je de Here God niet vertrouwt…

Na het offer dat Saul bracht, kwam Samuel. Nu had Samuel niet zo’n leuke boodschap. Saul zou van de troon worden gezet. Het nageslacht van Saul zou niet meer op de troon van Israël zitten. Dat maakte Saul depressief, hij voelde zich verslagen, maar ging in zijn trots niet naar God om voor Hem te buigen. Het is voor ons allemaal belangrijk om op God te vertrouwen. Hij is de Heerser van het leven. Ook als je langer moet wachten dan dat jij wilt. God zal antwoorden en Hij maakt het goed, misschien niet zoals jij het in gedachten had, maar Hij heeft alles in handen. Dan is het goed!