Vervelen in je Pinstervakantie? No way!

Ranja pingpong

Nodig:

1 fles aanmaaklimonade, 1 kan water, een heleboel  wegwerpbekertjes, tafel, pingpongballetjes

Maak in een kan genoeg limonade aan. Plaats nu aan beide kanten van de tafel 5 wegwerpbekertjes (in een driehoeksvorm, eerst 3 bekertjes, dan 2 ervoor en als puntje het laatste bekertje) en vul deze hierna met de limonade.

Maak vervolgens twee teams. Aan weerskanten van de tafel gaat iemand staan die het pingpongballetje in een van de bekertjes van tegenstander probeert te mikken. Zodra dit gelukt is, moet diegene van wie het bekertje limonade is waar het balletje in terecht kwam, deze leegdrinken. (wel eerst even het pingpongballetje eruit halen natuurlijk.) De spelronde is afgelopen als een van de twee partijen zijn laatste bekertje leeggedronken heeft. De winnaar is diegene die de meeste van zijn of haar bekertjes nog vol heeft!

Wie ben ik?

Van tevoren maak je kaartjes en zet op elke kaart de naam van een (bekend) persoon. Je kunt ook een beroep of een voorwerp op de kaart zetten. Iedere speler krijgt een kaartje op de rug gespeld. Door vragen te stellen aan de anderen moet hij proberen te weten te komen wie of wat hij is. Variant 2: koop stickers en plak een sticker op iemands voorhoofd. Bijvoorbeeld van een paard. Degene met de sticker op zijn hoofd mag vragen stellen: "Ben ik een dier?" "Heb ik een staart?"

Bikkelen:

De speler gooit een balletje op. Dat valt weer naar beneden en stuitert. Voordat het balletje een tweede keer heeft gestuiterd, moet de speler een blok opgestapeld hebben. Het spel eindigt zodra de stapel instort of een vangfout wordt gemaakt (dus het balletje 2 of meer keer stuitert). Hoe ver kun je komen?

Zeg maar na!

Zeg zo snel mogelijk onderstaande zinnen op:

- De kat krabt de krullen van de trap

- De knappe kapper knipt en kapt knap, maar de knecht van de knappe kapper knipt en kapt knapper dan de knappe kapper knipt en kapt

- Ezels eten netels niet en netels eten ezels niet

- Er was eens een meisje dat heette Barbara. Barbara had een groentewinkel en daar verkocht ze goede rabarber, daarom noemden alle mensen haar Rabarberbarbara. Later begon ze een cafe met een bar. Op het raam stond: Rabarberbarbarabar. Daar kwamen echte barbaren op bezoek: de raberberbarbarabarbarbaren. Ze hadden lange baarden: de rabarberbarbarabarbarbarenbaarden. En de barbier die de baarden moest knippen was een rabarberbarbarabarbarbarenbaardenbarbier

- Frans zei tegen Frans in het Frans dat Frans in het Frans Frans is. “Nee,” antwoordde Frans in het Frans tegen Frans, “Frans is in het Frans François”.

- Als jouw tekkel mijn tekkel tekkelt, tekkelt mijn tekkel jouw tekkel terug.

- Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan.

 

Succes!