Jozua ligt in het stof voor de ark. Het lukt allemaal niet meer. Vol goede moed was hij met Israël op pad gegaan. In zijn spreekwoordelijke zak zat een belofte van de Heere: Ik zal de heidense volken van Kanaän “geheel en al van voor uw ogen verdrijven” (Joz. 3: 10). Maar nu liggen de kaarten er heel anders bij. Zijn strijders zijn verslagen. Door de mannen van Ai. Een klein stadje maar, hadden de verkenners nog gezegd. Maar dat kleine stadje had mooi wel 36 van zijn mannen gedood. En die belofte van de Heere, wat kwam daar nu helemaal van terecht? Niks. Jozua is bang en ziet het allemaal niet meer zo zitten.

‘…vergeten wat geluk is’

Misschien herken je zijn gevoel wel. Heel lang gaat het goed met je, maar ineens is alle grond onder je voeten weg. Alle mooie vooruitzichten die je had zijn ineens weg. In je dagelijkse leven, of in je geloofsleven. Wat moet je dan? Hoe krijg je weer vaste grond onder de voeten? Hoe sla je je door deze moeilijkheden heen en krijg je weer een ‘blij vooruitzicht, dat je streelt’?

Laten we terugkeren naar Jozua, daar voor de ark. Hij heeft mannen verloren. De belofte van de Heere lijkt op losse schroeven te staan. Aan een periode van grote successen, met als hoogtepunt het innemen van Jericho door alleen maar rondom de stad te lopen, is een einde gekomen. Wat doet nu deze man Gods?

Les 1: Bidden

Jozua bidt. Het is geen gebed dat vroomheidsprijzen wint, in ieder geval niet qua begin: “Ach, Heere HEERE, waarom hebt U dit volk de Jordaan toch laten oversteken, (…) om ons om te brengen? Hadden wij maar besloten aan de overzijde van de Jordaan te blijven!” God had hem en zijn voorouders het land beloofd, maar nu twijfelt Jozua aan die belofte. Hij pleit niet stoer of vroom op het woord van God, maar zucht ‘ach was ik maar bij moeder thuisgebleven’. Daar mag je troost uit putten als jouw gebeden niet geweldig zijn, of je geloof maar klein. Want de Heere hoorde Jozua.

Dat gaat niet op een zachtaardige manier. Hij krijgt geen knuffel en een aai over zijn bol, maar een stevig woord: “Sta op, waarom ligt u zo met het gezicht ter aarde?” Wees een vent, Jozua! Doe niet zo somber, kom in actie!

Les 2: in de benen

Want er moet iets gebeuren. De problemen van Israël hebben een oorzaak en zijn naam is Achan. Die had goud, zilver en een dure mantel meegenomen uit Jericho, ook al had de Heere dit ten strengste verboden (Joz. 6: 18). Jozua moet nu optreden tegen deze Achan en hem uit het volk verwijderen. Want zonde kan niet bestaan voor het oog van God. Dus moet Jozua in de benen komen, om het volk weer heilig te maken.

Soms hebben wij ook zo’n stevig woord nodig. Als alles tegenzit, willen we nog wel eens bij de pakken gaan neerzitten. Die onvoldoende haal ik nooit meer op. De verhouding tussen mij en die ander wordt nooit meer goed. Die zonde overwin ik nooit. Het is allemaal zinloos. Maar zo kom je nooit verder. Soms moet je eens flink door elkaar geschud worden en actie ondernemen. Toch maar weer bidden en naar de kerk gaan. Toch maar eens die computer uitzetten, als je teveel gamet of rondhangt op sites waar je niet thuishoort. Toch maar weer die boeken uit de tas halen na de zoveelste onvoldoende. Toch maar dat moeilijke gesprek aangaan.

Les 3: de belofte aangrijpen

Zulke dingen kunnen loodzwaar zijn. Put dan troost uit wat de Heere tegen Jozua zegt, als die inderdaad in de benen is gekomen en Achan uit het midden van Israël heeft verwijderd: “Wees niet bevreesd…” God bevestigd zijn belofte opnieuw. Ai zal worden ingenomen. De Kanaänieten zullen verdreven worden, allemaal, en het land zal voor Israël zijn.  De Bijbel staat vol met beloften en woorden van troost. Die mag jij allemaal aangrijpen.

Les 4: zorg wordt zegen

En dan is er nog iets. Jozua krijgt een strijdplan mee. Hij moet een deel van zijn leger in een hinderlaag leggen, achter de stad. De rest van het leger moet dan de stad van voren aanvallen en doen alsof ze op de vlucht slaan als de soldaten van Ai komen. Als zo het leger van Ai weggelokt wordt, kunnen de Israëlische troepen uit de hinderlaag de stad ongestoord van achteren innemen.

Herken je iets in dit strijdplan? De mannen van Jozua moeten weer vluchten. De vorige keer deden ze dat omdat ze bang waren. Nu doen ze het omdat God hen langs deze weg de overwinning gaat geven. Ook zo werkt de Heere. Je leven wordt ineens ruw opgeschud, zodat je losgemaakt wordt van een zonde of een verkeerd verlangen. Soms ontvang je tegenslag als een beproeving van je geloof. En soms moet je door moeilijke tijden heen, zodat je voorbereid  wordt op een nieuwe taak in het Koninkrijk van God. Zo wil Hij nederlagen gebruiken, om te zorgen dat je later de overwinnaarskroon kunt ontvangen.

Blijf daarom niet verloren in het stof liggen als het allemaal even niet meer wil in het leven. Kom overeind. Zoek de Heere, zuiver je leven, grijp je vast aan zijn beloften, stort je hart uit voor zijn aangezicht. Dan kan zelfs het meest dorre dal veranderen in een oase, overdekt door de regen van Gods zegen (Ps. 84: 7).

 

Alexander Weggemans