'Het is aan de christenen om iedere dag dichter bij God te komen en zich altijd over God of zijn gaven te verheugen. De tijdspanne van ons verblijf in den vreemde is immers maar heel kort, en ons vaderland staat buiten de tijd.'

 

'Er is een groot verschil tussen de eeuwigheid en de tijd. Hier wordt naarstig gezocht, naar het geloof. Daar wordt gerust. Daarom moeten we alle dagen als goede kooplieden de balans opmaken; hoeveel dichter zijn we bij God gekomen? Want we moeten niet alleen ijverig zijn in het luisteren, maar ook waakzaam in het werken. Deze school, waarin God de enige meester is, zoekt goede leerlingen. Geen spijbelende, maar ijverige. De apostel Paulus zegt: "Wees niet lui bij de studie, wees vurig van geest en verheug u in de hoop." In deze school, broeders en zusters, leren we elke dag iets. Soms leren we iets aan de hand van voorschriften, dan weer iets aan de hand van voorbeelden en dan weer iets aan de hand van heilige tekenen. Dat zijn de geneesmiddelen voor onze wonden en de kompressen voor onze koortsachtige ijver.'

Schriftgeleerden

Deze woorden vormen het begin van een preek over psalm 39. Ze zijn zestien eeuwen geleden, waarschijnlijk in het jaar 411, uitgesproken in de basiliek van Carthago door Aurelius Augustinus. De kerkvader kwam regelmatig in de stad voor een vergadering of voor kerkvisitatie. De kerkleiders daar vroegen hem dan meteen of hij wilde voorgaan in een of meer kerkdiensten. Bij deze preek staat zondag 18 juni genoteerd. Van Augustinus zelf zijn geen handgeschreven preken bewaard gebleven. Waarschijnlijk werkte hij met aantekeningen of sprak hij al improviserend. Wat bewaard is gebleven, is opgetekend door snelschrijvers.

De genoemde preek is opgenomen in een bundel die de titel draagt Schatkamer van het  geloof. De titel verwijst naar woorden van Jezus over schriftgeleerden die discipel waren geworden van het koninkrijk der hemelen. Hij vergeleek zo'n schriftgeleerde met een huismeester die uit zijn voorraadkamer nieuwe en oude dingen naar voren brengt (Mat. 13, 52).

Deze nieuwe en oude dingen verwijzen volgens Augustinus naar het Nieuwe en het Oude Testament. Wij hebben beide testamenten nodig. Je staat toch ook met twee benen op de grond? Hoe zou je dan kunnen menen dat je een van beide testamenten wel kunt missen?

Een christen gaat te rade bij zowel het Nieuwe als het Oude Testament. Augustinus had aanvankelijk grote moeite met het verstaan van het Oude Testament. Maar op een gegeven moment vond hij een manier van uitleg die volgens hem de enig juiste was. Ambrosius, die bisschop in Milaan was, had hem op dat spoor gezet. Augustinus ontdekte dat we het Oude Testament in figuurlijke zin moeten verstaan. Wie deze methode toepast, gaat een schatkamer binnen.

 

Psalmen

Vooral de psalmen hadden voor Augustinus een grote betekenis. Daarvan was hij diep onder de indruk. Ze zijn voor ieder waardevol die zich op de weg bevindt van hoogmoed naar ware nederigheid. Ook op zijn sterfbed hadden de psalmen voor Augustinus een grote waarde. Hij liet de zeven boetepsalmen toen overschrijven en ophangen op zijn kamer, rondom zijn bed. Hij huilde als hij de psalmen las. Ze raakten zijn hart. Opnieuw besefte hij wie hij in zichzelf was en hoe groot de genade van God.

Hoewel de kerk beide testamenten nodig heeft, is er wel verschil. Jezus noemde de nieuwe dingen, die verwijzen naar het Nieuwe Testament, het eerst. Het Oude Testament is slechts een voorafbeelding van de voltooiing waarover het Nieuwe spreekt. Het ene is de belofte en het andere de vervulling, het ene de verhulling en het andere de onthulling. Het scharnier tussen beide is Christus. In Hem wordt de sluier weggenomen. Vooral aan de hand van het boek Genesis wilde Augustinus laten zien welke schatten dan werden onthuld. Dat verklaart zijn bijzondere belangstelling voor dit bijbelboek naast het boek van de psalmen. Zijn uitleg van Genesis toont hoe hij helderheid wilde krijgen over het verschil tussen een letterlijke en een geestelijke uitleg van de Schrift.

Opvallend is ondertussen dat deze preken 'over het Oude Testament' vooral gaan over het Nieuwe. Want waarom zou je over de voorafbeelding spreken als de voltooiing in Christus gekomen is? In sommige preken komt het Oude Testament nauwelijks aan de orde. Maar waarom zijn deze preken dan bij elkaar gebracht onder deze titel? De reden daarvoor is dat Augustinus in deze preken meer dan in andere preken aandacht geeft aan het Oude Testament. De lezingen zijn ook daaruit gekozen.

 

Vaderland

Psalm 39 is gegeven als leerstof. Je leert daaruit wat je aan God vraagt als je vóór alles wilt dat Hij je welgezind is. De dichter van deze psalm vraagt om hulp. Zelf kan hij zijn wegen niet bewaren en zijn tong niet in bedwang houden: die tong brengt altijd schuld voort. Daarom bidt hij God om zijn genade. Alleen genade kan ervoor zorgen dat de gelovige zijn wegen bewaart.

Augustinus vervolgt deze preek met een beschouwing over het einde van zijn aardse leven. Ook dat aspect komt in de psalm aan de orde: 'Laat mij mijn einde kennen.'

Juist met het oog daarop moeten we elke dag wensen te weten wie we zijn, aldus Augustinus: 'Dit om te voorkomen dat wanneer we er gerust op zijn, later de dag van het oordeel komt en dat er niets wordt gevonden van wat we hadden gedacht (…). 'We moeten ons iedere dag inspannen in het voortgaan naar God, niet in het sparen van armzalige dingen die we toch hier moeten achterlaten.' 'Dit is niet ons vaderland. Wie zijn vaderland hier wil hebben, zal het ene verliezen en het andere niet bereiken. Laten we als goede zonen en dochters op weg gaan naar het vaderland, in de hoop dat onze tocht in goede aarde valt en tot een goed einde komt.'

De Schatkamer van het geloof maakt zijn naam waar. Wie de tijd neemt die schatkamer te betreden, zal veel kunnen vinden dat het geestelijk leven verrijkt. Het boek, dat fraai is uitgegeven, gebonden en met leeslint, is verschenen in de serie vertalingen van de werken van Augustinus

 

D. J. Steensma, Feanwâlden

 

Naar aanleiding van: Aurelius Augustinus, Schatkamer van het geloof. Preken over teksten uit het Oude Testament [Sermones de scripturis 1-50]. Ingeleid, vertaald en van aantekeningen voorzien door Joost van Neer, Martijn Schrama o.s.a. en Anke Tigchelaar, Damon: Budel 2013, 824 blz., € 89,90, ISBN 978 94 6036 067 1.