Supermarkt
Wij verplaatsen ons naar een willekeurige supermarkt. We lopen naar de broodafdeling en zien dat een klant constateert dat het bruin volkoren met sesamzaad (bestaat dat soort?) ontbreekt. Hij kijkt om zich heen, ziet een medewerker en schiet die aan: ‘Ik kan het bruin volkoren met sesamzaad niet vinden.’ ‘Sorry, dat is uitverkocht; we hebben wel een bruin volkoren met maanzaad, is dat wat voor u?’ ‘Nee, ik wil alleen maar sesamzaad. Dat eet ik mijn hele leven al en je zult net zien dat wanneer ik de maanzaadvariant verorber ik last krijg van mijn ingewanden. Daar ga ik mijn centen niet aan uitgeven. Wat de boer niet kent dat eet ie niet. Ik zoek wel een andere supermarkt.’ Inmiddels heeft zich een andere klant van de supermarkt gemeld. Deze persoon wendt zich tot de verkoper en zegt: ‘Ik heb gelezen dat er heel bijzondere nieuwe(!) croissants zijn waarin aardbeien verwerkt zijn. Die wil ik graag hebben.’ ‘Helaas, mevrouw’, luidt het antwoord, ‘die verkopen wij voorlopig nog niet.’ ‘Nou, dan ben je mij als klant kwijt.’ We horen de hakken tikken op de vloer; langzaam zakt dat geluid weg. De deuren sluiten zich achter haar.