De zaligsprekingen van de Here Jezus gaan over mensen die er min of meer hopeloos aan toe zijn. Vaak innerlijk, en daarmee vaak ook maatschappelijk. Dat was de conclusie uit de vorige artikelen.

De reinen, barmhartigen en zachtmoedigen. Voor zodanigen is het koninkrijk beschikbaar. Niet vanwege hun uitmuntende geestelijke geschiktheid maar óndanks hun kwetsbaarheid. En dat kan niet voldoende worden benadrukt. Tegenover farazeïsche opvattingen destijds (hopelozen ontberen Gods zegen) en onze opvattingen vandaag.

Gods interesse

Ik las ergens dat in zo’n uiterst religieuze cultuur in Jezus’ tijd mensen zich enorm vastklampten aan hun opvattingen en overtuigingen. Opvattingen over wie Gods voorkeur had en wie niet, hadden enorme kracht. Dat is vandaag, ook in onze kerken of in onszelf, niet anders. Maar Jezus maakt duidelijk dat God geïnteresseerd is in alles behalve deze opvattingen. Hij is op zoek naar alle mensen die open staan voor zijn koninkrijk en Geest. Voor nieuwe woorden over genade en de verandering die daardoor ontstaat. Voor nieuwe manieren van kijken. En er is dus geen mens die op voorhand is uitgesloten van dit koninkrijk.

Je moet echter niet denken dat dat koninkrijksleven een soort succes of welvaart garandeert. Succes dat mogelijk eerder zozeer onbrak. Wie dáár voor gaat, hij zij gewaarschuwd. Zeker, er zal beloning zijn, zo blijkt uit de laatste zaligspreking: eer en heerlijkheid voor wie Jezus volgen.

Maar ook voor hen die dan Jezus volgen geldt dat zij het niet altijd gemakkelijk hebben. ‘Geluk’ ligt niet zomaar voor de hand. Je was al in Jezus’ tijd bepaald niet geliefd in de ogen van de joodse leiders als je achter die rabbi Jezus aanliep. Dat was immers tegen Gods wil? De leiders van Israël waren ervan overtuigd dat Jezusvolgers Gods zegen ontbeerden. Jezus’ discipelen hebben na Zijn dood volop verdrukking ervaren. Ook op andere tijden en plaatsen kan het volgen van Jezus je lastering of belediging opleveren. Ook, misschien wel juist in de kerk. Omdat de keuzes die je maakt niet iedereen bevallen. Omdat ze de religieuze een maatschappelijke rust  verstoren.De regels, de orde, de status quo.

Beloning

Jezus zegt:  ‘Gelukkig zijn jullie, als ze jullie uitschelden en vervolgen, en je van allerlei kwaad betichten vanwege Mij.’  Wat opvalt is dat Jezus bij deze zaligsprekingen opeens ‘jullie’ zegt. Hij heeft het nu tegen zijn discipelen. In de vorige zaligsprekingen klonk steeds ‘zij’. Zijn discipelen staan op dat moment vlakbij Hem, de ‘schare’ die achter Hem aan kwam, de ‘zij’, staat verderop. De vorige zaligsprekingen gelden natuurlijk óók voor de discipelen. Zij behoren immers evenmin tot de ‘hogere klasse’. Het verschil is dat de discipelen al op weg zijn gegaan achter Jezus aan.

Ondanks het uitschelden en de vervolging is er ook voor Jezusvolgers geluk. Het geluk heeft zelfs de vorm van een ‘rijke beloning’: eer en heerlijkheid. Dat staak haaks op de eerder genoemde belediging en vervolging. Deze laatste zaligspreking gaat in zekere zin uit boven de andere gelukswoorden die tot dan toe waren uitgesproken. Betrof het geluk tot dan toe vooral ‘kindschap’, ‘God zien’ of ‘de aarde beërven’, hier is een soort ‘meer’, een beloning.

Hoop op een nieuwe wereld

Waarom eigenlijk dat podium, die beloning met eer en heerlijkheid? Is dat omdat deze Jezusvolgers het licht van dat koninkrijk, dat koninkrijk dat nog niet volledig is doorgebroken, alvast als kleine lichtpuntjes in de donkere wereldnacht hebben verspreid? Omdat ze, zoals we verderop in de bergrede lezen, vrouwen niet hebben gedegradeerd tot een lustobject, en ze de tweede mijl zijn gegaan?  Omdat ze naast het hemd ook de jas hebben gegeven, en in plaats van terug te slaan, ook de andere wang hebben toegekeerd? Omdat ze hun vijanden hebben liefgehad en gezegend?

Dat soort dingen. Omdat ze alles eraan hebben gedaan om echte vrede, licht, goedheid en vriendschap te tonen en te verspreiden. Omdat ze de hoop op een betere, nieuwe wereld levend hebben gehouden... Want is geloven niet vooral dát? Als iemand, zo las ik ergens, die zich aankleedt in het donker, in de verwachting en het geloof dat straks de dag aanbreekt. Zo iemand handelt alsof de dag al begonnen is.

Geloven is weten dat het licht wordt, zonder dat je het ziet. En je daar alvast naar gedragen. Licht wordt het toch wel, op een goede dag. We noemen dat de dag van Jezus’ terugkomst. Of het licht wordt hangt echt niet van onze inspanningen af. De enige vraag die dan en nu op ons afkomt is deze: geloofden we hier en nú werkelijk dat het eens licht zal worden? En hebben we naar die verwachting gehandeld?

Geloof is niet slechts hoop voor later. Maar alvast nu gaan leven alsof de dag al begonnen is.Wie zo gelooft krijgt daarvoor kracht van Jezus. En Gods zegen.

 

Nynke Sikkema-Holwerda


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...