Kerkblad voor het Noorden

Artikelen week 34

Mozes (X)

Geschreeuw in de nacht. Een doodshuil gaat door het land. 'Er was geen huis, waarin geen dode was', meldt de bijbel. Een helse nacht, een voorbode van een wereld zonder God. In die wereld is de macht aan de sterkste, heerst de angst en de verslagenheid. Mozes wenkt de Israëlieten mee. Ze zwijgen als ze door de straten gaan. De dieren, die ze meenemen, voelen wellicht nog sneller de engel van de dood dan de mensen, die ze meevoeren. Het is een macabere nacht. Een stille tocht tussen muren van doodskreten. In het diepe duister ontwaar je af en toe een bezorgd gezicht of de glans van de verschrikte ogen van een kind. Meelopend in de stoet valt het zwaar je te blijven realiseren dat de God van Mozes bevrijden zal en een land zal geven waar vrijheid is. Dat geloof wordt overstemd door het rumoer van de stad. De rouwende mensen hebben geen aandacht voor de stoet, die passeert. Zij zijn verblind door tranen vanwege het verlies van een geliefde. De eerste mensen bereiken de rand van de stad en je ziet hem zelf ook al komen. De laatste huizen, nog een schuur en dan valt bij iedere stap de stilte van de nacht dichter om je heen als een mantel, die beschermt. Ver achter je is een vermoeden van het doodstumult en voor je kleurt de komende morgen de lucht al donkerrood. Het gaan wordt allengs gemakkelijker en je ademt ook opgeluchter. Het bizarre lijkt voorbij te gaan door het volgen van de man Mozes. 'Want God heeft ons een land belooft, de Naam des HEREN zij geloofd.' Laten we deze nacht nooit vergeten. Geef klank aan de krijs van een moeder, die haar kind verloor als je het jouw kinderen vertelt. Maar leer ze ook het lied van bevrijding zingen. Zo is onze wereld. Dubbel, nooit af en nooit helemaal stuk. En waarom? Omdat God ons een land heeft beloofd en de één wel en de ander niet gelooft.

P. van Dolderen, Almere

Tante wilt u…

Een tante van mijn vrouw zou ons bezoeken. Van mij hoefde het niet zo nodig, maar mijn vrouw en de kinderen vonden het wel leuk. Tante Annie was een aardig mens, die veel van de familie wist en daar graag iets over vertelde. Ja, als je geen man en kinderen hebt, is er ook niemand die je ergens op wijst. Zo hoorde ik ooit eens haar verhaal over neef Bert. Hij bleek een onecht kind van tante Klazien te zijn. Zo noemde ze het. Een 'onecht' kind. Hij heette Bert de Haan, terwijl tante Klazien getrouwd was met Groenewold. Dat leverde eens een leuk verhaal op. Toen tante Klazien eens ziek was, belde neef Bert de dokter. ''t Is met De Haan van Groenewold of de dokter even langs wil komen.' Tante Annie wreef zich na haar vertelling met een zakdoek langs haar ogen om daarna haar neus er in te verbergen om die luidruchtig te snuiten. Daar had ze een grote zakdoek voor nodig. Moeder natuur had waarschijnlijk wat neus over gehad toen tante Annie werd geboren. Er hadden gemakkelijk twee neuzen uitgekund. Maar ze had er mee leren leven. Ze had er soms zelf de spot mee. "Ja, ik gebruik nu eenmaal grote zakdoeken. Kun je ook als luier gebruiken." Maar zit onder spot niet vaak lichte pijn? Daarom had ik de kinderen voorgehouden, dat ze niets over tante Annies neus mochten zeggen. Geen grapje er over maken en er ook niet naar kijken. Gewoon doen of tante Annie geen neus had. De kinderen knikten. Ze zouden zich aan de afspraak houden. Maar u weet hoe kinderen kunnen zijn. Het gaat het ene oor in en aan de andere kant vliegt het er weer uit. Die middag. Tante Annies auto stopte voor ons huis. Tante Annie wurmde zich achter het stuur vandaan, waarbij een stuk van haar onderbroek zichtbaar werd. Toen ze op haar beide benen stond wuifde ze naar de kinderen die zich naast mij voor het raam hadden opgesteld. Ik zag ze begerig naar tantes grote handtas kijken. Wie weet... "Denk er aan jongens", zei ik, "geen woord over tantes neus hé. Zelfs er niet naar kijken, anders ben je nog niet jarig." Even later zat tante Annie op haar praatstoel. Ze had nieuwe buren gekregen. Die hadden me daar ik weet wel niet voor hoeveel aan hun huis verspijkerd. Waar ze het van deden? Mijn vrouw vroeg, tantes verhaal onderbrekend, of ze thee wilde. Tante knikte instemmend en ik zag enkele kinderen kijken naar de neus van tante, die mee knikte. Ik kuchte nadrukkelijk. Een van onze kinderen zette de theekopjes op de tafel en vroeg, strak naar tantes neus kijkend: "tante wilt u ook suiker in uw neus?" Het bleef even angstig stil tot tante lachend zei: "Nee hoor, doe het maar in mijn thee." Toen tante weer vertrokken was zei mijn dochter: "Ik schaamde me vet veel."

Douwe Janssen

Tellen tot zeven... en tot acht

Als werktitel voor mijn bijdrage aan de vormingscursus van vorig seizoen kreeg ik aangereikt "Van sabbat naar zondag". Ik wijzigde dat opzettelijk in "Sjabbat en zondag". De schrijfwijze "sjabbat" koos ik omdat we het over een echt Joodse dag hebben, en de Joden noemen die dag sjabbat. Nog bewuster koos ik niet voor de woorden "van" en "naar", omdat die lijken te zeggen dat de zondag in de plaats vande sjabbat is gekomen. Ik geloof niet dat de Bijbel ons ruimte geeft om dat te zeggen.

Bij sjabbat en zondag gaat het over een week van zeven dagen. Er zijn wel andere tijdsindelingen bekend, maar het ritme van 6 + 1 heeft te maken met hoe God schiep. Na zes dagen scheppen, rustte Hij op de zevende. Dus voor de mens, die op de zesde dag werd geschapen, begint het leven met rust. Daar heeft God ons blijkbaar voor geschapen, - rusten bij Hem en gericht op dat doel op aarde werken.

In Exodus 20 wordt het sjabbatsgebod direct verbonden met dit ritme van de schepping. Daarmee brengt de HERE Israël uitdrukkelijk terug naar zijn oerbedoeling. In Deuteronomium 5 (waar de Tien Woorden worden herhaald) wordt de sjabbat verbonden met de bevrijding uit Egypte. Hij bevrijdde Israël om het te laten leven zoals Hij het oorspronkelijk bedoeld heeft. Zo gaf de HERE de sjabbat aan Israël als een teken (Exodus 31,15-16) tussen Hem en Israël. Een dag die symbool staat voor het hele leven: om Gods bevrijding te vieren en jezelf tot rust te laten komen bij Hem. Daarmee wordt het houden en heiligen van de sjabbat niet minder dan een hartgrondig antwoord van Israël aan God: Met hoofd, hart en handen willen wij U, onze bevrijder, dienen en liefhebben.

= 7

Op sjabbat gaat het dus bij uitstek om Gods liefde voor Israël en Israëls liefde voor God. Het Nieuwe Testament bevestigt dit. In de opmerkelijk vele discussies die de Here Jezus had over de sjabbat, benadrukt Hij dat. Meer dan het "slechts" onderhouden van Gods geboden over de sjabbat en van de daaraan toegevoegde voorschriften van mensen, gaat het om Gods liefde die rust en vrijheid brengt... Jezus Messias heeft ook het vierde van de Tien Woorden vervuld. Hij bracht de rust en de bevrijding waarom het op sjabbat gaat, beslissend dichtbij. Zijn offer aan het kruis en zijn overwinning op de dood brachten bevrijding uit de machten van zonde en dood, en openden zo de weg naar de eeuwige rust, het paradijs. Door Jezus kan de sjabbat in Gods naam gevierd worden als nooit tevoren. Daardoor heeft Jezus nog iets benadrukt. In het Oude Testament merk je al hoe sjabbat en de ontmoeting met de Here bij elkaar horen. Na de ballingschap ontstonden de synagogen, waar op sjabbat wordt samengekomen en de Schriften worden gelezen. Jezus heeft door zijn gewoonte op sjabbat de synagoge te bezoeken (Lucas 4,16) laten zien dat deze gewoonte helemaal past bij Gods bedoeling van de sjabbat.

+ 1 = 8

Jezus' opstanding is beslissend! De eerste dag van de nieuwe week (later ook wel achtste dag genoemd) wordt daarom van veelzeggende betekenis. Dat is de dag waarop alles veranderde: Jezus' opstanding bracht bevrijding en rust, leven dat uitloopt op het paradijs. De grote vraag is of die onmiskenbaar grote betekenis van de eerste dag van de week genoeg is voor ons om in plaats van de sjabbat de zondag te vieren als rustdag. In het Nieuwe Testament is niet te vinden dat de zondag in plaats van of naast de sjabbat de rust- en vierdag van de christenen werd. Drie gedeelten die wel in de richting van de zondag als de christelijke dag van samenkomst lijken te wijzen zijn 1 Korintiërs 16,2; Handelingen 20,7-12 en Openbaring 1,10. Maar geen van hen maakt direct helder dat de eerste dag ook echt tot vaste dag van samenkomst voor de christelijke gemeente werd.

Bovendien is er nog iets opmerkelijks aan de manier waarop in het Nieuwe Testament met het sjabbatsgebod wordt omgegaan. Het is het enige van de Tien Woorden dat niet wordt verwerkt in de voorschriften voor de christelijke gemeente. De andere negen krijgen allemaal letterlijk een plek in de oproep om geleid door de Geest volgelingen van Jezus Messias te zijn. Maar... niet die van het sjabbatsgebod. Ook daaruit blijkt dat sjabbat een dag is en blijft voor het Joodse volk, die niet zo voor de gelovigen uit de heidenen bedoeld is (zoals ook de besnijdenis aan het Joodse volk is voorbehouden). Maar waar sjabbat om gaat, geldt nadrukkelijk wel ook voor de christenen uit de heidenen: de vrijheid, de rust, het eeuwige leven dat God ons door Jezus Messias gunt. Zo blijkt duidelijk uit de Hebreeënbrief. Die vrijheid en rust laten zich vieren. Omdat sjabbat een typisch Joodse dag blijft, leent voor christenen de eerste dag van de week zich er uitstekend voor om als wekelijke rust- en vierdag te houden. Het is de dag van Jezus' opstanding, die de bevrijding inluidde. Bovendien zijn er de (voorzichtige) aanwijzingen in het Nieuwe Testament naar de zondag als (ook?) dag van samenkomst van de christelijke gemeente.

Laat de zondag voor ons dan wel een dag van vieren zijn! En laten we als christenen uit de heidenen niet doen alsof de sjabbat nu van ons is en wij van de zondag een soort christelijke sjabbat moeten maken door Gods sjabbatsgeboden aan Israël min of meer toe te passen op onze invulling van de zondag. Helaas zitten er in de keuze voor de zondag als rustdag vanaf heel vroeg in de kerkgeschiedenis anti-joodse gevoelens en de gedachte dat "voor God de kerk nu in de plaats van Israël gekomen zou zijn". Maar laat het op de zondag zeker wel gaan om de kern van de sjabbat: rusten bij God, zijn daden vieren, Hem en elkaar bij zijn Woord ontmoeten.

Zie voor informatie over hoe Israël de sjabbat viert www.kerkenisrael.nl.

Rob van der Toorn, Leiden

Drs. A.J. van der Toorn is predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk van Leiden

De kerkelijk werker muziek

In deze rubriek vertellen mensen die een functie in de kerk bekleden, iets over hoe ze deze functie in praktijk brengen. Diverse aspecten mogen daarbij aan bod komen. Bijvoorbeeld wat het werk inhoudt, hoeveel tijd het kost, welke leuke of vervelende dingen ze tegenkomen, en nog veel meer. Vandaag een "kerkelijk werker muziek". Aan het woord is Mark van Schooten, die werkzaam is in Zwolle.

Zo'n twee en een half jaar geleden ben ik voor zestien uur per week als kerkelijk werker muziek verbonden aan de Christelijke Gereformeerde kerk te Zwolle. Voor zover ik weet ben ik de enige binnen ons kerkverband met deze functie, maar geheel nieuw is deze functie niet, want in de Bijbel wordt al gesproken over "betaalde" krachten. Tenslotte waren er vierduizend Levieten die muziek moesten maken om de Heer te danken (1 Kronieken 23,5).

Diversiteit

In 2013 studeerde ik af als pianist aan het conservatorium. Ik moest op zoek naar werk en juist op dat moment kwam deze functie op mijn pad. Ik voel me enorm gezegend met de taak die ik gekregen heb, en ben ontzettend dankbaar met werk waarbij muziek, mensen en bovenal God samenkomen in de diversiteit van mijn functie. In dit artikel wil ik een beknopt beeld geven van mijn werkzaamheden.

Onze gemeente bestaat uit zo'n vierduizend leden die twee keer per zondag samenkomen op drie locaties. Om voor al deze mensen een geschikte dienst te organiseren komt er iedere week heel wat kijken. We hebben uiteenlopende diensten, van "traditioneel", met hoofdzakelijk psalmen en gezangen, begeleid op orgel, tot "modern", waarbij er een band speelt. Zo heeft iedere locatie zijn eigen kleur als het om de invulling van de liederen en passende begeleiding gaat. In de aanloop naar een dienst komt het steeds vaker voor dat niet alleen de dominee verantwoordelijk is voor de vormgeving van de dienst. Bij de voorbereiding van veel diensten zijn een muzikant en een gastvrouw/heer aanwezig. De taak van de muzikant bestaat uit het kiezen van de liederen, de gastvrouw/heer verzorgt de gebeden, lezingen, mededelingen enz. Op deze manier kan ieder vanuit zijn expertise aan de slag, en komt niet alle verantwoordelijkheid bij de dominee te liggen. Hij kijkt wel mee, maar let meer op de inhoud dan op de vorm.

's Zondags speel ik regelmatig in de diensten. Daarnaast ben ik door de week vooral druk met het coördineren van alle muzikale activiteiten. Per locatie is er een aparte werkgroep die zich bezighoudt met de inhoud en de kwaliteit. Als werker spreek ik deze groepen regelmatig, om mee te denken en te sturen vanuit een gemeentebrede visie. Voor een vrijwilliger is het vrijwel onmogelijk om op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen binnen zo'n grote gemeente, als werker kan ik de verbindende factor zijn. #Durfte...

Ook ben ik betrokken bij het opzetten van een nieuwe vorm van catechese waarbij de jongeren op basis van hun talent samenkomen. Deze nieuwe vorm heet "#Durfte... " Zelf mag ik leiding geven aan "#Durftemusiceren" en" #Durftezingen". Eens in de twee weken komen we bij elkaar en openen we de Bijbel, hebben we een goed gesprek, bidden we samen en werken we aan ons talent. Het is heel gaaf om te zien dat deze vorm ontzettend aanslaat, zelfs zo, dat ze zich vrijwel nooit afmelden en zelfs, als ze op school een toetsweek hebben, vragen of we niet een week op kunnen schuiven. Wat deze nieuwe vorm ook heel mooi maakt is, dat we de jongeren een waardige plek kunnen bieden binnen onze gemeente. Zo mochten ze in het eerste jaar dat ze startten, meteen de kerstnachtdienst begeleiden en dat was ontzettend spannend: voor hen, omdat ze op zo'n serieus podium mochten spelen en voor ons, omdat het nog maar de vraag was, of ze het wel zouden kunnen. Nu, twee jaar verder, is het combo uitgegroeid tot het nieuwe "Jongerencombo" en zullen ze volgend seizoen iedere maand een dienst begeleiden. Het is mooi om zo jongeren te laten groeien en te laten ontdekken wie God voor hen is en wil zijn. Niet alleen op basis van kennis en informatieoverdracht, maar meer op basis van relatie en talent. We weten ons als gemeente gezegend, met alles wat er gebeurt, maar uiteindelijk is het ook mijn taak, om mijzelf en de gemeente steeds weer te leren focussen op God, want uiteindelijk is Hij het die ons samenbrengt en laat jubelen door Zijn genade.

Mark van Schooten, Zwolle

Comentaar: Randverschijnsel?

Voor de meesten van ons zijn de vakanties voorbij, alles gaat weer zijn gewone gang: de kinderen gaan weer naar school, jongeren gaan weer aan de studie, veel volwassenen pakken hun werk weer op. Maar hoe doen we dat als christen, als navolgers van Jezus? Zijn we in staat verschil te maken?

In Leviticus 19 geeft God leefregels aan de Israëlieten over het omgaan met hun medemensen. Een van die regels luidt: "Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen. En wanneer je bij de wijnoogst druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de Heer, jullie God." In het boek Ruth zien we hoe dit in de praktijk ging. Naomi kwam arm en berooid uit Moab terug, samen met haar schoondochter Ruth, maar ze hadden te eten door op te rapen wat er op het land van Boaz achterbleef.

Nu zijn wij niet allemaal akkerbouwers, maar deze regel geldt ook nu nog voor ons allemaal. Ons leven, onze tijd, zou je kunnen vergelijken met zo'n akker. Waarmee plannen wij deze akker, onze agenda, vol? Werk, sport, vrienden, ons eigen gezin? Misschien Facebook, WhatsApp of verslavende spelletjes? Houden we alles voor onszelf? Of blijft er aan de rand van onze akker iets van de oogst achter? Blijven op onze akker tijd en geld over voor weduwen en wezen, armen en vreemdelingen?

Natuurlijk hebben we niet allemaal evenveel mogelijkheden. We hoeven niet allemaal naar een ontwikkelingsland of naar het AZC om te helpen, soms is het gewoon heel dichtbij. Een praatje met een eenzame buurvrouw, even boodschappen doen voor een zieke, een vluchteling vriendelijk groeten. Gewoon oog hebben voor de mensen om je heen. En niet te vergeten: Bidden! Bidden voor al die mensen, ver weg en dichtbij, die het zo nodig hebben.

Jezus zegt in de Bergrede: "Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader die in de hemelen is verheerlijken."

Janneke van der Molen, Bierum

© 2016 Kerkblad voor het Noorden