Kerkblad voor het Noorden

Artikelen week 42

 

Catechismus

Zoals elk jaar was ik een week of zes geleden weer eens aan het zoeken naar een goede invulling voor de catechisaties. Vooral voor de oudste groep is het vaak moeilijk om een goede methode te vinden. Ze hebben al van alles gehad en willen vooral graag in gesprek gaan. Maar om avond na avond over mijn stokpaardjes of die van hun te praten, dat is niet zo productief. Een paar avonden gaat dat goed, maar daarna wordt het meer van hetzelfde. En dat wilde ik graag voorkomen.

Ik begon met wat uitspraken van meer of minder bekende theologen, zocht er een Bijbeltekst bij en zo kwamen we de eerste avonden goed door. Er waren mooie gesprekken en prikkelende vragen. Maar na een week of drie had ik iets anders nodig. Iets stevigers, want opnieuw leken de stellingen wel zo’n beetje ingenomen. En dan wordt het steeds moeilijker om nog echt met elkaar in gesprek te gaan.

Opnieuw op zoek dus, tot ik in het Nederlands Dagblad van vrijdag 30 september een essay las van ds. van Herwijnen, emerituspredikant van de PKN. Hij stelde dat de Catechismus voor de catechisaties genoeg was en had de Catechismus voor dat doel hertaald. Bij het essay stond zijn hertaling van zondag 1 en ik besloot daar de volgende catechisatie mee te vullen.

Ik schreef de vraag op het whiteboard: Wat is je enige houvast, nu en als alles om je heen wegvalt? En de vraag kwam over! Er volgde een schitterend gesprek over houvast, over twijfel, over de gebrokenheid van deze wereld en hoe ook jongeren daaraan lijden. Na dat gesprek deelde ik blaadjes uit met het antwoord op de vraag. Ook daarover konden we mooi met elkaar spreken. Het sloot aan op hun vragen en moeiten. Ze werden erdoor aan het denken gezet en zo hadden we een zeer vruchtbare avond met elkaar.

Voor mij betekent het dat mijn zoektocht voorbij is. Ik ga verder met de behandeling van de catechismus. Want waarom zou je op zoek gaan naar iets nieuws, als er iets klaarligt wat zich door de eeuwen heen steeds weer heeft bewezen en waar ook jongeren zich nog steeds in herkennen?

Dedemsvaart, Wouter Moolhuizen

 

 

Tweede zitting van de generale synode 

Op dinsdag 11 oktober kwam de generale synode voor de tweede keer samen. De eerste keer was op 10 juni. Daarna hebben de commissies die toen waren ingesteld, verscheidene rapporten geschreven. Vorige week kon een begin worden gemaakt met de bespreking van deze rapporten.

 

Diaconaat

De generale synode begon de eerste dag van haar eerste vergaderweek met de bespreking diaconaat. Een mooie gedachte. In diaconaat zit het woord 'dienen'. En welk woord past beter bij de kerk? Ligt hierin niet haar hoogste ambt? Deze roeping herinnert aan de Here Jezus, die niet kwam om gediend te worden maar om zelf te dienen.

Met dankbaarheid mocht de synode opmerken dat binnen de kerken offervaardigheid voor mensen in nood groot is. Dat blijkt vooral uit de opbrengsten van noodhulpcollecten. Als er gecollecteerd wordt voor een concrete nood  wordt ruimhartig gegeven.

Ds. G. Drayer is de secretaris diaconaat op het dienstenbureau in Veenendaal. Maar hij zal over enige tijd met emeritaat gaan. De sollicitatieprocedure voor een opvolger is in werking gezet.

Voor de komende drie jaar zullen de deputaten diaconaat, zich intensiever richten op jeugddiaconaat: hoe kunnen diakenen met name jongeren beter bewust maken van hun diaconale taak? Verder zouden deputaten graag zien dat er binnen de kerken een grotere aandacht komt voor de dienst aan de naaste in nood. Is dat ook niet een middel in de verspreiding van het evangelie?

Er wordt wel eens gezegd: diakenen zijn doeners. In de loop van de jaren is er meer aandacht gekomen voor toerusting: de diaken moet de gemeente toerusten. Een belangrijk gegeven, zonder af te doen aan de dienst van de 'echte' doeners, die hun gave meer opmerken in daadwerkelijk helpen dan in het aansporen en toerusten van anderen.

Varenden

Onze kerken kennen een predikant die speciaal is vrijgesteld voor het werk onder varenden. Heel bijzonder! Andere kerken kennen zo'n vrijgestelde niet. Ds. H. van der Ham legt in het zeemanshuis in Moerdijk contacten, en gaat ook in diensten voor die speciaal voor varenden worden belegd. Hij gaat bij hen aan boord als ze voor een kortere of langere tijd aan wal liggen. Maar op den duur zal er toch een einde komen aan zijn werk. In 2022 gaat ds. Van der Ham met emeritaat. Er zal dan geen nieuwe schipperspredikant worden benoemd, zo was al eerder besloten. Toch moet het werk doorgaan. Pastoraat onder varenden blijft nodig, en ook de verkondiging van het evangelie onder deze bijzondere beroepsgroep, die zijn specifieke zorgen en noden kent. Daarom moet worden gekeken hoe het werk kan worden voortgezet. Daar zullen deputaten evangelisatie, zending en diaconaat bij betrokken worden. Misschien kan ook samen met andere kerken iets worden gedaan. Evenmin mogen de kerken worden vergeten waarvan de varenden lid zijn. Zij hebben hierin ook een taak.

Gezondheidszorg

De synode zou graag zien dat kerkenraden en gemeenteleden gemakkelijk instanties kunnen vinden die informatie kunnen verschaffen en voorlichting geven over onderwerpen op het gebied van de gezondheidszorg. Er gebeurt op dat terrein veel. Gemeenteleden en werkers in de gezondheidszorg komen soms in aanraking met moeilijke vragen. Wie de Here Jezus oprecht volgt, zal niet zonder meer kunnen instemmen met alles wat mogelijk is op medisch gebied. Hij zal ook niet kunnen instemmen met alles wat wettelijk gezien geoorloofd is, en al helemaal niet zomaar de algemeen aanvaarde opinie in de samenleving volgen. Deputaten gezondheidszorg zullen zich daar meer op gaan toeleggen, en kerken wijzen op de toerustingsmogelijkheden die door verscheidene (christelijke) organisaties worden aangeboden. Daarbij kunnen zij gebruik maken van allerlei vormen van communicatie, zoals digitale nieuwsbrieven en sociale media. Zij zullen dit meer gaan doen in plaats van zelf toerustingsbijeenkomsten beleggen.

Onder het werk van gezondheidszorg valt ook het dovenpastoraat. Er is dankbaarheid dat de nieuwe dovenpastor, ds. M. Visser (Nunspeet), zich al goed heeft ingewerkt. Het blijft een voortdurende zorg om doven en slechthorenden die nu nog niet in beeld zijn, te bereiken.

Militairen

Op dit moment is er één predikant werkzaam in de krijgsmacht, in deeltijd, namelijk ds. P.L.D. Visser. Er waren twee predikanten werkzaam, maar ds. M. Dijkstra heeft in 2015 functioneel leeftijdsontslag gekregen. Een aantal wervingsrondes heeft echter geen nieuwe krijgsmachtpredikant uit onze kerken opgeleverd. Er zullen mogelijk de komende jaren opnieuw vacatures ontstaan bij de krijgsmacht. Deputaten zullen deze vacatures onder de aandacht brengen van predikanten. De synode hecht eraan dat er in elk geval twee predikanten vanuit onze kerken werkzaam zijn in de krijgsmacht.

Eerste gemeente

De generale synode bespreekt ook verzoeken die vanuit de vier particuliere synodes tot haar komen. De particuliere synode van het Noorden had onder andere het verzoek gedaan te kijken naar de positie van een predikant in een 'kandidaatsgemeente'.

Al verscheidene keren is het voorgekomen dat een predikant zijn eerste gemeente verliet, terwijl hij daar nog geen vier jaar gediend had. Voor een gemeente die erg gehecht is aan haar predikant, en het gevoel heeft dat hij met veel vrucht dienstbaar is, is dit een pijnlijk gebeuren. Zou dan ook niet moeten worden vastgelegd dat een predikant die in zijn eerste gemeente staat, pas na vier jaar een beroep mag ontvangen? Nu is de termijn drie jaar.

Maar de generale synode wilde hierin de kerkorde niet veranderen. Ze acht het niet wijs in reactie op incidenten regels aan de kerkorde toe te voegen. Als een kerkenraad meent dat de predikant te vroeg zijn eerste gemeente dreigt te verlaten, zal hij dit in de periode waarin het beroep loopt, in een gesprek met de predikant aan de orde kunnen stellen. Bovendien zullen kerkenraden die willen beroepen, zeker overwegen of het verstandig is een predikant te beroepen die nog maar kort in zijn eerste gemeente staat. De synode vond dat de kerkorde hierin voldoende richting geeft.

D. J. Steensma, Feanwâlden  

 

 

Waarom de zendingsdag een mooi gezinsuitje is

De afgelopen jaren hebben wij als gezin met veel plezier de zendingsdagen van de classis Leeuwarden bezocht. We moesten één keer overslaan omdat onze jongste net de week voor de zendingsdag was geboren. Dat hebben we meerdere keren uit moeten leggen aan onze oudste kinderen, want ze waren het er helemaal niet mee eens dat we niet gingen…

Ik weet niet precies hoe het in de andere classes is, maar de zendingsdag in Drachten ís ook heel leuk voor kinderen. Er is een kinderprogramma waarin de kinderen verteld wordt over de zending door iemand die daar zelf werkt. Dat brengt het heel dichtbij. Daarnaast komen ze altijd met een originele knutsel thuis. Vaak is er keuze uit verschillende dingen om te maken, zodat jongens en meiden van verschillende leeftijden worden aangesproken. En dan is er natuurlijk nog de verkoop van veel lekkers en tweedehands speelgoed. Verplicht een bepaald geldbedrag op moeten maken voor de zending, dat is natuurlijk ook leuk…

 

Zendingsdag classis Leeuwarden op 29 oktober a.s.

Dit jaar is er op de zendingsdag in Drachten een nieuwe opzet voor de kinderen. Eerder konden de kinderen altijd knutselen en kregen ze informatie over de zending. Dat is nog steeds zo, maar nu is er een compleet kinderprogramma van gemaakt met als thema ‘Er op uit’. Coby Visser uit Botswana zal het informatieve gedeelte doen. Verder wordt er gezongen, gegeten, geknutseld en een spel gedaan.

 

Het kinderprogramma in Drachten wordt meestal goed bezocht, maar als je kijkt naar het aantal kinderen in de classis, dan kunnen er nog veel meer bij. Daarom maak ik gezinnen graag enthousiast om te komen. Niet alleen omdat het leuk is, maar ook omdat betrokkenheid op de zending belangrijk is in de christelijke opvoeding.

-          De Heere Jezus heeft Zijn Kerk opgedragen om anderen over Hem te vertellen. De betrokkenheid op de groei  van Gods koninkrijk en de overtuiging dat je alleen gered kunt worden door de Heere Jezus, hoort wezenlijk bij ons geloof. Dat willen we ook aan onze kinderen meegeven. Die opdracht van Jezus is niet aan leeftijd gebonden: ook kinderen mogen getuigen op een manier die bij hun leeftijd past.

-          Wanneer je zendingswerkers zelf hoort vertellen over hun werk, en er foto’s of filmpjes van ziet, dan komt het heel dichtbij. Ook voor kinderen. Daardoor voel je je er meer bij betrokken en kun je er concreter voor bidden.

-          Door iets over de zending te horen, ontdekken kinderen dat de Kerk groter is dan de eigen gemeente. Over de hele wereld wordt God aanbeden. Het geloof in de Heere Jezus verbindt ons met elkaar. Dat laat gelijk ook zien wat de kern van het geloof is en wat kan verschillen van cultuur tot cultuur.

-          Als je levensverhalen van zendelingen leest, valt op dat zij vaak op jonge leeftijd al het verlangen hadden de zending in te gaan. Soms gegrepen door wat ze gehoord hebben van een zendeling die vertelde over zijn werk. Wie weet kan God onze kinderen ook op die manier gebruiken bij de uitbreiding van Zijn Koninkrijk.

Vanaf een jaar of zeven, acht (dit verschil natuurlijk per kind) krijgen kinderen steeds meer belangstelling voor de wereld om zich heen. Ze willen weten hoe dingen in elkaar zitten. Op school wordt er over het nieuws gepraat of het jeugdjournaal wordt gekeken. Ze ontdekken verschillen tussen landen en culturen. Het is voor hen dan interessant om te zien hoe mensen in andere culturen wonen, eten en ook geloven.

 

Tips om kinderen te betrekken bij zendingsavonden

Het verschilt per gemeente hoe zendingsavonden worden vormgegeven. In de ene gemeente zijn de kinderen en jongeren er standaard bij, in de andere gemeente komen vooral ouderen. Soms is dat zo gegroeid en houdt het zichzelf in stand. Want als er geen kinderen komen, hoeft ook niemand zijn best te doen om het programma aantrekkelijk te maken voor kinderen. Wat zou je kunnen doen als je dat anders wilt?

- Spreek met een paar ouders af dat je je kinderen meeneemt. Als er vrienden zijn, dan is het voor de kinderen ook meteen leuker om mee te gaan.

- Houd de zendingsavond op vrijdag- of zaterdagavond.

- Houd de avond bijtijds, bijvoorbeeld van 19 tot 21 uur. Of ga tot de pauze als het anders te laat wordt.

- Laat de kinderen (via de zondagsschool of club) een bijdrage leveren, bijvoorbeeld door een lied te zingen.

- Organiseer een actie: een tekening of kaart sturen naar een christen ver weg; een schoenendoos vullen met (school)spulletjes voor een kind in Roemenië; een spaaractie waarbij het geld op de avond zelf meegegeven kan worden.

- Wanneer je een kind van een jaar of 12 voor het eerst wilt meenemen naar een zendingsavond bij de kerk, is de reactie waarschijnlijk minder enthousiast dan wanneer je kind 8 is. Pubers hebben zoveel andere interessante dingen te doen ’s avonds. Terwijl ’s avonds mee mogen voor een jonger kind nog een klein feestje is. Lekker opblijven, een filmpje zien over het zendingswerk, een folder meenemen of iets kopen.

- Vraag sprekers om rekening te houden met de aanwezige  kinderen. Sprekers en zendingsorganisaties zijn meestal gewend zich ook op kinderen te richten. Vaak laten ze met filmpjes iets zien van het werkveld. Ook zijn er soms flyers of zijn delen van de website speciaal op kinderen gericht.

Aline Hoogenboom,  Utrecht

 

 

Uitvliegen

Samen staan we voor het raam.

“Zie je ze?” vroeg mijn vrouw.

“Kijk ze zitten daar in de meidoornboom. Hoor je ze roe­pen en fluiten?”

Toen we thuis kwamen hadden we het ontdekt. Onze koolmeesjes stonden op het punt van uitvliegen. Wekenlang hadden we gezien hoe de ouders af en aan vlogen. Verwon­derd hadden we gekeken naar alle vliegjes en rupsjes die ze in hun bekje meevoerden. We hadden nooit geweten dat er zoveel insecten rondom ons huis te vinden waren.

Toen ze genoeg gevoed waren werd het tijd dat ze het nestkastje moesten verlaten. Hoe kwamen ze zover? Wanneer wisten ze dat de tijd daar was? Ik wist het niet. 

De beide ouders zaten niet ver van het nestkastje in de boom. Ze deden niet anders dan fluiten en roepen: “Kom maar... kom maar. Je kunt het wel.”

In het kastje - tegen onze muur - hoorden we gefladder, dan viel er weer even een stilte, maar even later stak een klein vogelkopje door het ronde gaatje naar buiten. Het piepte.

“Ik durf niet... ik durf niet. Ik kan nog niet vliegen.”

“Kom op”, floot vader koolmees. En hij schudde zijn snavel op en neer. Alsof hij zijn fluiten kracht wilde bijzetten.

“Niet bang zijn”, piepte moeder koolmees.

“Als je bij ons in de boom durft te komen krijg je wat lekkers.'' En om haar woorden te onderstrepen vloog ze van de tak voor het huisje langs met een dikke vlieg in haar bek.

“Toe... maar... Kom... ­maar. Je kunt het!”

De jonge vogel fladderde met zijn vleugeltje in het nestkastje heen en weer. Hij piepte zo erg dat mijn vrouw en ik in het rond keken of wij soms de rode poes van de buren verderop, zagen lopen.

“Kijk...”, zei mijn vrouw, “kijk daar gaat hij.”

En ja hoor, daar vloog hij de wijde wereld in. Wat zou er van hem worden, dacht ik, toen ik hem nakeek. Zou hij het overleven in die grote wereld? Ik hoefde alleen maar aan de rode poes van even verder op te denken.

 

Hoe zou het mijn ouders zijn vergaan? Achttien jaar hadden ze voor mij gezorgd. Toen verliet ik het ouderlijke nest. En mijn eigen kinderen? Ook zij zijn uitgevlogen.

God bewaar ze.

Hoe staat het ook alweer in de Bijbel? Zoals een adelaar zijn vleugels spreidt en onder zijn jongen vliegt - om ze op te vangen als het nodig is - zo slaat Vader Zijn arm om zijn kinderen.

Ja, zo ongeveer moet het er staan.

Douwe Janssen

 

 

Verslag  classis Hoogeveen

Een groot deel van de vergadering stond in het teken van een adviesvraag van CGK Assen Bethel met betrekking tot de instituering van de wijkgemeente ’Assen Zoekt…’ tot een zelfstandige CGK zendingsgemeente. Geconstateerd wordt dat aan alle voorwaarden van de kerkorde om te komen tot een zelfstandige gemeente is voldaan en dat er sprake is van een gezamenlijk verlangen deze stap te zetten. De adviezen van deputaten evangelisatie zijn ter harte genomen en de visitatoren zijn zorgvuldig te werk gegaan. De vergadering geeft hierop een positief advies. ‘Assen Zoekt…’ was al een wijkgemeente van Assen Bethel en had al eigen ambtsdragers. Een volgende stap is de examinering van een drietal broeders, naar artikel 3 van de kerkorde zodat zij de gemeente mogen voorgaan. Zij mogen in tegenstelling tot br. Setz, die evangelist is naar artikel 4, niet de sacramenten bedienen. De examinering zal plaatsvinden op D. V. 9 februari 2017.

Verder werd aan de hand van verslagen naar art. 41 en kerkvisitatieverslagen gesproken over verschillende onderwerpen. Wat betreft het beroepingswerk: Hoogeveen heeft ds. Bikker beroepen en wacht zijn besluit af. Ook in Nieuweroord / Nieuw-Balinge en Emmen wordt de nodige aandacht gegeven aan het beroepingswerk. Ook de samenwerking met  GKv-gemeenten kwam ter sprake. Soms wordt gesproken over nauwere contacten, soms moet men een stap terug doen. Verder kwamen jeugdwerk en bezetting van de kerkenraad ter tafel. Het is goed om samen ‘lief en leed’ te delen, met elkaar mee te leven, mee te denken en elkaar in gebed op te dragen aan de Here.

Binnen de classis zijn een aantal gemeenten waar men te maken heeft met asielzoekers. Vroeger was de kerk druk met zendingswerk ver weg, nu komt het zendingswerk bij ons. Veel asielzoekers hebben nooit de kans gehad kennis te maken met de Bijbel en mogen nu de Here leren kennen. Zowel ‘Assen Zoekt… ‘als Hoogeveen hebben een indrukwekkende doopdienst meegemaakt waarin zowel volwassenen als kinderen gedoopt mochten worden.

© 2016 Kerkblad voor het Noorden