Kerkblad voor het Noorden

Artikelen week 41

 

Commentaar: Michazondag

U kent vast het verhaal wel van die duizenden zeesterren die aangespoeld waren op een strand in India. Ze lagen te verdrogen in de brandende zon en waren ten dode opgeschreven. Maar kijk! Daar loopt een jongetje. Hij bukt steeds, pakt een zeester op en gooit hem terug in zee. Een man die hem bezig ziet vraagt: ‘Wat doe je toch, je kunt toch niet al die duizenden zeesterren redden?’ ‘Nee’, antwoordt het jongetje, ‘maar deze wel’. En hij gooit de volgende zeester in het water.

Zondag is het Micha-zondag. Micha 6,8 zegt: ‘Er is jou, mens, gezegd wat goed is,

je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten

en nederig de weg te gaan van je God’. Ook op andere plaatsen in de Bijbel wordt zoiets gezegd, bijvoorbeeld in Psalm 146: ‘…de Heer beschermt de vreemdelingen, wees en weduwe steunt Hij…’

en in Jakobus 1,27: ‘Voor God, de Vader, is alleen dit reine, zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.'

We hadden in onze gemeente samen met de GKv een gemeenteavond, met als onderwerp: Vluchtelingen, en het onrecht dat hun aangedaan wordt. Er zijn gigantische problemen in de opvang. Waar moeten ze naartoe? Opvang in de eigen regio, maar die regio is vaak al overbelast. Of naar Europa, naar Nederland, naar onze stad, ons dorp. De politiek is hierover zeer verdeeld, en zelf een mening hierover vormen lijkt bijna onmogelijk.

Ook in verzorgingshuizen heerst onrecht, is sprake van verwaarlozing, van eenzaamheid. En ouderen die ‘te goed’ zijn voor een tehuis, verkommeren in hun eigen huis. Misschien kent u ook in uw eigen omgeving mensen die het gewoon niet meer alleen redden. Maar waar moet je beginnen bij zoveel ellende?

We kunnen een voorbeeld nemen aan het jongetje op het strand. Hij kon niet alle zeesterren redden. Ook wij kunnen de wereldproblemen niet oplossen, maar we kunnen wel doen wat binnen ons bereik ligt: mensen helpen die op onze weg komen, vluchtelingen, ouderen, mensen die onder de armoedegrens moeten leven. Niet zeggen of denken dat het toch maar een druppel op een gloeiende plaat is. Gewoon helpen, meer niet.

Janneke van der Molen, Bierum

 

 

Taken in de kerk

In deze rubriek vertellen mensen die een functie in de kerk bekleden, iets over hoe ze deze functie in praktijk brengen. Diverse aspecten mogen daarbij aan bod komen. Bijvoorbeeld wat het werk inhoudt, hoeveel tijd het kost, welke leuke of vervelende dingen ze tegenkomen, en nog veel meer.

Vandaag 'de jeugddiaken’. Aan het woord is Rene Fietje, jeugddiaken van de kerk van Mussel.

Jeugddiaken: dienstbaar voor jongeren

Rene Fietje loopt nogal eens tegen misverstanden op. Hij vertelt: 'Als je een jongere vraagt wat een diaken doet, dan krijg je nog steeds vaak dit antwoord: "Eh…die gaan toch met de zakjes rond?" Natuurlijk, dat doen ze ook, maar dat is gelukkig niet alles.'

Binnen onze diaconie werken we met speerpunten. Speerpunten zijn zaken die wij als diaconie belangrijk vinden voor het diaconaal zijn van onze gemeente. Zaken waar we in willen groeien, in delen, dienen en doen.

'Wij zijn een groeiende gemeente, daarbij kent onze gemeente een relatief hoog percentage jeugdigen. Van de vijfhonderdvierenzestig leden is tweeënveertig procent  jonger dan vijfentwintig jaar! Jeugd is daarom één van de speerpunten binnen onze diaconie. Sinds 2014 mag ik jeugddiaken zijn. Binnen onze gemeente hebben we daarnaast een jeugdouderling en sinds kort, vanwege alle werkzaamheden, nog een jeugddiaken.' 

Taak

'Samen met de jeugdouderling spreken we tijdens het seizoen wekelijks met jongeren van zestien tot vierentwintig jaar. Jongeren kunnen zelf aangeven of ze bij het regulier huisbezoek van wijkouderling of wijkdiaken aanwezig willen zijn of dat ze liever een afspraak met ons willen maken. Tijdens de gesprekken komen, aan de hand van een Bijbelgedeelte, zowel pastorale als diaconale onderwerpen aan de orde. De gesprekken vinden plaats in ons jeugdhonk. Dit is een neutrale plek met een ontspannen sfeer.'

'Naast deze "huisbezoeken" maak ik als jeugddiaken deel uit van het moderamen, de kerkenraad en de diaconie natuurlijk. Ook ben ik aanwezig bij onze Blessed2B Jeugddiensten en ben ik voorzitter van de Jeugdraad. Ik geef daarnaast catechisatie aan de 17+ groep en nog een paar zaken, maar dat staat los van mijn taken als jeugddiaken.' 

'Ons streven is elk jaar een wat grotere “diaconale” actie voor en met onze jeugd te organiseren. We betrekken daarin ook jongeren en jeugdleiders van andere kerken in ons dorp. Ook buitenkerkelijke vrienden of vriendinnen zijn daarbij van harte welkom. Zo hebben we de afgelopen jaren een Zip your lip en een Nacht zonder dak mogen organiseren. Voor jongeren vanaf groep 7/8 - 16 jaar is er weer een clubkamp, voor onze 16+ Jeugd staat voor 2017 een reis naar Roemenië op het programma. We willen daar een stichting die werkzaam is onder Roma kinderen ondersteunen.' 

Zichtbaar

'Eén van de andere speerpunten van onze diaconie is: "bekendheid diaconie”. Ik las laatst: "Zou iemand van buiten de kerk het merken als jouw kerk er morgen niet meer was?" Goede vraag. Ik ben er van overtuigd dat we als kerk van Christus een zichtbaar, actief diaconaat moeten hebben. Geloof kan niet zonder handen en voeten. Jezus wil dat wij een verschil maken in deze wereld. Hij wil dat we de ander liefhebben, er voor de ander zijn als dat nodig is, in beweging komen, ons licht niet onder de korenmaat zetten, zichtbaar zijn. Een open zichtbaar diaconaat is ook nodig voor onze jeugd. Zij zijn de diakenen, de ouderlingen en de gemeenteleden van morgen. Zeker jongeren geloven je niet meer als je niet doet wat je zegt. Daarbij houden juist jongeren van doen en helpen ze graag, als je ze vraagt. Moet je ze wel vragen natuurlijk!'

'Ik geef jullie een nieuwe wet: houd net zoveel van elkaar, als ik van jullie. Als jullie veel van elkaar houden, zal iedereen kunnen zien dat jullie mijn leerlingen zijn’ (Joh. 13, 34-35).

Persoonlijke noot

'Ik vind het prachtig en een zegen om jeugddiaken te mogen zijn. Van de gesprekken met de jeugd leer ik elke keer weer. Het zijn momenten om naar uit te zien. Bijzonder is het elke keer weer om te ontdekken wie de ander is, wat hem of haar bezighoudt, hoe zijn of haar relatie met Jezus en de gemeente is. Hoe we samen met Hem kunnen groeien in geloof. Hoe we ons met Hem staande kunnen houden in de branding van deze tijd. Hoe we steeds meer kunnen ontdekken wie Hij is, dat alleen Hij werkelijk vrij maakt, werkelijk blij maakt, werkelijk honderd procent voldoening geeft.'

'Voor mijn gezin, mijn vrouw Petra en onze vier kinderen, houd ik best nog wel tijd, alhoewel je wel eens hoort: "Heb je al weer iets voor de kerk vanavond?" Aan de andere kant, als je een avond thuis of niet op kantoor bent, hoor je dan ook: "Joepie, je bent vanavond thuis, gezellig!" Het blijft balanceren, goed naar elkaar luisteren, een goed evenwicht vinden, maar dat is het ook als je een hobby hebt.'

'Mijn werk stond het afgelopen seizoen wel behoorlijk onder druk. Omdat ik zelfstandig ondernemer ben, ik heb een reclamebureau, is dat best wel eens lastig. Zo zit ik nu "in de baas zijn tijd", een mail van het Kerkblad voor het Noorden te beantwoorden. Heel bijzonder vind ik het om te ontdekken hoe God dan wegen geeft, ook daarin. Echt!'

Rene Fietje, Musselkanaal

 

 

 

HET KOFFERTJE VAN…

Nee, dit gaat niet over het ministeriële koffertje van onze minister van financiën. Dit gaat over een Koninklijk Koffertje. Met hoofdletters dus. Ik zal het uitleggen:

Zondagmorgen in alle vroegte. De wijkdiaken loopt wat rond in de kerk. Uit de kast haalt hij een donkerbruine lederen koffer, controleert de inhoud nauwkeurig en vult hier en daar wat bij. Met een korte groet verdwijnt hij weer snel.

Object:           Middelgrote lederen koffer, donkerbruin.

Inhoud:          Zes kleine verzilverde bekers, in fluweel verpakt.

                        Platte verzilverde schaal, in beschermhoes.

                        Metalen trommeltje, gevuld met reepjes witbrood.

                        Glazen flesje, gevuld met rode wijn.                  

                        Wit damasten kleed. Twee witte damasten servetten.

                        Uitgeprinte orde van dienst.

Situatie:         Eénkamerwoning in verzorgingshuis.

Bewoner:      Zuster X.

Personen:     Wijkdiaken met een of meerdere gemeenteleden.

Plaats:           Gemeente Y.

 

Wat hieraan voorafging:

Zuster X, zesenzeventig jaar, al vele jaren weduwe, kwakkelende met haar gezondheid. Ze was al vijf jaar niet meer in staat om naar de kerk te gaan. Dat miste ze. Ouder worden betekent vaak ook geïsoleerd en vervreemd raken. Dingen die zo gewoon leken te moeten missen, daar kan ze maar moeilijk aan wennen. 

OK, ze had inmiddels wel kerktelefoon gekregen en tegenwoordig stond er zelfs een heuse computer die ze met een druk op de knop rechtstreeks naar de website van de kerk kon sturen. Als het niet lukte lag er een briefje bij voor de verpleeghulp om het in orde te brengen. Zo kon ze elke zondag luisteren naar de kerkdienst van haar eigen gemeente. Prachtig, maar je bent er dan toch niet echt bij. Vooral bij de viering van het Heilig Avondmaal. Dan voelde ze dat gemis het sterkst.

Dat signaal bereikte, hoe kan het ook anders(!), de wijkdiaken.

Een paar vragen vroegen om een antwoord:

1. Is zij de enige, of zouden er meer gemeenteleden zijn met dit gemis?

2. Is er een oplossing denkbaar?

3. Kunnen we de gemeente hierbij betrekken?

Na het probleem in de diaconievergadering en met het pastorale team besproken te hebben, bleek dat anderen de situatie herkenden. Men besloot naar een oplossing te gaan zoeken. 

Zo gebeurt het nu dat op de avondmaalzondag het bovengenoemde koffertje gevuld meegaat met de wijkdiaken naar iemand van de gemeente thuis. Twee of drie gemeenteleden komen dan ook naar het afgesproken adres. Zo is er meteen een breder contact gelegd, wat een mooi effect is van het diaconale gemeente zijn. Daar worden de dienst én de viering van het Heilig Avondmaal, dankzij internet, samen en tegelijk met de gemeente gevierd. Mét brood én wijn!

In de dienst wordt aan de gemeente meegedeeld wáár het avondmaal meegevierd wordt. Er wordt voor gebeden en gedankt. Vaak wordt ook iets verteld van de situatie waarin het betreffende gemeentelid zich bevindt. Soms wordt er een lied gezongen wat het gemeentelid vooraf heeft opgegeven.

Gemeenschap der Heiligen, praktisch en diaconaal ingevuld. Prachtig toch!? Is er eindelijk een koffer die ons samen brengt en geen verdeeldheid oproept. Maar ja, ook hier gaat het om de inhoud nietwaar? Vandaar dat deze Koffer een hoofdletter verdient.

Art van der Molen, Bierum

 

 

 

Kanselkleden Dronten

Ontmoeting

Op een gegeven moment was het kanselkleed in de Ontmoetingskerk in Dronten aan vervanging toe. Het meest voor de hand liggende thema zou zijn ‘ontmoeting’, maar hoe geef je daar vorm aan? Judith Venema-Krijger is daar twee jaar in gedachten mee bezig geweest, voordat ze naald en draad pakte.

Het kleed over de Avondmaalstafel behoeft geen verdere uitleg.

De basiskleur is in overeenstemming met de kleur die u in de kerkzaal terug vindt.

Hetzelfde materiaal werd gebruikt voor het kanselkleed met het thema ontmoeting en geeft het volgende weer: vanuit het verborgene (achterste doek) wil God door zijn Woord - de Bijbel - een ontmoeting tot stand brengen met mensen op aarde (voorste doek: bloemenrand).Zij mogen leven naar de tien woorden van God - vanuit de Wet - (10 kralen op de bloemenrand).

De weg (lijnen binnen de cirkel) gaat voor de één over rozen, een ander voelt zich heen en weer geslingerd en weer een ander meent recht op zijn doel af te gaan (borduursel).

Hoewel het koord afwijkend van het geheel lijkt, is toch gebruik gemaakt van hetzelfde materiaal en vormt het een geheel met de overige wegen.

Het symboliseert de weg van het ’waarom’ in deze gebroken wereld.

Op de kruising van wegen komen broeders en zusters elkaar tegen en dat geeft de mogelijkheid tot een ontmoeting, een ontmoeting met God.

Ontmoeten is meer dan... elkaar tegenkomen.

Ontmoeten is meer dan... even langs gaan.

Ontmoeten is meer dan... groeten.

Ontmoeten is...

 

Ria Pals-van Wilsum, Dronten

 

 

 

Bomen en planten in de Bijbel: Kolokwint

In de tijd van Elisa was er een hongersnood in het land (2 Kon. 4, 38-41). Aan de leerlingen van de profetenschool te Gilgal geeft Elisa opdracht om een grote pot moes (soep) te koken. Bij het zoeken naar kruiden plukt een van de leerlingen wilde kolokwinten, snijdt die in stukken en doet ze in de soep. Om welke plant gaat het hier? Het is een plant die groeit op zandachtige grond in grote delen van het Middellandse Zeegebied, en goed bestand is tegen grote droogte omdat zijn wortel diep de grond in gaat.  Als we in de Bijbel lezen over een wilde wijnstok, moeten we niet denken aan een druif, maar aan een plant die net als een druif ranken heeft, dus een klimplant. De vruchten van deze wilde druif noemt men kolokwinten. Tenminste, zo staat het in onze vertaling. In de Engelse Bijbel spreekt men over wilde kalebassen. Maar het is dezelfde vrucht. Een kolokwint is iets kleiner dan een appel. Toen er van de soep gegeten werd, liep dit ook letterlijk op een bittere teleurstelling uit. Door de kolokwinten was de soep zo bitter als gal geworden. De profetenleerlingen riepen dat de dood in de pot was, wat betekent: de soep is niet te eten. De mooi getekende vruchten zijn door de bittere smaak ongeschikt voor consumptie en bovendien giftig. Door meel aan de soep toe te voegen neemt Elisa de bitterheid en giftigheid weg, zodat de soep alsnog eetbaar wordt. Soms worden kolokwinten voor medicinale doeleinden gebruikt als laxeermiddel en tegen maagpijn. Het vruchtvlees van de kolokwint werkt sterk laxerend en als iemand er te veel van eet kan het fataal zijn, dus ook letterlijk was de dood in de pot.

Pieter Sijtsma, Dokkum

 

 

Boekbespreking

De rijke wereld van kloosterkruiden

Op het concilie van Nicea werd besloten dat christenen zieken dienden te verzorgen als teken van naastenliefde. Daarom hadden kloosters een kruidentuin met vooral geneeskrachtige, heilzame kruiden. Later werden aparte kruidentuinen aangelegd bij universiteiten, waar apothekers opgeleid werden in de kruidengeneeskunde.

Tegenwoordig staan kruiden opnieuw in de belangstelling, niet alleen om hun geneeskrachtige werking, maar ook en vooral als smaakmaker in de keuken.

Bij uitgeverij Kok verscheen een boek over kloostertuinen en -kruiden, geschreven door Tini Brugge en Vanessa van Koppen. Tini Brugge is bioloog. Ze heeft boeken en artikelen geschreven over liturgisch bloemschikken, over kerktuinen en dus ook over kloostertuinen. Vanessa van Koppen is eigenaresse van ‘Sacre Cuisine’, een website die eten en religie verbindt.

In dit prachtig uitgevoerde boek wordt een aantal kruiden besproken. Ze worden ingedeeld volgens de seizoenen.  Bij ieder kruid staat een gedichtje, een foto, de herkomst, het gebruik en, niet onbelangrijk, een recept. Deze recepten zijn niet erg ingewikkeld, de ingrediënten heb je meestal wel in huis.

Achter in het boek is een overzicht opgenomen van kruidentuinen in Nederland en Vlaanderen, van kruiden op alfabetische volgorde en een literatuuropgave.

Hou je van koken met kruiden, dan heb je met dit boek iets moois in handen!

Janneke van der Molen, Bierum

Tini Brugge en Vanessa van Koppen, De rijke wereld van kloosterkruiden,

Uitgeverij Kok: Kampen 2016, 152 p.,

€ 24,99, ISBN 978 90 435 2555 8

© 2016 Kerkblad voor het Noorden