Kerkblad voor het Noorden

Artikelen week 39

 

Commentaar: Belijden en beleid

Deze week werd ik getriggerd doordat iemand zich positief uitsprak over een recent verschenen interview in de Waarheidsvriend. Ik lees het blad van de Gereformeerde Bond (PKN) niet en hij was zo vriendelijk mij het artikel te mailen. Het betreft een predikant die al een poos meeloopt en hij laat zich uit over de kerk van gisteren en vandaag. Citaat uit het interview: “Het lijkt erop dat kerkenraden dingen in de gemeente vandaag de dag willen vastleggen. Je kunt het een verschuiving van belijden naar beleid noemen. Beleid is niet verkeerd en schept vaak de nodige duidelijkheid (…) maar het gevaar is dat het gemeente-zijn een systeem dreigt te worden en dat het geestelijke aspect eronder lijdt. De plicht om een beleidsplan te maken werkt de gedachte van maakbaarheid van de gemeente in de hand. (…) Dat geeft dynamiek aan een gemeente, maar is dat hetzelfde als een levende gemeente van Christus zijn”. Eerder heeft hij dan al gesproken over de Geest: “Maar in de kerk leven we van de Geest, niet van een stip op de horizon.” Aan het slot van het artikel spreekt hij over Israël, dat gedecimeerd terugkeert uit ballingschap. Hij zegt dan: “(M)aar Gods beloften voor het volk waren niet minder geworden. Die bleven voor de volle honderd procent van kracht. Dat is het perspectief waarmee je verder kunt. Daaraan houd ik me vast.”

Stel je onderstaand denkbeeldig en gespiegeld interview voor. “Het lijkt erop dat kerkenraden dingen in de gemeente vandaag de dag laten liggen (…) maar het gevaar is dat het gemeente-zijn een losse boel dreigt te worden en dat het geestelijke aspect eronder lijdt. Je kunt het een verschuiving van beleid naar belijden noemen. De plicht om de Geest het werk te laten doen werkt de gedachte van passiviteit van de gemeente in de hand. (…). Dat geeft rust in de gemeente, maar is dat hetzelfde als een levende gemeente van Christus zijn”. Eerder heeft hij dan al gesproken over de Geest: “Maar in de kerk leven we van de Geest, van een stip op de horizon.” Aan het slot spreekt hij over Mozes die zijn staf geheven houdt en het volk Israël laat strijden tegen Amalek (vlak na de doortocht door de Rietzee). “Inzet na bevrijding blijft voor de volle honderd procent van kracht. Die opdracht blijft.”

Ik wil maar zeggen: praatjes vullen geen gaatjes. Je hebt ze allebei (evenwichtig) nodig: belijden en beleid voeren.

N. Vennik, Zwolle     

 

 

Nieuws van Kerk en Aardbeving

Het platform Kerk en Aardbeving wil in de problematiek ten gevolge van de aardgaswinning een kerkelijk geluid te laten horen. Dat de kerk ook op dit terrein iets zou kunnen en moeten betekenen vinden  veel mensen niet vanzelfsprekend. Dat merkten wij onder meer bij het onderzoek van de Protestantse Theologische Universiteit in Groningen (PThU). Veel van de gemeenteleden die werden ondervraagd vonden dat niet zo voor de hand liggen.

Maar de problematiek ten gevolge van de aardgaswinning is erg ingrijpend voor Noordoost-Groningen. Door de schade die ontstaan is door de aardbevingen en de manier waarop NAM, overheid en andere bevoegde instanties omgaan, komen veel mensen in psychische nood. Het gebied lijdt onder de bevolkingskrimp en de problemen door aardgaswinning verergeren de zorgelijke situatie, terwijl door Shell en overheid voor een astronomische bedrag wordt verdiend aan de aardgaswinning. Dat raakt aan vragen over rechtvaardigheid, aan sociale thema's als onderlinge verbondenheid, aan vragen betreffende het omgaan met de aarde.

Kerken van verschillende denominaties en stromingen zijn van oudsher onderdeel van de Groninger samenleving en herkennen de problematiek ten gevolge van de aardgaswinning. Diverse kerkgebouwen hebben schade ten gevolge van de aardgaswinning en veel kerkleden lijden schade aan huis en persoonlijk welzijn en worstelen met de manier hoe genoemde instanties hen behandelen. Er wordt onrecht ervaren in kerk en samenleving. Kerkelijke gemeenschappen zijn verweven met de Groninger samenleving, inspireren mensen tot vernieuwing en inzet voor de samenleving en staan mensen bij in sociale vraagstukken en in hun zoektocht naar rechtvaardigheid. Daarom hebben kerken betekenis en stem met betrekking tot de problematiek ten gevolge van de aardgaswinning.

Om als kerk in deze van betekenis te kunnen zijn is het Platform Kerk en Aardbeving tot stand gekomen. In dit Platform herkennen en erkennen verschillende Groninger kerken elkaar als onderdeel van ‘de kerk’. Het Platform bestaat uit deelnemers uit Protestantse kerken, de Rooms-Katholieke kerken, Doopsgezinde gemeenten, Gereformeerde Kerken vrijgemaakt Gereformeerde kerken, Baptistengemeenten, Evangelische gemeenten en de PThU.

In bijeenkomsten van het Platform zijn voorgangers van de betrokken kerken aanwezig en deelnemers met relevante kennis. Wenselijk is ook deskundigen te betrekken, bijvoorbeeld: bouwkundigen, ingenieurs en mensen met juridische kennis. De samenwerking van de verschillende kerken wordt ervaren als zeer prettig en waardevol. Wat de kerken samenbindt en wat zij in elkaar herkennen is dat zij, als kerk, het welzijn dient van mens en samenleving van een kwetsbaar gebied, waar zij zelf deel van is. Zij verstaat haar taak als bemoedigend en onderwijzend naar binnen toe en naar buiten toe als profetisch, visionair en diaconaal. Daarom kan de kerk perspectief bieden aan Groningers en de Groninger samenleving in de problematiek ten gevolge van de aardgaswinning.

Vanuit deze overtuiging heeft het Platform onder andere contact gelegd met de Raad van Kerken Groningen-Drenthe. In samenwerking met  Raad van Kerken  wordt een activiteit gepland in mei 2017. Gedacht wordt aan een pelgrimage naar een punt in het aardbevingsgebied. Onderweg hebben we gespreksvragen over geloof en aardbeving en aan het einde van de wandeling is er een slotviering.

Om perspectief te kunnen bieden heeft het Platform ook contact gelegd met de Groninger Bodem Beweging. Dat heeft inmiddels geleid tot enkele artikelen die gepubliceerd zijn in hun krant. Daarnaast zijn er contacten met het Groninger Gasberaad. Ook is intensief contact met de Stichting Groningen-Noord. Deze stichting stimuleert positieve inzet voor het gebied door onder andere verbondenheid te versterken, bewoners laten merken dat zij van waarde zijn en ontwikkeling van het waardevolle Groninger gebied. Versterking van onderlinge verbondenheid en het aanzetten tot positieve ontwikkeling vinden wij ook vanuit christelijk perspectief belangrijk en daarom ondersteunen wij dit van harte.  Stichting Groningen-Noord heeft het plan opgevat een conferentie in Amsterdam te organiseren over Noordoost-Groningen. De achterliggende gedachte is dat de problematiek ten gevolge van de aardgaswinning een landelijk probleem is en niet slechts de problematiek van Groningen. Deze conferentie zal voornamelijk de kwaliteiten van Noordoost-Groningen naar voren brengen, die van waarde zijn voor Nederland. Daarnaast zal deze conferentie aantonen op welke manier Groningen en Nederland elkaar wederzijds positief beïnvloeden. Daaruit zal blijken dat Groningen een uniek onderdeel is van Nederland en de problematiek ten gevolge van de aardgaswinning een landelijk probleem is.

De Groninger kerk(en) verenigt in het Platform Kerk en Aardbeving, wil(len) van betekenis zijn voor de Groningers en de Groninger samenleving. Het is de bedoeling u hiervan op de hoogte te houden.

Platform Kerk en Aardbevingen

Zomer 2016

De redactie is al wat langer van plan een artikel te wijden aan bovengenoemde problematiek. Mochten er lezers zijn die in het aardbevingsgebied wonen en over hun situatie willen vertellen, dan staat de redactie hiervoor open. U kunt hiervoor contact opnemen met de eindredacteur mevrouw K. Brouwer-Oolders. E-mail klazien.brouwer@home.nl; tel. 0596 634330.

 

 

Het Israël van God

Een artikel over Israël, is dat nog nodig? Veel boeken en artikelen zijn gevuld met woorden gewijd aan het beantwoorden van vragen over de plaats van Israël in de Bijbel, in de kerkgeschiedenis, ten opzichte van onze kerken.

Ik begin maar eens met een stelling. Ik denk dat we 52 zondagen als christelijke gemeente bij elkaar kunnen komen zonder dat we een woord wijden aan het volk Israël. Ja, wellicht tijdens een Israëlzondag of hier en daar in een gebed. Israël en de kerk. Het is als twee broers die dezelfde ouders hebben en heel veel gemeenschappelijk maar die elkaar in de loop van hun leven niet veel meer te vertellen hebben. Ze zijn uit elkaar gegroeid en hebben nu hun eigen leven opgebouwd zonder dat ze elkaar nodig hebben. ‘Ja, ik zag hem in de verte een keer op een markt lopen maar had eigenlijk niet eens behoefte om naar hem toe te gaan en een praatje met hem te maken… Wat zou ik trouwens tegen hem moeten zeggen?’

Kwijtgeraakt

Wat is er gebeurd dat Israël en de kerk elkaar zijn kwijtgeraakt? Onze kerken kennen het deputaatschap kerk enIsraël, dat zich inzet informatie te verschaffen over en bruggen te slaan naar Israël, maar de vraag is op welke manier en in hoeverre Israël een rol heeft in ons denken en spreken als christenen. Tegelijk luidt de vraag - als we elkaar zijn kwijtgeraakt - of het wel nodig is zo druk met Israël bezig te zijn. Op het internet las ik een kort artikel uit 2011 waarin een predikant het voorstel doet (deed?) te stoppen met onze ‘discussie over Israël’. ‘Onze’ heeft hij daarbij schuin gedrukt. Hij stelt voor: ‘stoppen met alle reizen naar het Beloofde land’, ‘stoppen met onze liefde voor Israël en Israël aan Israël overlaten. Niet uit onverschilligheid, maar juist vanwege de onopgeefbare verbondenheid met Israël’. Dat zou pas op respect wijzen voor joden die niet op de kerk zitten te wachten, zo stelt hij. Hoewel ik meen te begrijpen wat de schrijver bedoelt, wordt hiermee de deur van ontmoeting en delen en wederzijds luisteren wel behoorlijk in het slot gegooid.

De meningen over Israël lopen enorm uiteen. Christenen die nog steeds op een of andere manier een plek voor Israël zien weggelegd tot een ander deel van de christenheid dat Israël als een min of meer gepasseerd station beschouwt en het grootste deel – zo vermoed ik – dat zich niet zo bezighoudt met (vragen rond) Israël.

Vervulling van Gods beloften

Om alvast één steen in de vijver te werpen: is het ontstaan van de staat Israël in 1948 een vervulling van Gods beloften in het Oude Testament? En is de landbelofte – ooit gedaan door God aan Abraham – nu iets dat nog uitstaat of is die belofte allang opgegaan in het grootsere Koninkrijk van God dat ooit heel de aarde zal omvatten? Laat ik dicht bij huis blijven: vraag het tien christelijk-gereformeerde kerkmensen en er zullen heel wat meningen uiteen lopen. En dan natuurlijk de belangrijke vraag over Messias Jezus. Lezen we in de brief aan de Efeziërs dat Hij – Jezus - de twee (Israël en de volken) één heeft gemaakt, tegelijk realiseren we ons dat er vandaag door die twee veelal heel verschillend over Hem gesproken wordt…

Dit artikel schrijf ik niet om voor de zoveelste keer een aantal Bijbelteksten op een rijtje te zetten om een (richting van een) antwoord te geven. Me dunkt dat het de moeite waard is om de brochure van onze deputaten te lezen: Voorgoed verbonden. Deze is te vinden op hun internetsite: www.kerkenisrael.nlen biedt veel in weinig bladzijden. Deze brochure is evenwichtig én soms voorzichtig. Bijvoorbeeld over 1948 en de jaren daarna: ‘Hoe God het nationale aspect van bovengenoemde beloften in de geschiedenis realiseert, kunnen wij niet precies vaststellen. Wel denken wij in de staat Israël voorzichtig iets te kunnen bespeuren van een bewijs van Gods trouw, een signaal dat ons herinnert aan Gods voortgaande bemoeienis met Israël als volk. Er wordt met de staat Israël aan dit volk een concrete plek op aarde gegeven.’

Uitdaging

Waarom dan wel dit artikel? Om u en jou uit te dagen zelf op zoek te gaan. Er achter te komen dat het jodendom geen dode religie is. Om te ontdekken dat de geschiedenis van Israël ons zo veel leert over de God van Israël, de Vader van onze Heer Christus Jezus. Om te leren hoe joden de Bijbel lezen en hoe zij hun feesten vieren. Het kan toch niet zo zijn dat we als christenen zeggen: we moeten het van Jezus hebben en Hij was toevallig een jood… Hij had net zo goed een Nederlander kunnen zijn. Dan is mijn vraag: zeker weten? En als je dat niet zeker weet zou het wel eens de moeite waard kunnen zijn om op ontdekkingstocht te gaan.

Ikzelf ervaar het als verrijkend om te lezen over het jodendom. De geheel unieke wijze van Bijbeluitleg en van Bijbellezen te ontdekken. De ontspanning te merken dat bij de joden verschillen in uitleg niet hoeft te betekenen dat ze elkaar uit het oog moeten verliezen. De onvoorstelbare geschiedenis van dit volk te vernemen. Het Israël van God en de God van Israël beter te leren kennen.

In gesprek gaan met je oudste broer. Ja, zo’n gesprek zou wel eens positief effect kunnen hebben op die hierboven genoemde 52 zondagen!

N. Vennik, Zwolle

 

 

Hoezo Israël?

Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met het Centrum voor Israëlstudies (CIS). De drie auteurs zijn aan het CIS verbonden: A. Brons werkt als predikant in Jeruzalem, M. Mulder is directeur en W. Wolswinkel is diaconaal consulent, verantwoordelijk voor projecten in Israël aan zowel Joodse als Arabische zijde.

Het boek bevat 11 bijbelstudies, verdeeld over vier hoofdstukken. De eerste drie zetten aan tot luisteren naar de Joodse stem: het gebed, de Thora en de Joodse feesten. De volgende twee gaan over de vraag of er nog specifieke beloften voor het volk Israël zijn. Dan wordt in vier hoofdstukken de vraag onder ogen gezien of het volk Israël van nu (een bijbels) recht heeft op het land. De laatste twee nemen de praktijk in Israël tot uitgangspunt: de omgang met de vreemdeling en verzoening in een situatie waarin zij onmogelijk lijkt.

In de inleiding op dit boekje wordt principieel de toon gezet met de vraag: Is door de komst van Christus, die Gods beloften vervuld heeft, maar door de meeste Joden niet geaccepteerd is, de positie van de Joden niet fundamenteel veranderd? Het antwoord van het CIS is: nee, want God is trouw aan zijn beloften. De spannende vraag hoe zich dat verhoudt tot het Joodse ongeloof dat Jezus de Messias is, komt in deze bundel nauwelijks aan bod. Al helemaal niet als het gaat over de landbelofte.

De schrijvers zetten daarentegen in op de overtuiging dat christenen van de Joodse traditie kunnen leren. Ik denk dat ook, maar vind wel dat dit boek daarover te positief is. De bittere werkelijkheid is immers dat de meeste Joden niet zien dat hun Schriften (de Thora) getuigen dat Jezus de Christus is!

Voor een aantal bijbelstudies in deze bundel heb ik waardering. Maar op een paar cruciale punten wordt de plank misgeslagen. Zo kan ik me niet vinden in Mulders uitleg van Romeinen 11, 11-15. Volgens hem zegt Paulus dat hun verwerping door God de verzoening voor de wereld is, en hun aanneming leven uit de doden (11, 15)

Daarmee zou, in de lijn van Mulders uitleg, de apostel met andere woorden gezegd kunnen hebben dat het ongeloof van Israël een plaats in Gods plan met de wereld heeft, terwijl God in een latere fase, als de heidenen massaal tot geloof in Christus zijn gekomen, hen weer zal aannemen. In vers 15 gaat het echter niet over de verwerping en aanneming van de Joden door Gód, maar over de verwerping én aanneming van Christus door de Jóden. (Zie voor deze juiste verklaring het boek van Bram Maljaars, Heel Israël zal behouden worden, blz. 192-233.)

Mulders uitleg is niet alleen onjuist, maar komt ook in botsing met zijn eigen uitleg van Romeinen 11, 25-26. Mulder vat deze tekst zo op, dat Paulus de rest van de Joden die in Christus gelooft, ziet uitgroeien tot de beloofde volheid, het echte Israël. In de ogen van God. Dit wonder zal zich volgens de apostel voltrekken in dezelfde tijd dat niet-Joden tot geloof komen. Dus niet in een volgende fase!

Verder heb ik moeite met de behandeling van de landbelofte door Aart Brons. Weliswaar behandelt hij in het derde deel heel zorgvuldig de oudtestamentische  gegevens betreffende de landbelofte. Hij maakt duidelijk dat het wonen in het beloofde land alleen mogelijk is op de voorwaarde van een leven in verbondenheid met de HERE. Bij ongehoorzaamheid vervalt het recht om daar te wonen. Maar de HERE blijft liefhebbend en worstelend bezig met Israël tot al zijn beloften vervuld zijn, ook de landbelofte.

Maar Brons brengt bij de vervulling van deze belofte Christus helemaal niet ter sprake, terwijl in Hem al Gods beloften vervuld zijn en ten volle tot vervulling zullen komen. Volgens mij is het Nieuwe Testament duidelijk over wat dat betekent voor de landbelofte: in Christus komt de hele aarde in het vizier. Mogelijk is Brons dat niet, of met me eens, of maar gedeeltelijk. Maar het is voor mij absoluut onbegrijpelijk dat hij aan dit, voor christenen meest aangelegen punt, geen enkele aandacht besteedt.

Amersfoort, D. Visser

Aart Brons, Michael Mulder & Wilma Wolswinkel, Hoezo Israël? Gespreksstof voor bijbelkringen, 2016, Boekencentrum Zoetermeer, ISBN 978 90 239 7056 9, prijs € 11,90.

 

 

De celliste van Auschwitz

De schrijfster van dit boek heeft Auschwitz en later Bergen-Belsen overleefd. Samen met haar zus. Mee dankzij het feit dat ze als celliste medewerking moest verlenen aan het orkest aldaar. Behalve concerten was het ook de taak van het orkest om ’s morgens bij de poort te spelen, als de gevangenen het kamp verlieten om te werken. Het boek bevat brieven, herinneringen en foto’s. De brieven en herinneringen zijn op chronologische wijze geplaatst. Door de brieven raakt de vaart van het verhaal er wel wat uit. Anderszijds geeft het als geheel een bijzonder perspectief: hoe een vrouw haar jonge jaren beleeft en verslijt in respectievelijk een gevangenis, Auschwitz en Bergen-Belsen. Sober maar indringend geschreven.

Nynke Sikkema-Holwerda, Hoogeveen

Anita Lasker-Wallfisch, De celliste van Auschwitz, Uitgeverij Omniboek, 2015, 223 pag., € 12,99, ISBN 9789401906890

© 2016 Kerkblad voor het Noorden