Op 4 april vergaderde de particuliere synode van het Noorden in de kerk van Leeuwarden. De preses van deze vergadering was ds. C. A. den Hertog.
Het was te merken aan de agenda dat later in dit jaar de generale synode zal vergaderen.
Afgevaardigd werden naar de generale synode de predikanten C. A den Hertog, C. C. den Hertog, A. Huijgen, M. J. Kater, J. J. Lof en D. J. Steensma, met als secundi G. Huisman, J. G. Kortleven, H. Korving, W. N. Middelkoop, H. Polinder en S. P. Roosendaal. Als ouderlingen: E. Beldman, C. J. Hooglander, W. L. Metz, C. R. S. Sok, H. J. Sok en H. van Urk, met als secundi M. J. H. Bron, H. van Eck, B. W. C. Moolhuizen, T. van den Berg, A.Veldhuis en P. Wolters. Als diaken J. Kaptijn, secundus: B. Vianen, tertius: L. A. Habing.
De vergadering nam ook vier instructies over om doorgezonden te worden naar de generale synode.
1) Een instructie van de classis Zwolle over het dopen van pleegkinderen. Een grondige studie is verricht of en onder welke voorwaarden pleegkinderen gedoopt zouden kunnen worden.
2) Een instructie van de classis Zwolle om de generale synode te verzoeken deputaten eredienst de opdracht te geven de kerken te dienen met een studie over het gebruik van dans en drama in de eredienst.
3) Een instructie van de classis Zwolle om de generale synode te verzoeken om de hertaling van de belijdenisgeschriften zoals die is uitgegeven door de Protestantse Kerk in Nederland, editie Zwanepol 2009, vrij te geven voor kerkelijk gebruik. De Stichting Herziene Statenvertaling is voornemens om deze editie ook te gaan gebruiken voor nieuwere uitgaven in de Herziene Statenvertaling.
4) Een instructie van de classis Groningen met het verzoek aan de generale synode om zich uit te spreken of het geoorloofd is dat ook iemand anders dan een predikant, bijvoorbeeld een broeder met preekconsent of een ouderling in een leesdienst, de groet aan het begin van de kerkdienst geeft en de zegen aan het einde van de kerkdienst oplegt, compleet met de bijbehorende liturgische gebaren.
Afscheid nam de vergadering van ds. G. L. Born, die een aantal jaren als pastor pastorum heef gefungeerd in de particuliere synode van het Noorden. Hij gaf een aantal predikanten op hun verzoek werkbegeleiding. Ds. R. van der Kamp werd benoemd als zijn opvolger.
De rapporten van de diverse deputaatschappen werden besproken. Boeiend was onder andere de bespreking van het rapport van deputaten evangelisatie. Zij richten zich niet alleen op de gemeenten in de grote steden, maar ook op de plattelandskerken. Evangelisatie op het platteland vraagt een eigen aanpak, maar biedt ook weer zijn eigen kansen en mogelijkheden.
De aandacht van deputaten evangelisatie gaat daarbij dan ook nadrukkelijk uit naar de gemeenten in het noorden.
Bij het rapport van deputaten emeritikas werd gemeld dat er een ingetogen blijdschap is dat de knoop is doorgehakt en predikanten zijn ondergebracht in een pensioenfonds. Tegelijk is er ook zorg. Er moet nog goed gekeken worden naar de financiële gevolgen van dit nieuwe systeem met name voor kleinere gemeenten met een eigen predikant of die een predikant willen beroepen.
Urk
H. Polinder