Het ene beleidsvoornemen rolt over het volgende heen, de regering verlegt verantwoordelijkheden naar de plaatselijke overheid en dat gaat weer gepaard met enorme bezuinigingen. Eigen bijdragen zullen toenemen, inkomens staan op de nullijn, op pensioenen wordt gekort, subsidies verdwijnen, werkloosheid neemt toe. Ook de mogelijkheden voor zorg, zowel huishoudelijke als medische, zullen naar verwachting worden beperkt. Moeten we er wat mee, diaconaal gesproken?
De eerste gevolgen zijn merkbaar. Het beroep op voedselbanken neemt toe, het aantal mensen met schulden wordt groter, ook diaconieën zien de vragen om hulp stijgen. Hoe gaan we in de kerken om met deze crisis? Heeft het de aandacht van het diaconale denken en doen van de gemeente van Christus? En staat het op de agenda van de diaconie?
Het is een taak van diakenen om de gemeente toe te rusten tot diaconaat, dat is: het betrokken-zijn op de ander om Christus’ wil. Zijn diakenen zich voldoende bewust van deze taak? Zijn we als gemeente zo betrokken op ‘de ander’? Volgen we in dit opzicht onze Heiland?
Betrokken op de ander
Om te beginnen behoort een diaconie regelmatig met de predikant te overleggen op welke wijze het diaconaat aandacht mag krijgen in de verkondiging. Het leren kennen en volgen van Jezus als onze Heiland kan niet zonder een nieuw leven, heel praktisch, heel concreet. Bij dat nieuwe leven hoort ‘betrokken zijn op de ander’, zorg hebben om en voor de ander. Binnen de gemeente en daarbuiten.
Die zorg om de ander heeft twee aspecten: financiële hulp en hulp in tijd, zorg, aandacht. Met name dat tweede aspect is in onze tijd de lastigste van de twee. Je kunt met een goed onderbouwd verhaal van veel mensen wel een paar euro krijgen voor een goed doel: financiële hulp. Ook in de kerken. Maar vragen om structureel een paar uur……? Lastig!
Vanuit het Diaconaal Bureau heeft Hans van der Knijff, lid van het deputaatschap diaconaat, vanaf januari een reeks regionale voorlichtingsavonden voor diakenen georganiseerd met als thema ‘Regeerakkoord en diaconie’. Diakenen hebben zich tijdens die avonden een goed beeld kunnen vormen van wat er verwacht kan worden van het overheidsbeleid. Kernbegrip in dit beleid wordt ‘zelfredzaamheid’, ofwel: in hoeverre zijn mensen in staat zelfstandig te wonen met hulp en inzet van hun eigen netwerk zoals familie, vrienden en buren.
De bezuiniging die dit beleid moet gaan opleveren, is voor de thuiszorg al geboekt. Met dit gegeven voor ogen zullen diakenen twee dingen kunnen doen. In de eerste plaats inventariseren welke gevolgen dit zal hebben binnen eigen gemeente. Hebben we in beeld welke gemeenteleden niet kunnen terugvallen op een dergelijk netwerk? Niet ‘zelfredzaam genoeg’ zijn? Waar misschien wel ondersteuning moet worden geregeld, hulp moet worden gegeven.
En, anderzijds, hebben we al in beeld wie gevraagd kan worden voor een dergelijke vorm van vrijwillige mantelzorg, die hulp dus kan bieden?
Overleg
Het tweede dat diakenen kunnen doen is, samen met andere kerken in eigen burgerlijke gemeente, het overleg zoeken met de lokale overheid. Immers, vanwege de decentralisatie krijgt nu de lokale overheid de zeggenschap over de financiering van de thuiszorg en dus ook over de inzet ervan. Diaconieën moeten reageren als noodzakelijke zorg niet (meer) kan worden gerealiseerd, als dreigt dat de grenzen van de zelfredzaamheid bereikt gaan worden.
Bij dit laatste is het goed dat diakenen zich realiseren dat deze zelfredzaamheid beoordeeld zal gaan worden door de gemeente. In alle situaties waarin nu nog gewoon thuiszorg wordt gegeven, zal worden beoordeeld in hoeverre het eigen netwerk van betrokkene hierin in de toekomst kan gaan voorzien. Dit zal gaan gebeuren in een zogenaamd ‘keukentafelgesprek’ . Diakenen kunnen assistentie (laten) geven bij dit keukentafelgesprek zodat er een realistisch beeld wordt gegeven van het netwerk van betrokkene.
Ook het contact met politieke partijen kan nodig zijn om de kwaliteit van de zorg voor elkaar in de samenleving te borgen. Voor dit doel is eveneens samenwerking met andere plaatselijke kerken gewenst zodat kerken met één stem spreken met de overheid en de lokale overheid op haar beurt één adres heeft voor de lokale kerken.
Ook op andere terreinen van ‘zorg voor elkaar’ mogen diakenen initiatieven nemen. We zien ook in onze kerken de werkloosheid toenemen. Mensen met een gezin raken van de één op de andere dag hun baan kwijt, jongeren met goede opleidingen kunnen niet aan het werk komen. Denken we aan hen? Natuurlijk hebben diakenen niet een koffertje met vacatures ter beschikking en kunnen zij mensen niet even aan een baan helpen. Maar omzien-naar-elkaar betekent in ieder geval dat er aandacht is voor de problemen van die ander. Sommige mensen hebben een klankbord (nodig), anderen weer niet. Sommigen willen graag hun zorgen delen, wellicht met lotgenoten, anderen weer niet. Diakenen kunnen proberen hiervoor mogelijkheden te scheppen zodat ook binnen de gemeente mensen hun zorgen kwijt kunnen als ze dat willen.
Financiële ondersteuning
Uiteraard mag bij dit onderwerp de oude functie van de diaken niet onbesproken blijven namelijk financiële ondersteuning. Ook deze ondersteuning behoort bij het diaconaat van de gemeente. Ze wordt weliswaar uitgevoerd door de diaken maar deze wordt hiervoor in staat gesteld door de bijdragen van de gemeente in de diaconale collecte. Daarmee is uiteraard niet alles gezegd, want financiële ondersteuning blijft een kwetsbaar onderwerp.
Ook binnen de kerken zullen gemeenteleden niet makkelijk om financiële hulp vragen of aangeboden hulp accepteren. Begrijpelijk want we komen er niet graag voor uit dat we het eigenlijk niet meer redden. Toch mag die mogelijkheid genoemd worden. Omdat we in de gemeente van Christus er zijn om voor elkaar te zorgen. Zoals in Handelingen 4 staat: 'Niemand onder hen leed enig gebrek…..'.
Hoewel in het verleden altijd gezegd is dat diaconale ondersteuning bij voorkeur als gift wordt gegeven, blijkt nu vaak dat dit juist belemmerend kan werken. Als diakenen aanbieden om te helpen zullen gemeenteleden eerder een lening (eventueel renteloos) accepteren dan een gift. Voor de vaak moeilijke afweging bij financiële ondersteuning verwijs ik graag naar het nummer van Diacoon dat begin 2013 is verschenen, met geweldig veel informatie over dit onderwerp.
Ook op de website van de kerken kan onder 'diaconaat' de publicatie Handreiking (financiële) ondersteuning nog worden gevonden. Ook goed voor mensen die niet als diakenen maar op een andere manier bezoekwerk doen binnen de gemeente. Signalen leren opvangen die kunnen duiden op gebrek en die er de oorzaak van kunnen zijn dat er op tijd hulp gegeven kan worden. Dit laatste blijkt duidelijk bij de schuldhulpverlening, hulp die wordt gegeven als mensen niet meer in staat zijn om hun schuldenprobleem zelf op te lossen.
Veel kan worden voorkomen als in een vroeg stadium signalen kunnen worden opgevangen. Ook in deze vorm van hulp kunnen kerken en diaconieën een rol spelen. Er zijn meerdere kerkleden als vrijwilliger (na hiervoor opgeleid te zijn) al werkzaam als zogenaamd schuldhulpmaatje, zowel binnen als buiten de kerken.
Crisis en bezuinigingen, hoe gaan we er diaconaal mee om in de gemeente? Wellicht moeten we binnen de gemeente van Christus vooral (opnieuw) leren om te delen en ‘betrokken zijn op de ander om Christus’ wil.
Leeuwarden
Bartel Vianen
B. Vianen is voorzitter van de diaconie van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Leeuwarden