Op 28 augustus werd ds. de Jong bevestigd als predikant van de CGKv van Harlingen. In dit vraaggesprek een kennismaking.
Kunt u iets vertellen over uw leef- en gezinssituatie?
In 1998 ben ik predikant geworden in Grijpskerk en Niezijl en drie-en-een-half jaar later ben ik getrouwd met Jakoba. Zij is van zichzelf maatschappelijk werker en werkt op dit moment voor de GGD.
Wat was uw motivatie om predikant te worden?
Als kind had ik al een grote kennis van de Bijbel en als jongere las ik de pillen van Praamsma over kerkgeschiedenis. Nadat ik het gymnasium doorlopen had, lag het voor de hand dat ik in Kampen zou gaan studeren. Daar ben ik me pas serieus gaan afvragen of ik wel dominee moest worden. Het antwoord op die vraag heb ik gekregen toen ik als student een jaar preekbevoegdheid kreeg. Het heeft mij enorm verwonderd dat de Here blijkbaar zijn woord door mij wilde spreken. Die verwondering heeft me nooit verlaten.
Naar welk onderdeel van het predikantschap gaat uw hart het meest: preken, catechese, pastoraal werk, vergaderen of……
Mijn hart gaat het meest uit naar prediking en pastoraat. Ik heb een bijzondere voorliefde voor pastoraat rond het sterven. Maar heb ook veel vreugde beleefd aan het geven van privécatechisaties aan jongeren die belangstelling voor het geloof hebben.
Welke Bijbelvertaling gebruikt u het liefst, welke liederen zingt u graag?
Ik gebruik het liefst de Nije Fryske Bibeloersetting uit 1978. Maar omdat die voor veel Friezen te moeilijk is geworden, komt er een nieuwe vertaling in het Fries, waar ook ik als vertaler bij betrokken ben. Voor het Nederlands gebruik ik de NBV, met daarnaast de HSV. In de catechese is de BGT weer een uitkomst.
Ik houd het meest van het klassieke kerklied: de psalmen, en gezangen die zich goed op het orgel laten begeleiden. Bij belangrijke momenten in mijn leven zing ik graag Psalm 56 vers 5 uit de oude berijming: ‘Ik roem in God, ik prijs ’t onfeilbaar woord, ik heb het zelf uit zijne mond gehoord’. Maar ook het lied ‘Uw woord omvat mijn leven’, geschreven bij Psalm 119, raakt me. Over het algemeen ben ik blij met het nieuwe liedboek. Maar de mooiste kerkmuziek blijft voor mij toch het eenstemmige Gregoriaans.
Bent u aanwezig op internet?
Mijn website was verouderd en heb ik uit de lucht gehaald. Maar ik heb nog wel een YouTube-kanaal, waarop concertopnamen en composities van me te horen zijn.
Steeds meer mensen menen dat geloven ook wel buiten de kerk kan. Hoe betrekt u jongeren en ouderen bij de kerk?
De uitzondering van mensen die buiten de kerk hun geloof behouden, bevestigt de regel dat God zijn volk wil ontmoeten in de samenkomst van de gemeente. Ik vind ‘t belangrijk dat die kerkdienst dan wel ergens over gaat, niet alleen in de preek, maar ook in gebed en lied. Jongeren probeer ik daarbij te betrekken door zo nu en dan de dienst samen met hen voor te bereiden.
Harlingen is een CGKv-gemeente. Hoe gaat u daarmee om?
Op dit moment heb ik alleen nog te maken met de mensen van m’n gemeente. Ik vind het heel mooi dat mensen die spiritueel soms verschillende accenten zetten samen gemeente zijn, om elkaar en ook mij te verrijken. De kennismaking met het kerkverband van de CGK moet nog plaatsvinden. Ik hoop van de broeders op de classis meer te leren dan dat de vrouw niet in het ambt mag.
Welke rol zou de kerk moeten vervullen in de samenleving en in de wijk?
Dat hangt natuurlijk vooral af van de plaatselijke context waarin je kerk bent. Maar op dit moment mijmer ik over woorden van de apostel Paulus aan de Tessalonicenzen waarin hij God dankt voor het werk van hun geloof, de inspanning van hun liefde en de volharding van hun hoop op de Heer Jezus Christus. Iedereen heeft het daarover. Ik zou willen dat dat van onze gemeenten zo gezegd kon worden.
Hebben u of uw gezinsleden specifieke hobby’s of een andere vrijetijdsbesteding?
Ik speel orgel, componeer muziek en dirigeer een koor. Dat kun je niet echt meer een hobby noemen. Nu ik in Harlingen predikant voor 75 procent geworden ben, kan ik daar gericht tijd aan geven. Zo hoop ik het komende seizoen mijn diploma koordirectie te halen. Samen mogen Jakoba en ik graag wandelen, in de natuur en in de stad.
Kent u Friesland en de Friezen al een beetje?
Behoorlijk! Ik denk en voel nog altijd in het Fries, en vind het fijn hier in Harlingen soms ook pastorale gesprekken in het Fries te kunnen voeren. Maar ik heb me ook als dominee ‘om utens’ (buiten Friesland) ingezet voor het gebruik van het Fries in de kerkdienst.
Hoe vult uw vakantie in? En gaan er dan ook studieboeken mee?
Wij houden het meest van kamperen met een tentje. Dan gaan er géén studieboeken mee, of het moest al een biografie zijn. In de vakantie lees ik vooral literaire romans, want dat komt er door het jaar heen veel te weinig van.
Als wij u zouden vragen eens iets te schrijven voor het KvhN, waar liggen dan uw aandachtsgebieden?
Ik ben van mezelf dogmaticus, maar heb me de laatste jaren vooral met predikkunde en liturgie beziggehouden en daarover ook gepubliceerd. Maar voor het (vrijgemaakte) Kerkblad van Midden en Zuid-Nederland schrijf ik al meer dan tien jaar de overdenking die op het voorblad staat. Dat vind ik erg leuk om te doen: iets treffends schrijven in maximaal 1950 tekens.
Hartelijk bedankt voor deze kennismaking. We wensen u en de gemeente van Harlingen van harte Gods zegen toe.
Janneke van der Molen, Bierum