Nee, de kleinkinderen hebben de gevestigde kerk niet verruild voor de Pinkstergemeente. Het ligt net iets anders. De International Christian Fellowship gemeente (ICF) in Apeldoorn gaat netjes uit van de Christelijke Gereformeerde kerk. Onze dochter en schoonzoon zijn hier neergestreken vanuit een zendingspost in het buitenland. Nu zitten ze weer voor een paar weken ver weg en wij mogen oppassen.
Maar wat bedoel ik dan met ‘mee naar de Pinkstergemeente?’ Het betreft de manier van samenkomen. Die doet op verschillende momenten denken aan die eerste gemeente die op de Pinksterdag begon en waar we met z’n allen nog zoveel heimwee naar hebben. Om te beginnen zijn er mensen uit verschillende landen en daardoor klinken er verschillende talen. En er is nog een warm enthousiasme. Hopelijk blijft dat zo, want je kunt dat helaas zo maar weer kwijtraken. Dat enthousiaste begint al bij de deur, met vriendelijke woorden worden we persoonlijk welkom geheten. En het blijft niet bij woorden, de koffie en thee staat klaar. Welkom. En op de bar van de keuken staat een mand met fruit. Goed idee, want als je bij mensen uit het Midden-Oosten op bezoek gaat krijg je altijd fruit. Ze komen niet voor niets uit de buurt van het paradijs. Maar wat vooral naar die eerste gemeente leidt is de gezamenlijke maaltijd die vandaag onderdeel is van de samenkomst. Lees de eerste hoofdstukken van het boek Handelingen er maar op na. Een dienst zonder een maaltijd is eigenlijk een dienst waar wat aan mankeert. En waarom zou je je zenuwachtig maken of er wel genoeg is? ‘Als er niet genoeg is delen we gewoon’ krijgen we van een diaken te horen.
Kerkgebouw
Het gebouw is alleen als kerk herkenbaar omdat er in een stalen constructie een paar klokken hangen. Nee, architectonisch is er weinig te beleven, maar functioneel zijn de ruimtes wel. Naast de kerkzaal is er een ruime hal, waar we later zullen eten, en er zijn zalen en enkele kantoorruimtes. Als ik het goed begrepen heb behoorde het gebouw voorheen aan een PKN-gemeente. Nu komen er drie verschillende gemeenten samen. Op zondagmorgen is de Bereagemeente er en op zaterdag huist er een Messias belijdende Joodse gemeente. En nu, op zondagmiddag komt de ICF-gemeente er samen voor hun dienst.
Zingen in talen
De kerkzaal is goed gevuld. Meer dan honderd man schat ik. De kinderen mogen bewegen, maar gaan na een gezamenlijke start wel naar hun eigen dienst. Sommige kleine kinderen blijven bij hun ouders. Geen probleem. Een kinderwagen blijft ook staan en tijdens de preek zie ik nu een handje en dan weer een voetje boven de rand van de wagen uitkomen.
‘Verhef je stem, geef Hem de hoogste eer’, is ons aanvangslied. Voor de begeleiding zijn er verschillende muziekinstrumenten en er zijn twee voorzangeressen. Die moeten naast een goede zangstem hebben ook taalvaardig zijn. Ze zingen in drie talen: Farsi, Arabisch en Nederlands.
‘Als je hier voor de allereerste keer bent een heel bijzonder welkom’. ‘Zet je hart open’. De inleider doet zijn best ons samen te smeden. We zien Afrikanen, Iraniërs en Syriërs, met en zonder hoofddoek. Een Molukse man zal later in de dienst zijn getuigenis geven. Er zijn verschillende tolken actief.
Preek
Vandaag voert de vaste voorganger het woord. Hij preekt over ‘de leiding van God in jouw leven’, naar aanleiding van Hebreeën 11: 8-10. ‘Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam geweest om weg te gaan...’ Hoe hoor je Gods stem? Hoe ervaar je Gods leiding in je leven. De prediker loopt vier punten langs. ‘Ga naar het land dat ik u wijzen zal’, ‘zonder routekaart’, ‘door geloof’, ‘in vertrouwen op God.’ En als je Gods stem hoort, doe je dan ook wat Hij vraagt? Het gaat telkens om drie belangrijke zaken: geloof, vertrouwen en gehoorzaamheid. De preek loopt ten einde. Inmiddels waaien er heerlijke geuren uit de aangrenzende hal onze kant op. We gaan eten. We krijgen nog een kleine aanmoediging: ‘zoek anderen op’ en we krijgen de zegen mee.
Maaltijd
Het kan aan mij liggen, maar ik krijg de indruk dat er meer maaltijdgangers zijn dan kerkgangers. Er heerst een opgewekte stemming. Dat is niet verwonderlijk, want we krijgen een fantastische maaltijd voorgezet. De kinderen worden ook bediend, ze krijgen poffertjes. We zitten aan een tafel met een groepje Nigerianen. Ze zijn lekker luidruchtig en lachen graag. Ik knap er altijd van op. Tegenover ons zit een wat ouder Nederlands echtpaar. Ze zijn op zoek naar een gemeente. We tasten een beetje naar de richting voor een gesprek. Maar dan komt er een jongen onze kant op. Er moet wel even ruimte gemaakt worden, want we zitten rug aan rug. Het lukt hem om de stoel naast me te bereiken. ‘Is dit je gemeente?’ vraag ik om het gesprek op gang te brengen. Nee, dat was niet het geval. Hij had vernomen dat hier vandaag een maaltijd werd geserveerd. Hij vertelt dat hij in een begeleid woonproject zit. Het onderwerp van de preek heeft hem aangesproken. Gods leiding, daar verlangt hij ook zo naar. Maar hij vindt het moeilijk om God te ontdekken in zijn psychische problemen. We voeren een eerlijk en open gesprek met diepgang. Eerlijk gezegd heb ik zelden zo’n goed gesprek met ‘gewone’ broeders. Waarom zijn we niet wat opener en eerlijker met elkaar? Als we uiteengaan zegt hij tot mijn verbazing: ‘ga door met hulpverlenen’. Ik ga nog even een paar woorden wisselen met onze Molukse vriend. Maar daarna is het feest voorbij. Gestimuleerd door Trijntje duwen de kleinkinderen me richting de uitgang. ‘Opa, we moeten naar huis, het is mooi geweest’. Dat laatste ben ik helemaal met ze eens.
Krijn de Jong, Urk