Soms schrijft de apostel Paulus met van die lange en soms wat moeilijk te begrijpen zinnen. Dit keer maakt hij gelukkig zijn bedoeling op een heel begrijpelijke manier duidelijk. Hij schrijft min of meer naar aanleiding van de vraag of het heil alleen voor de Joden is of ook voor de heidenen. Blijkbaar leefde die vraag in de gemeente van Rome.
Hij schrijft dan het volgende als antwoord:
‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’
De toehoorders zullen instemmend geknikt hebben. Zo is het maar net! Dat moeten zij doen, net als wij, precies zo…
En wat dan zo bijzonder is, Paulus draait het hele verhaal om naar de praktijk.
Je zit zo weer met twee benen op de grond in 2024. Hij schrijft verder:
‘Maar, hoe kunnen ze Hem aanroepen als ze niet in Hem geloven?
En hoe kunnen ze in Hem geloven, als ze niet over Hem hebben gehoord?
En hoe kunnen ze over Hem horen, zonder dat iemand Hem verkondigt?’
Daarmee legt hij feitelijk de bal weer terug bij de vragensteller. Zo van: Als je het van belang vindt dat iedereen gered wordt, dan moet je wel in actie komen.
En dan legt Paulus nog een link. Hij schrijft:
‘En hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden?’ Het is zoals geschreven staat: ‘Welkom zijn zij die goed nieuws verkondigen.’
Dat is zowel een opdracht als een bemoediging:
Wij mogen het goede nieuws brengen, we mogen erbij horen. Ook al zijn onze achtergronden en methoden wellicht verschillend, ons doel is hetzelfde.
We zijn welkom in Gods grote gezin, maar wel met een opdracht. We hebben een boodschap. Met recht een welkome en blijde boodschap. En hoe we die brengen? Dat is nou het mooie, ieder mag datgene doen waarbij zijn of haar gaven het beste tot hun recht komen. Want gaven hebben we allemaal gekregen. De een dit, de ander dat. Samen zijn we als een orkest dat muziek maakt. Elk onderdeeltje doet ertoe, kan niet gemist worden. Dus laten we samen muziek maken met Woord en daad tot eer van onze Vader in de hemel. En laten we minder naar elkaar kijken, ieder heeft immers zijn eigen partituur en laten we wat meer naar de dirigent kijken. Dan komt onze gezamenlijke boodschap beter tot zijn recht.
Art van der Molen, Bierum