We moeten de zonde meer serieus nemen. U vermoedt daarin een uitspraak
van een predikant ter rechterzijde, die zijn verontrusting ventileert
over de vervlakking in prediking en praktijk. Niets is minder waar. De
oproep komt van dan J.L. Heldring (92), jarenlang columnist van het toch
mondaine NRC Handelsblad. Hij noemt zichzelf een ?ongelovig
protestant?. Hij onderkent opnieuw de grote waarde van de christelijke
religie in de politiek en het sociale leven. Letterlijk zegt hij: ?Ik
zeg dat met enige schroom en schaamte, maar erken de functie van de
erfzonde als politiek buitengewoon nuttig, hoewel ik niet gelovig ben.?
De erfzonde nuttig! Toe maar, in het catechisatielokaal krijg ik dat
amper gelooft. Het argument dat Heldring aandraagt voor ?wat nut u de
erfzonde?? is: ?Christelijke partijen zijn stabieler in tijden van
woelingen dan seculiere partijen. De laatste worden afgerekend op wat ze
hier, op aarde, presteren, terwijl christelijke partijen menen dat het
Koninkrijk des hemels niet van deze aarde is. In deze gedachte zit een
zekere berusting en geduld. Zij geeft tolerantie ten aanzien van het
menselijk falen, ook van anderen.? Een goede conclusie, vind ik, die
naar ik hoop door velen wordt bijgevallen. Hij legt daarmee immers een
tendens bloot in deze moderne tijd, die telkens weer opduikt, namelijk
?fouten kunnen niet worden gemaakt?. Zo ze wel worden gemaakt, dan had
de overheid/werkgever/verantwoordelijke ze moeten voorkomen. Ik hoor het
Frank de Boer van Ajax nog zeggen op een tegengoal: ?Die had natuurlijk
nooit mogen vallen.? Achter die redenatie zit de idee van de volmaakte mens, de volmaakte overheid, het volmaakte leven. De rede kan ons en moet ons behoeden voor alle fouten en feilen. We weten en kunnen het steeds beter. Zo niet dan heb ik niet gefaald, maar het (volmaakte) systeem heeft gefaald. Balkenende zit fout of Wellink. En ongeduldig rammelt de burger, en in zijn spoor het parlement met parlementaire enqu?tes, aan de deur om de fout bij de ander aan te wijzen en om vervolgens volmaaktheid te eisen. Barbertje moet immers hangen? Nederig bieden de hoge heren verontschuldiging aan met de woorden: het zal niet meer gebeuren. Dat laatste nu, zo stelt Heldring, is een illusie. Ik val hem bij. Je neemt dan namelijk de (erf)zonde niet serieus en wenst je al de volmaaktheid op aarde. Heldring geeft aan de overheden de suggestie mee ?eer te doen aan het geloof en dagelijks zo te handelen alsof zij er zelf in geloven.. de idee van de erfzonde een vruchtbaar politiek concept, waarvan we de waarde kunnen inzien zonder per se een Godsbewijs nodig te hebben of in God te geloven.?
Bovenstaande is hier en daar misschien wat diepzinnig. Maar wie de lijntjes oppakt, zal toch merken dat het praktisch van groot nut is. Je aanvaardt de onvolmaaktheid van de mens. Dat is dramatisch, maar tegelijk ook ontspannend. Niemand hoeft zich krampachtig groot te houden. Fouten inclusief rampen kunnen gebeuren en gebeuren. Het hoeft ons niet te verwonderen. Het behoedt ons voor overdreven perfectionisme in het klein en in het groot. Perfectionisme is moordend, letterlijk en figuurlijk. Daarmee wordt de diepste laag van wat verlicht modernisme oplevert blootgelegd. Het bedoelt ons op te stuwen in de vaart der volken naar een Paridise Now. Maar de teleurstelling is telkens groot. Toch de crises, toch Ha?ti. Bij de vroeg overleden Prof. Verdonk las ik: ?Vanuit een nieuwe doordenking van de erfzondeleer is het uiteindelijk het geloof dat de menselijke vrijheid aan het licht brengt. Een bevochten vrijheid, gezocht in wanhoop, gevonden in genade op grond van liefde. De ontwikkeling van de wereld is niet in de richting van ondergang, maar de toekomst is de barmhartigheid Gods, daarheen zijn we onderweg.? Heldring is helder: neem de erfzonde serieus.