Puzzelen met de Bijbel
Ooit vond ik iets heel geks in de notulenboeken van een Christelijke Gereformeerde gemeente: de kerkenraad zong week na week hetzelfde Psalmvers op zijn vergaderingen. Dat leek me ontzettend vreemd. Totdat ik mijn oude berijming eens opensloeg en keek wat ze nu eigenlijk zongen: “Geef mij verstand, met godd’lijk licht bestraald.”
Waarom ik je hiermee vermoei? Omdat ik aan deze woorden moest denken toen ik de woorden van Petrus las: “…dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat”.
Niet zomaar iets
Bezig zijn met woorden van God is niet zomaar iets. Het staat niet op hetzelfde niveau als pakweg een boekbespreking over De Kameleon, ook al geven sommige christelijke boeken en (s)prekers mij dat gevoel wel. Nee, je hebt te maken met woorden van mensen die “door de Heilige Geest gedreven” werden (2 Pet. 1: 21). Zulke woorden van God verdienen ons diepe respect, precies omdat ze zijn wat ze zijn: woorden van God.
Woordzoeker
Wat betekent dit nu concreet? Twee dingen. Allereerst dat wij er goed naar luisteren en het nemen als richtlijn voor ons leven (2 Pet. 1: 19). Ten tweede ook dat wij er niet maar willekeurig mee om gaan. Geleerde mannen hebben mij wijsgemaakt dat Petrus in zijn brief voor het woord “uitleg” komt van een Grieks woordje dat zoveel betekent als ‘uitleggen’, ‘ontbinden’, of ‘oplossen’. Vrij vertaald: de Schrift is niet een soort van woordzoeker, waar je zelf naar hartelust en naar eigen inzicht mee kunt puzzelen.
De dwaalleraars, waarover Petrus in de volgende verzen spreekt, doen dit wel. Zij puzzelen hun eigen uitleg in elkaar en voeren zo “heimelijk verderfelijke afwijkingen in de leer” in (2 Pet. 2: 1). Ze gebruiken wel mooie, grote en dure woorden, maar die dienen alleen maar om hun eigen verkeerde verlangens en levensstijl te rechtvaardigen (2 Pet. 2: 3, 10, 13, 14, 18).
Aantrekkelijke dwaalleer, onaantrekkelijke toekomst
Zulke verkondiging is natuurlijk heel aantrekkelijk. Vandaar ook dat de apostel schrijft dat “velen” deze dwaalleraars “op hun verderfelijke wegen navolgen” (2 Pet. 2: 2). Geen wonder ook: wie wil zijn zonden niet met een theologisch verantwoord verhaal rechtgepraat hebben? Liever een preek die mij streelt en recht praat wat krom is dan eentje die helder en duidelijk aanwijst waar het niet goed gaat tussen God en mij.
Petrus spreekt zich uit tegen zulk eigenmachtig geknutsel. Gods Woord mag niet zomaar volgens je eigen gedachten, wensen of verlangens uitgelegd worden. We hebben immers te maken met woorden die Hijzelf geïnspireerd heeft. Wie dat negeert en daar tegenin gaat, komt buitengewoon slecht uit (zie 2 Pet. 2: 4-6).
Heiligen en ontheiligen
Calvijn vatte het in zijn uitleg van dit Bijbelgedeelte mooi samen. Daar schrijft hij dat we Gods Woord ontheiligen wanneer we zo arrogant zijn om alleen op onze eigen scherpzinnigheid vertrouwen en denken dat dit genoeg is om het te begrijpen. We hebben alleen profijt van de profetieën wanneer we afstand doen van ons verstand en onze eigen gevoelens en ons onderwerpen aan wat de Heilige Geest ons leert.
De puzzel opgelost
Zo bekeken hadden de mannenbroeders van Middelstum (want over die gemeente schreef ik in het begin) het goed begrepen toen ze keer op keer zongen: “Geef mij verstand, met godd’lijk licht bestraald.” De puzzel van Gods Woord moet ‘uitgelegd’, ‘ontbonden’ en ‘opgelost’ worden. Niet naar eigen inzicht, zodat er een plaatje ontstaat dat jou wel aanstaat, maar onder leiding van de schrijver Zelf. Alleen dan vallen alle stukken op hun plaats en zul je de oplossing, ja je Verlossing, zien. “Meng daarom geloof met wat je in de Schriften vindt; [en] acht je Bijbel hoog als een boek geschreven door heilige mannen, geïnspireerd, beïnvloed en bijgestaan door de Heilige Geest” (Matthew Henry).
Alexander Weggemans