Meer dan driehonderd mannen en vrouwen, meest ouderen en enige jongeren, kwamen van 19 september 2009 - 20 maart 2010 op negen zaterdagen bijeen voor de Vormingscursus in de Chr.Geref. Kerken. In Apeldoorn, Drachten, Goes en Sliedrecht behandelden hoogleraren en predikanten onderwerpen over identiteit en seksualiteit, het pastoraat, de belijdenisgeschriften, de apostel Paulus en het bijbelboek Dani?l. In dit artikel gaat ds. D. Quant in op algemene vragen rond identiteit en sexualiteit.
 
Iedere gelovige, elk mens komt voor de beantwoording te staan van vragen als: waar kom ik vandaan? Wie ben ik zelf? Waar ga ik naar toe? Wat is het doel van het leven? Allemaal vragen die cirkelen rond de identiteit van een mens. De beantwoording van deze vraag heeft gevolgen voor elk levensgebied.

God als Schepper en Onderhouder van het leven
Aan het begin van het leven staat het scheppend initiatief van de drie-enige God (Gen. 1:26,27 en 2:7, vgl. 1:30; Joh. 14:7 en 1:18; NGB art. 12). Voor de vraag naar de identiteit van elk mens is dit een belangrijk gegeven, vgl. HC zondag 3. De mens is gesteld in de verhouding tot Hem die hem tot leven riep. Ook na de zondeval is dit principe gebleven. Het betekent dat de mens zelf niet g?ddelijk is, maar sch?psel. En voor de bedoeling van zijn leven is hij aangewezen op erkenning van en ontmoeting met de Schepper, die hem de levensadem inblies en van wie hij door moedwillige ongehoorzaamheid afscheid nam. Vgl. ook 1 Kor. 15:45, Job 27:3 en 33:4. Na de zondeval is hij wel mens gebleven, zij het met een geschonden identiteit; vgl. ook NGB art. 14.
Antwoorden vanuit de geschiedenis
In de loop van de geschiedenis zijn verschillende invalshoeken gekozen om de identiteit van de mens te bepalen. Bijvoorbeeld door een scheiding aan te brengen tussen rassen en standen of lagen in de bevolking (ras bepaalt identiteit). Of: een mens kan tot zijn doel komen door afzondering in een klooster of kerkelijke gemeenschap. Een derde invalshoek: het denken van de mens bepaalt zijn identiteit. Wat ook kan: de mens is waardevol omdat en voor zover hij produceert. En in deze tijd is er de mens van wie de identiteit bepaald lijkt te worden door egocentrische ik-beleving. Hier is God echter als Schepper ge?limineerd. Dan komt openbaar wat in het hart van de zondaar sluimert: het recht van de sterkste!

Gods blijvende trouw en ontferming
De mens is veranderd. Er is afstand tussen God en de mens. God zoekt die afstand te overbruggen. Want Hij is dezelfde gebleven in zijn zondaarstrouw en genade; vgl. Psalm 8:6-9, Hand. 17:24-27 en 30:31, Hebr. 2:5-9 en NGB art. 13. Dat is de gouden draad die men door heel de Schrift heen vindt. Dat begint al in het verloren paradijs. Daar roept God zondaren terug in zijn gemeenschap. Juist wie aan de oproep gehoor geeft, krijgt met God te doen. In zijn ontdekking aan de schuld, en ook in de toegepaste verzoening en vernieuwing. Dit is niet iets van zijn uiterlijk, maar het heeft met zijn identiteit te maken. Het schepsel van God wordt tot mens van God, zie 2 Cor. 5:17 en 1 Tim. 6:11. Hij/zij komt in het leven tot Gods plan, tot zijn doel. Dat betekent: gekend te zijn zoals je bent, als zondaar voor God, ?n te mogen worden zoals God je hebben wil en vernieuwen kan. Of zoals de Heiland het heeft verwoord in Matth. 22:37-40: God lief te hebben boven alles en de naaste als zichzelf. Hier mag ik er zijn, zoals God mij gemaakt, verlost en bedoeld heeft.
Hier is een vorm van ?eigenliefde?, anders dan de moderne mens van tegenwoordig beoefent. Deze Bijbelse eigenliefde is namelijk ingekaderd in Gods wet en bloeit op uit de gehoorzame relatie tot God. Zij heeft positieve consequenties voor alle relaties waarin de mens geplaatst is. Naar God toe, naar de naaste, zichzelf en het milieu.

Een twee-eenheid (over relatievorming)
God heeft de mens geschapen tot de relatie met Hem, maar ook met elkaar: ?Het is niet goed dat de mens alleen zij?. In Gen. 2:20 wordt dit geopenbaard. Adam was geschapen. Hij had opdracht alle dieren namen te geven, mannetjes en wijfjes. Zo komt hij er achter dat hem een wederhelft ontbreekt. Adam heeft niemand die hij lief kan hebben als zichzelf. Zonder de naaste is de mens onvolledig. De menselijke twee-eenheid in het huwelijk is beeld van de gemeenschap met en van God, Christus en de gemeente. Zie Gen. 5:2. Mal. 2:15 en Ef. 5:32.

Bruiloftslied
Adam valt in een diepe slaap. God maakt hem een vrouw uit Adams rib, Gen. 2:21. Let op: uit een rib! ?Niet uit zijn hoofd om hem te overtreffen. Niet uit zijn voeten om door hem vertrapt te worden. Maar uit zijn zijde als een hulpe tegenover hem - onder Adams arm vandaan, om door hem beschermd te worden. Vlakbij zijn hart vandaan, om door hem bemind te worden? (M. Henry). Zelf leidt de HERE haar tot Adam en hoor hem vervolgens het bruiloftslied op zijn Mannin zingen in Gen. 2:23! Dat is een scheppingsgegeven dat in het NT terugkeert. Wat Adam ook in het verloren paradijs moet achterlaten, zijn Eva (moeder van alle levenden, Gen. 3:20) mag hij meenemen. Het huwelijk(sleven) gaat mee de heilshistorie door. ?Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aankleven en zij zullen tot een vlees zijn?, zie Gen. 2:24 en Matth. 19:4-6; ook Ef. 5:31. Als man en vrouw door Gods hand tot elkaar gebracht zijn, mogen zij tot ??n vlees worden: de totale eenwording tussen man en vrouw die na en naast de geestelijke gemeenschap, ook de seksuele omvat, als een verbond (Ef. 5:26)

?Man-vrouw schiep Hij hen?
Tegenwoordig wordt de vraag gesteld of het begrip ?man en vrouw? niet opnieuw gedefinieerd moet worden. Op priv?terrein wordt het strikte onderscheid man-vrouw losgelaten. In diverse geledingen van de samenleving ontmoet het geen weerstand (meer) dat de ene vrouw mannelijker is dan de andere. En omgekeerd. Maar daarbij gaat men veelal op uiterlijke kenmerken af. Maar in het licht van de Bijbel wordt het man of vrouw zijn niet concurrerend bedoeld. Er is iets anders voor nodig om de man-vrouw verhouding in het goede perspectief te zien. Dat heeft te maken met wat de Schepper zelf voor ogen stond toen hij de mens als mannelijk en vrouwelijk schiep. Man of vrouw zijn naar Gods beeld heeft niet in de eerste plaats te maken met ons uiterlijk of de hoeveelheid testosteron die het lichaam aanmaakt, maar met het doel dat de Schepper voorheeft met elk van zijn schepselen, volgens zijn plan. Overigens betekent dat niet dat er een waterdichte scheiding is: de Schrift gaat ons zelf daarin voor, wanneer deze spreekt over God die te vergelijken is met een vrouw die zich ontfermt over het kind van haar schoot (Jes. 49: 15, 66:13): God die zich ontfermt als een vader en troost als een moeder.

Bijbelse begrippen voor liefde
In de Bijbel worden  verschillende woorden voor ?liefde? gebruikt:
Met het woord eros wordt de lichamelijke liefde (erotiek) aangeduid. Dit woord treffen we niet aan in het Nieuwe Testament. De zaak zelf komt wel degelijk aan de orde; zie 1 Cor.7:4. Daarnaast komen we het woord philia tegen. Daar wordt liefde tussen mensen onderling bedoeld: kameraadschap. Er is ook de goddelijke en opofferende liefde van God: agap?. Deze liefde is gave van de Heilige Geest.
Begrippen die liefde aanduiden dienen in onze tijd altijd opnieuw Bijbels geijkt te worden. Dan komt de mens tot zijn identiteit zoals God, zijn Schepper en Verlosser, die bedoeld heeft, en dan zal de mens zich ook ?thuis? voelen en vreugde beleven.

Huizen                          
 D. Quant
 

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...