Trouw en tijdig (2)
?Het vormen van het godsbeeld begint op de commode?, dat was het laatste zinnetje dat ik hoorde en op schreef van de lezing van dr. Hanneke Schaap-Jonker*. Ik durf best een gokje wagen: ik denk dat niemand van mijn collega?s dat zinnetje nog weet. Waarom ik wel? Omdat het bij mij bleef haken. Waarom? Omdat ik - beter mijn vrouw en ik -, nogal op pleegzorg betrokken zijn en dat juist zo vaak hebben meegemaakt in het negatieve: een kind dat door misstand of erger misbruik het vertrouwen is kwijtgeraakt in vader en moeder en mitsdien in God de Vader. Met dit voorbeeldje zit ik precies in de kern van de lezing van Dr. Schaap: iedereen hoort en onthoudt zijn eigen preek. Het zal u en jou voortdurend overkomen.
De ouderen onder ons weten nog hoe moeilijk het was om te luisteren naar een preek. Boeren en bakkers en vissers vielen maar wat gauw in slaap. Logisch. De hele week gewerkt, ?s morgens vroeg op en dan opeens de rust in de kerk, met in de winter soms ook nog de warme kachelpijp net langs je bank. Boeren en bakkers in een mum van tijd onder zeil, tot in de kerkenraadbank aan toe. In sommige gemeenten kende men het gebruik dat een dreigende slaapkop ging staan om wakker te blijven. Handige predikanten hadden er een handje van ofwel om een diepe en lange stilte te laten vallen, een klap op de preekstoel te geven of opeens met bulderende stem aan te heffen over voordeel en oordeel van het Evangelie. Schaapachtig ontwaakten de slapenden. Al die dingen zijn nu niet minder. We zitten nu met zoveel dingen in ons hoofd en aan ons hoofd; bij jongeren soms zelfs letterlijk de oordopjes of, trillend in de broekzak of tas, de mobiel. Kortom: we moeten als predikers door heel wat linies breken om uw en jouw aandacht te trekken en om uw en jouw hart te bereiken.
Ruis op de lijn
Dr. Schaap hield ons voor dat er bij de hoorders drie factoren zijn die het beluisteren van de preek danig be?nvloeden. 1. Je psyche ofwel je persoonlijkheidsstructuur. Je bent je er meestal niet zo bewust van hoe je denkt over jezelf of over anderen. Maar dat speelt wel degelijk een rol bij het luisteren. Ben je een optimistisch mens, dan ben je eerder geneigd de positieve en stimulerende dingen die gezegd worden in de preek op te pakken. Ben je meer een ?mensje in mineur?, dan kunnen diezelfde woorden van de dominee je ergeren: ?Dominee zal wel gelijk hebben, maar ik beleef dat niet zo.? 2. Een tweede factor bij het luisteren is je godsbeeld, dat wil zeggen hoe jij persoonlijk God ziet en door jou wordt ervaren. Is de Here in je voorstelling en beleving het meest een Vader, dan zal dat wanneer dat in de preek genoemd worden, makkelijk bij je landen en ?iets met je doen?. Zie en beleef je God meer als de machtige Majesteit, die te vrezen is, dan zullen diezelfde woorden over de Vader, niet zo gemakkelijk je raken en steunen. ?Het zal wel waar zijn en bijbels, maar de Here is voor mij een verschrikking.? Zulke beelden hebben we ons gevormd door de Bijbel, door de opvoeding, door de kerkelijke cultuur, door al of niet positieve ervaringen. Ik weet hoe een (be)dreigend godsbeeld, mensen kan achtervolgen tot aan de Avondmaalstafel aan toe. Wat me daarbij opviel dat, met eerbied gesproken, God dan beeld en stem krijgt van een vroegere dominee die ?zo ernstig kon waarschuwen.? 3. Een derde factor bij het luisteren is je stemming. Dit punt raakt natuurlijk factor 1, maar is ook net een slag anders. Je kunt best goed in je vel zitten over het algemeen, maar net die dag het ?niet trekken?. Te moe, te veel zorgen of drukte aan je hoofd. Dan kan er niet veel meer in je mandje vallen dat je verder helpt. Lijkt me overigens wel een factor die toeneemt in onze wereld vol met stress. Het heeft soms zoiets van het liedje van Acda en de Munnik: ?Ik ben mezelf niet en ook nooit geweest.?
De levens lezen
Dr. Schaap drukte ons op het hart dat we als dominees ons oor dus goed te luisteren moeten leggen bij de hoorder. We moeten ons bij het maken van de preek de vraag stellen: hoe die of gene naar die tekst zal luisteren. Je wilt bijvoorbeeld zeggen, en als troost en houvast meegeven, de boodschap dat de Here zegt: ?Je bent van Mij!? Zo?n woord kan een geweldige troost zijn voor een broeder of zuster die leeft in een veilige setting: een goede en liefdevolle vader en moeder vroeger, een fijne vrouw/man nu. Maar wat kan zo?n woord bedreigend overkomen voor die man of vrouw die opgegroeid is in een dreigende omgeving vroeger en nu. Die thuis moest horen: je bent mijn kind en je doet wat ik zeg, basta!? We moeten als dominees dus niet alleen de Bijbel leren lezen, maar ook goed de levens leren lezen. Ik herinner me nog dat ik eens weer zou onderwijzen over het 5e gebod: ?Eert uw vader en moeder.? Ik vertelde dat op een conferentie over onderwijs. Onmiddellijk na de lezing stond een zuster naast me en zei: ?Dominee, houdt u er dan wel rekening mee dat er mishandelde en misbruikte kinderen in de kerk zitten of dat er kinderen - soms al tot in de 60 of 80 ? die een beroerde vader of (stief)moeder hadden.? Ik kon haar geruststellen, want ik had geleerd op dat punt levens te lezen, maar ik moet het nog veel meer leren.
Brievenbus
Ik kom in sommige gemeenten voor het eerst preken. Soms heb ik in de kerkenraadkamer de vraag gesteld: Broeders, waar zit hier de brievenbus? Meestal kijken ze me dan wat verwonderd aan. De brievenbus? Ja, de brievenbus, waar zitten de mensen met hun gedachten, wat houdt hen bezig, wat speelt er in de gemeente, zijn er bijzondere omstandigheden? Ik moet als postbode van God de boodschap bezorgen, maar ik kan dat toch niet doen ?op de gok?. Ik ben geen Amerikaanse krantenjongen, die vanaf zijn fiets de krant de tuinen in mikt. Ik moet bezorgen. Eerlijk zo?n gesprekje helpt me dan wat voorwaarts en ook even dat gluren over de rand van de kansel. Wie zie ik? Hoe zitten ze erbij? O, dat kind met de duim in de mond tegen moe aan? Die jongens achter op de gaanderij achter een pilaar weggedoken... zwaar transport vanmiddag om de kloof naar de kansel te overbruggen. Gelukkig gaf Dr. Schaap mooie tips voor prekende herders: 1. Sluit aan bij de beleefwereld. Dat kan dus betekenen actualiseren, overigens zonder overdrijven. Ik hoorde eens dat, na een wat politieke preek in een zeg maar linkse kerk, een gemeentelid zou gezegd hebben: ?Dit was Brandpunt, goedenavond.? Actueel is, benoem dingen die spelen, zo mogelijk in woorden van vandaag. 2. Sluit in je taalgebruik en je boodschap aan bij de biografie van je hoorders en van hoe ze in elkaar kunnen steken. Dr. Schaap heeft ontdekt dat preken die zo gehouden zijn het meest in herinnering blijven. Die weet men nog als de dag van gisteren. Die hoor je terug tijdens bezoek aan een oude broeder of zuster in een zorgcentrum: ?Ds. Laman preekte eens en die zei toen....?.
Transformatorhuisje
De Here God heeft zijn Woord doen inslaan in teksten. ?Schrijf op wat Ik u zeggen zal!? Het is dus te lezen. Maar het wil ook weer gezegd en gehoord worden. Het is de viva Vox. Dat maakt preken meer dan een optelsom van tekst en toepassing. Het is confrontatie met het Woord en ontmoeting met het Woord. En ik, de prediker, sta daar tussenin als ?een transformatorhuisje?. Een gevaarlijke plek, want de vonken vliegen er soms af, maar ook een prachtige plek. Zo wil de Here gehoord en geloofd worden. Zo wil het Woord beantwoord worden. Hoorders van het Woord, dat bent u, dat ben jij en dat ben ik.
Assen
Stoffer Otten
*Meer lezen: Dr. Hanneke Schaap-Jonker, Ruimte om te horen, 100 pag., ?14,90, ISBN 978 90 755 3570 9, Uitgeverij Areopagus, Amersfoort.