Verlangen naar God (1)
De tweede reden ligt in het gegeven dat steeds meer christenen verlangen meer van God te kennen. Het ligt zo ongeveer in de lijn van ‘meer en meer te lijken op de Here Jezus’. Ik probeer me dan voor te stellen wat dat dan precies inhoudt dat ‘meer God te kennen’. Tenslotte werden mijn overwegingen gevoed door een boek van Tim Keller ‘Namaakgoden’, met als onderschrift ‘De lege beloften van geld, seks en macht, en de enige werkelijke hoop.’ Enige vingeroefeningen.
Goed vol
In het eerste gebod eist God de eerste plaats op. Hij moet prioriteit hebben in heel ons leven. Dat wil zeggen in ons denken, in ons voelen en in ons willen. Logisch, want Hij is God en wel de enige God. Opmerkelijk is dat de Heidelberger Catechismus ons probeert voor dit gebod te winnen door eerst een hele waslijst aan afgoderijen die wij zouden kunnen bedrijven en verzinnen, op te sommen. Dreigend klinkt het: dat ik op straffe van mijn heil te verliezen, alle afgoderij, tovenarij, waarzeggerij, bijgeloof enz. vermijd en ontvlucht. In vraag 94 wordt ons dan ook nog eens uit de doeken gedaan wat afgoderij is. Kort gezegd: iets anders bedenken dan God of op iets anders vertrouwen stellen dan op God. De schrik slaat ons om het hart. Zeker wanneer we daarbij ook nog bedenken dat Calvijn gezegd heeft dat ons hart een afgodenfabriek is. Ach, arme ik. Natuurlijk wordt daarna in Zondag 34 wel positief gezegd wat het eerste gebod vraagt/eist: ‘Dat ik de enige, ware God op de rechte wijze erken, Hem alleen vertrouw... Hem met mijn hele hart liefheb, vrees en eer.’ Versta me goed, ik heb niets tegen de catechismus. Maar ik wil het toch ook een keer anders zeggen. Ons hart wil gewonnen worden voor het eerste gebod niet door het negatieve, maar door het positieve: God alleen de glorie! Concentreer je daarop met heel je hart, heel je ziel en alle kracht. Wie vervuld is van de glorie van God en voor God, heeft geen plaats meer voor afgoderij. Wanneer het glas van ons leven goed vol is, dan kan er geen druppel kwaad spul meer bij.
God eerst
Zoals gezegd stelt de Westminster Confessie dat voorop. Mijn goede vriend uit Nieuw Zeeland, Ernst van Rij, met wie ik studeerde in Brussel en meemaakte in het Wegwijzer- en YEK-werk, kon de vraag en het antwoord zo opdreunen: ‘What is the chief end of men? Answer: ‘Man’s chief end is to glorify God, and to enjoy him forever.’ (Zie de vertaling in de inleiding.) En ik kan niet anders zeggen, dat kende hij niet alleen uit zijn hoofd, maar ‘by heart’. In zijn hart. Opmerkelijk genoeg vond en vind ik dezelfde gerichtheid of drive bij John Piper. Aad Kamsteeg spreekt daar uitvoerig over in zijn boek ‘De Kerk die leeft’. Op de kerk waar Piper predikant is, de Bethlehem Baptist Church in Minneapolis, flitsen de neonletters aan: A Passion for God. Kamsteeg schrijft dan: ‘Is dat niet precies wat de puritein typeerde? De puriteinen wilden dat heel het leven doordrongen was van de eer van God. Piper sluit in zijn preken en theologie nadrukkelijk aan bij de beroemde Jonathan Edwards. “Ware religie bestaat grotendeels uit heilige gevoelens. Er zijn kerken waar men orthodox is in de leer, maar waar het tegelijk nogal saai is. Dat komt mede doordat men de ervaring in verband brengt met subjectivisme, waarvoor men – terecht - erg benauwd is. Maar daardoor dreigt ook het besef weg te ebben dat God kennen alles te maken heeft met houden van, met vreugde in Hem, met vervoering, met een levende band.”
Vreugde verheerlijkt
Wat dus voorop moet staan is de glorie aan God en vandaaruit de vreugde in God. Of moet ik schrijven: door de vreugde in God. Zo legt Piper de Westminster Confessie uit. ‘Wat is het voornaamste doel van de mens?’ Antwoord: ‘Het voornaamste doel van de mens is om God te verheerlijken door Hem eeuwig te genieten.’ God verheerlijken en van God genieten, zo zegt Piper, zijn geen twee doelen die los van elkaar staan. Ze zijn innerlijk verbonden. Het genieten van God is een middel om God te eren.’ Ik vind dat mooi. Uiteraard is dit niet helemaal nieuw of helemaal niet nieuw. De geschiedenis van de kerk kent tal van voorbeelden waarin de vreugde in God, God verheerlijkend was en werd gevierd in ingetogenheid, zuiverheid en...uitbundigheid. De lof aan God was luide! Het bijbelse woord ‘vreze des Heren’ verwoordt dat alles nog wel het diepst. Wij hebben de boel wat opgedeeld in geloof, vertrouwen, liefhebben en doen. Dan wordt het automatisch statisch en steriel. Vreze des Heren, dat wil zeggen, God verheerlijken door je voor eeuwig te verheugen in Hem, gutst over de randen van je bestaan heen en doorstraalt, doortintelt alles. Wanneer je goed vol bent, is er geen druppel ruimte meer voor kwaad spul: afgoderij.
Hoe meer afwezig
Nu kom ik zo’n beetje waar ik wezen wil. Hoe meer God afwezig is of hoe meer we klein denken van God, des te groter is de kans dat er veel ruimte is voor afgoderij. Om bij het beeld te blijven: een leeg glas kan nog met van alles gevuld worden. Op ons toegepast: de kans dat afgoden dan ons leven vullen is dan zeer groot, want terecht zegt Calvijn dat ons hart een afgodenfabriek is. Dat het lege hart (opnieuw) vervuld wordt met onreine geesten, leert Jezus ons in Lucas 11:24-25. Hoe dat eruit ziet in onze tijd, daarover schrijft Tim Keller in zijn boek Namaakgoden. Hij schrijft: ‘De hedendaagse maatschappij verschilt niet fundamenteel van de antieke maatschappij. Elke cultuur heeft ook zijn ‘priesters’, zijn totems en zijn rituelen. Elk heeft zijn heiligdommen - of het nu kantoorflats, kuuroorden en sportzalen, studio’s of stadions zijn - waar mensen offers moeten brengen om de zegeningen van het goede leven deelachtig te worden en rampspoed af te wenden.’ (pag. 11). ‘De enige manier om van de destructieve invloed van namaakgoden los te komen is terugkeer naar de enige ware.’(pag. 21). De Westminster Confessie zou zeggen: ‘Terugkeer naar het voornaamste doel waarvoor we geschapen zijn: God de glorie te geven door je in Hem te verheugen voor eeuwig’. Maak er vanaf deze minuut – opnieuw - een begin mee.
Assen
Stoffer Otten
N.a.v. Tim Keller, Namaakgoden, 182 pag., € 16,95, ISBN 978 5194 383 2, Uitgeverij Van Wijnen, Franeker.