De dood komt steeds later
De gemiddelde levensduur van de Nederlander gaat omhoog. Een belangrijke bijdrage daaraan wordt geleverd door de geneeskunde. De medische wetenschap heeft een hoge vlucht genomen. Er zijn nieuwe medicijnen ontdekt en nieuwe technieken ontwikkeld. Veel is mogelijk op medisch gebied, ook soms uitstel van het sterven. Toch zal eens het einde komen. Afstel is er niet.
Rondom het levenseinde liggen veel vragen. Daarover heeft Doeke Post een boek geschreven. Post is onder meer werkzaam geweest als huisarts. Ook was hij hoogleraar sociale geneeskunde in Groningen. Het boek maakt duidelijk waarover in deze tijd de discussie gaat. Het is geschreven vanuit een sterke betrokkenheid bij de zorg. De emeritushoogleraar waarschuwt terecht tegen de macht van de technologie. Niet elke behandeling die mogelijk is, is wenselijk. Ook laat Post een waarschuwing horen tegen het gevaar van verzakelijking van de medische wereld en de overheersing van het economisch denken in de gezondheidszorg. Mondige patiënt
Post wijst erop dat we voorbereid moeten zijn op ons einde. Dat kan bijvoorbeeld door het opstellen van een wilsverklaring. Ook zouden we een volmacht kunnen geven aan een vertrouwd persoon die in onze naam een beslissing neemt wanneer wijzelf daartoe niet meer in staat zijn.
Grote waarde hecht Post aan de mondigheid van de patiënt. Deze moet zelf de richting aangeven in vragen over zijn levenseinde. Daarbij mag hij zich niet alleen door zijn eigen situatie laten leiden. Hij moet een beslissing nemen die hij in de gemeenschap waarin hij staat, kan verantwoorden. Niemand neemt een beslissing alleen voor zichzelf.
Kritiek heeft Post op het burgerinitiatief Uit Vrije Wil. Dat initiatief komt op voor het recht van mensen om een einde aan hun leven te maken wanneer zij vinden dat hun leven voltooid is. Wie het leven ondraaglijk vindt, zou gebruik mogen maken van zijn zelfbeschikkingsrecht. Terecht merkt Post op dat het beëindigen van het leven geen oplossing is voor de nood van eenzaamheid. Evenmin is dit een passende reactie op het gevoel van zinloosheid. Vooral is aandacht van de arts voor zijn patiënt nodig. Die aandacht kan veel wegnemen van de moeite van de patiënt. In heel de zorg is aandacht een groot goed.
Belangrijk is dat de arts zijn patiënt geen schade doet. Hij zal stoppen met een medische behandeling wanneer deze geen verzachting van het lijden brengt. Er zijn grenzen aan het medisch handelen. Wanneer een behandeling medisch gezien geen zin heeft en het levenseinde zich aankondigt, zullen we daarvoor respect moeten hebben. We moeten van ophouden weten.
Barmhartigheid
Wel blijft een patiënt die niet meer behandeld kan worden, recht houden op de nodige zorg. Wat dat betreft is palliatieve zorg bijzonder waardevol. Deze zorg is als een mantel (pallium) om de patiënt. De patiënt kan in een instelling voor palliatieve zorg of in een thuissituatie allerlei vormen van lichamelijke en geestelijke zorg ontvangen. Terecht wordt daarvoor de laatste jaren steeds meer aandacht gevraagd.
Uitgangspunt voor Post is niet alleen dat een arts de patiënt geen schade mag doen, maar ook dat deze de patiënt goed moet doen. De patiënt dient de behandeling te ontvangen waar hij recht op heeft. Die behandeling zal altijd moeten plaatsvinden in een situatie van echte ontmoeting. De patiënt is een aan zijn arts gelijkwaardige gesprekspartner. Vanuit die situatie van gelijkwaardigheid zal de arts barmhartigheid betonen aan zijn patiënt. Post maakt daarover goede opmerkingen. Maar hij maakt ook opmerkingen die vragen oproepen.
Soms eist barmhartigheid volgens Post dat het leven van een patiënt wordt beëindigd. Hij spreekt over een 'noodingreep' in een situatie waarin het uitzichtloze en ondraaglijke terminale lijden niet meer bestreden kan worden. De arts mag wanneer de patiënt hem dat vraagt en met in achtneming van strikte zorgvuldigheidseisen in die situatie zo handelen dat de dood (versneld) intreedt. Post doet deze uitspraak vanuit een groot mededogen met de patiënt. Zijn overwegingen zijn gebaseerd op de wens dat het handelen in de gezondheidszorg een handelen uit barmhartigheid is. Dat is een sterk punt in dit boek. Maar toch maakt Post hier een wending die grote vragen oproept. Hij maakt de overstap van een beslissing over het beëindigen van een behandeling naar een beslissing over het beëindigen van het leven. Dat is een stap die in het licht van de Schrift niet verantwoord kan worden. Hierin wijst Post ons niet de juiste weg.
Weliswaar kan een beslissing tot stopzetting van een behandeling vanwege de medische zinloosheid daarvan leiden tot het intreden van de dood. Grenzen kunnen niet altijd duidelijk worden aangegeven. Maar het uitgangspunt van beide beslissingen is fundamenteel verschillend. Het beëindigen van een behandeling verschilt fundamenteel van het beëindigen van het leven.
Wilsonbekwame patiënten
Ook spreekt Post over de situatie van comateuze patiënten en ernstig dementerenden. Dezen bevinden zich niet in een situatie van ondraaglijk lijden. Het is dan met name de familie die een moeilijke weg moet gaan. Verder kunnen deze patiënten geen verzoek doen tot levensbeëindiging.
Post pleit ervoor dat bij comateuze patiënten het natuurlijke stervensproces zijn loop krijgt. Dat houdt in dat artsen ervoor kunnen kiezen dat zij een patiënt niet behandelen bij complicaties en bijkomende infecties. Dat kan ook het beleid zijn bij ernstig dementerenden. Ook dan kunnen artsen ervoor kiezen niet te behandelen wanneer de patiënt voor de zoveelste keer een longontsteking heeft opgelopen.
Volgens Post mag het leven van een comateuze patiënt echter wel worden beëindigd wanneer deze een wilsverklaring daaromtrent heeft opgesteld of een gemachtigde in zijn plaats dat besluit heeft genomen. Ook een dementerende patiënt kan over een zorgverklaring beschikken of iemand gemachtigd hebben. In die verklaring die vóór zijn ziekte is opgesteld, kan de opsteller bijvoorbeeld aangeven dat hij bij een 'onwaardig leven' geen levensverlengend handelen wenst. Met 'onwaardig leven' doelt Post op de toestand waarin een ernstig demente patiënt ontluisterende handelingen verricht en in het algemeen lijdt aan decorumverlies.
Behandeling stoppen
Maar ook op dit punt wijkt Post af van wat hij in zijn gereformeerde opvoeding heeft meegekregen. Ontwikkelingen in de samenleving zijn volgens hem richtinggevend voor ons denken over goed en kwaad: het christelijk geloof geeft geen andere inzichten dan die de algemene ethiek kan bieden en doet niet anders dan bepaalde accenten leggen op wat we uit andere bronnen kunnen weten. Dit is een standpunt dat we vandaag veel tegenkomen, maar waarin we niet kunnen meegaan.
Stellig mogen wij een zinloze medische behandeling beëindigen, en dat moet ook wanneer de patiënt schade wordt toegebracht. Eveneens mogen en moeten we een patiënt medicijnen geven die de pijn verlichten, ook al weten we dat een bijwerking van die medicijnen is dat het stervensproces wordt versneld. Maar die medicijnen hebben als doel het verlichten en bestrijden van de pijn. We gaan een grens over wanneer we een behandeling toepassen die bewust gericht is op het beëindigen van het leven. Ons leven ligt in Gods hand.
Feanwâlden
D.J. Steensma
N.a.v. Doeke Post, De dood komt steeds later. Het einde van het leven in discussie. Meinema Zoetermeer 2010; 185 blz.; ISBN 978 90 211 4270 8; Prijs € 16,90.