Drs. A.J.T. Ruis wordt de nieuwe predikant van Damwoude
Kunt u iets vertellen over uw leef-, woon-, gezins-, studiesituatie?
Ik ben geboren in 1978 en afkomstig uit Sliedrecht. Tijdens en na mijn doctoraalstudie theologie aan de Universiteit Utrecht heb ik – in totaal vijftien jaar – met vreugde gewerkt als docent in het voortgezet onderwijs. De laatste twaalf jaar gaf ik les in de vakken Godsdienst, Latijn en Grieks. Mijn vrouw (30) en ik hebben vier kinderen van de Heere ontvangen: Rosalyn (10), Bernard (8), Florens (6) en Maurits (1,5). In 2007 ben ik toegelaten tot de studie voor predikant aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en in februari van dit jaar mocht ik deze studie afronden.
Waarom bent u eigenlijk predikant geworden?
Kort gezegd: Omdat de Heere daartoe geroepen heeft. Zonder die roeping kan het niet. Met die roeping blijft er ten diepste geen andere weg over. Daar zorgt de Heere Zelf voor.
Wie was uw favoriete leermeester?
Ik noem er drie. Allereerst een stem uit het verleden, namelijk die van James Durham (1622-1658). James Durham was predikant in het Schotland van de zeventiende eeuw. Hij heeft verschillende Bijbelverklaringen (o.a. Hooglied, Jesaja 53 en Openbaring) nagelaten en ook een aantal preken. Ze staan allemaal in mijn boekenkast. Zijn betrouwbare en praktische Bijbeluitleg en zijn prediking van ‘vrije genade’ spreekt me zeer aan.
Vanuit het Schotland van de zeventiende eeuw ga ik naar het Apeldoorn van de eenentwintigste eeuw. Van alle hoogleraren aan de TUA heb ik veel geleerd en ik ben dankbaar voor het ontvangen onderwijs. Het meeste contact heb ik in mijn studietijd gehad met professor Baars. In Apeldoorn was hij mijn mentor, maar ook de hoogleraar bij wie ik ben afgestudeerd (in de dogmageschiedenis). Professor Baars zal mijn bevestiger in Damwoude zijn en onder zijn leiding hoop ik ook verder te werken aan een proefschrift over Tertullianus, waaraan ik al vóór mijn studie in Apeldoorn enige tijd gewerkt heb. Die diverse contacten geven natuurlijk een bijzondere band.
Van Apeldoorn gaan we nog even richting het zuiden, naar de oudste stad van Holland, Dordrecht. Daar heb ik tijdens mijn studie stage gelopen bij drs. J.M.J. Kieviet. Van hem heb ik veel geleerd als het gaat om prediking, pastoraat en catechese. Ook hem zou ik zeker willen rekenen tot mijn leermeesters.
Kunt u zeggen waaruit u het liefste preekt? OT of NT of heeft een specifiek Bijbelboek uw voorkeur?
Ik heb niet zo’n duidelijke voorkeur. ‘Al de Schrift is van God ingegeven en is nuttig tot lering…’ (2 Tim. 3:16). Wanneer de Heere je aandacht richt op een bepaald Bijbelgedeelte om juist daarover te preken, kan dat ook wel eens een gedeelte zijn waaruit je op het eerste gezicht helemaal niet zo graag wilt preken, maar waar je toch niet los van komt. En waaruit de Heere dan soms ook verdiepend onderwijs wil geven.
Als het gaat om de verhouding tussen Oude en Nieuwe Testament: het lijkt me goed wanneer deze in de prediking in een zekere proportionaliteit aan de orde komen. Mooi vind ik het, als uit een Schriftlezing uit het Oude én uit het Nieuwe Testament blijkt, hoezeer de Schriften een eenheid vormen.
Steeds meer leeft ook in onze kerken het idee dat geloof zonder kerk ook wel kan. Hoe speelt u daar als predikant op in; met andere woorden, houdt u uw gemeenteleden (kinderen, jongeren en ouderen) warm?
Ik ben ervan overtuigd, dat we daarvoor niet allerlei ‘toeters en bellen’ uit de kast moeten halen. Het Woord moet het doen. De eenvoudige en eerlijke prediking van het Woord van God. Als dat Woord in de eredienst (gedeeltelijk) het veld moet ruimen en moet plaatsmaken voor drama, liturgische rituelen en interactieve elementen, wordt het leeg in de kerk. Het geloof is uit het gehoor en het gehoor is door het (gepredikte) Woord van God.
Moet u binnenkort samen op Friese les?
Dat zou best kunnen. In elk geval willen we de Friese taal graag leren verstaan. Want uit de diverse ontmoetingen in Friesland is ons al gebleken, dat voor de Friezen hun eigen taal erg belangrijk is. Ze zijn er trots op en kunnen zich er ook vaak het makkelijkst in uitdrukken. Ik hoop dat de mensen straks rustig Fries tegen ons zullen praten. Dan zijn zij het meest op hun gemak en leren wij de taal het snelst. Al zullen we dan ook echt wel eens moeten vragen naar de betekenis van een woord of zin…
Wat is uw favoriete vakantiebestemming en gaan de studieboeken dan ook mee?
Eigenlijk zijn mijn vrouw en ik helemaal niet van die ‘vakantiemensen’. Maar onze kinderen vinden het wel erg leuk, als we in de zomer een paar weekjes weggaan. Afgezien van een aantal weken in het vakantiehuis van vrienden op de Veluwe, zijn we in ons huwelijk maar twee keer op vakantie geweest. Allebei de keren in Friesland! En dan gaan er wel theologische boeken mee, ja, maar meer meditatieve boeken. Overigens komen we meestal met meer (theologische) boeken terug dan waarmee we vertrokken zijn, omdat ik het op vakantie vaak niet kan laten om even te snuffelen in diverse boekhandels.
Hebt u al een abonnement op het Kerkblad voor het Noorden (KvhN). Waar liggen uw aandachtsgebieden om (wanneer wij u daar naar vragen) eens iets te schrijven voor het KvhN?
Het Kerkblad voor het Noorden is niet helemaal onbekend voor me: ik heb er diverse malen in gelezen, als ik in het Noorden moest preken en tussen de diensten te gast was bij een kerkenraadslid.
Schrijven voor het Kerkblad voor het Noorden lijkt me in eerste instantie iets voor oudere en wijzere scribenten. Maar als mij gevraagd zou worden, een artikel te schrijven over de Bijbeluitleg of over de prediking van James Durham en zijn geestelijke vrienden, zou ik het nog niet zo gemakkelijk vinden om ‘nee’ te zeggen.
Hartelijk dank voor het beantwoorden van de vragen. De redactie wenst u en uw gezin een goede en gezegende tijd toe in Damwoude.
Dokkum
Pieter Sijtsma