Tik zegt de klok. Een seconde verder en het jaar 2011 is verleden tijd. Heden is het 2012. Een nieuw jaar in een oude wereld. En – alsof de tijd alle wonden heelt – ons overvalt een gevoel van een schone lei. Een nieuwe start. ‘Veel heil en zegen’ en ‘gelukkig Nieuwjaar’ wisselen elkaar af bij het handen schudden en omhelzen. Op de achtergrond het geknal en het in schitterende kleuren uiteenspatten van vuurwerk.
Een traan wordt hier en daar weggepinkt. 2011 was het jaar waarin moeder wegviel. Of pa. Of het jaar waarin de scheiding werd uitgesproken. Of die dag in 2011 waarop je te horen kreeg over die (bijna) niet te genezen ziekte. Dat er ruzie ontstond binnen de familie. Zo bladeren we terug in ons virtuele of papieren dagboek. Bekend zijn we met de woorden van Prediker 3. Voor alles wat er gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. En daar volgt de opsomming: een tijd om te…
Eén dag
Eén dag. Veel verder kunnen we niet zien. Ondanks modellen waarin de komende dagen voorspeld worden. Morgen sneeuwt het. Ja, op grond van de huidige stand van zaken denken we dat. De weerman weet dat het morgen sneeuwt als alle vooronderstellingen bij het maken van de voorspelling niet veranderen. Nu ik dit artikel schrijf hoor ik op de radio dat het Centraal Economisch Planbureau voor 2012 90.000 meer werklozen voorspelt. Achteraf blijkt of dat klopt. We turen in de toekomst maar we hebben er geen vat op. De Here Jezus zegt toch ook zoiets? Wie van jullie kan door zich zorgen te maken één el aan zijn levensduur toevoegen? Jezus spreekt deze woorden in het kader van zorgen die we ons maken. De last van het willen beschikken over de dagen die komen wordt ons door de Heiland afgenomen: laat God nou maar voor je zorgen. Plan en voorspel maar. En weet tegelijk dat het allemaal Deo volente is.
De dag van gisteren
Sommige zaken weet en ervaar je nog als de dag van gisteren. Dat vergeet ik nooit weer! Dat zijn de bijzondere dagen waarin vreugde of verdriet zich naar voren dringt, waarin schaamte of bevrijding de boventoon voert. Die dagen schuif je als een kraal aan de ketting van je leven. De ene kraal werd toegevoegd met woorden van dank aan God (of was je vergeten Hem te danken?). De andere kraal kon alleen worden geregen met een gebed van vergeving tot God (of is dat gebed nog niet uitgesproken en ‘loop’ je er nog mee?). Eergisteren was je een kind. Gisteren een tiener. Daarna jongvolwassene. Vader of moeder geworden. Ben je alleen gaand. Opa, oma nu. Zo rijgen de dagen zich aaneen. En voor je het weet ben je bezig met achterom kijken. Zo was het en zo ging het. De kansen gegrepen of met (lichte) pijn: had ik maar… De ketting van alledag is zo reëel dat we regelmatig vergeten dat we pelgrims zijn, op weg naar het nieuwe Jeruzalem. Dat is toekomstmuziek die gisteren en vandaag vaak niet kan overstemmen. En bovendien: dat nieuw Jeruzalem komt daar nog wel wat van? We wachten al zolang. De ketting van dagen, maanden en jaren lijkt oneindig. Wordt die continue stroom ooit nog doorbroken door de komst van Jezus op de jongste dag?
Eén dag duizend jaar
Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. Die wijsheid geeft de apostel Petrus ons mee. Soms worstelen we met deze tekst. Die lazen ze toch ook in het jaar 400. En in 1200 en 1850. Dan zullen ze die ook nog wel lezen in het jaar 10.000 als er tien dagen op Gods kalender zijn verstreken. Hoe reëel is het dan te denken dat de dagen waarin wij leven de laatste dagen zijn? Twee dingen daarover. In de eerste plaats moeten we onze rekenmachine maar inleveren bij de ingang van de kerk. Gegoochel met jaartallen is interessant maar binnen de kerkmuren is het eerder strafwerk dan geestelijk werk. De Here Jezus vraagt ons maar één ding: ben je er klaar voor. Of anders gezegd: zie je uit naar zijn komst? Vandaag kan de laatste dag zijn. En vind je dat fijn? Dat is een boeiende kwestie. Het is de zoektocht van Jezus naar ons hart. Het is de klop van Hem aan de deur van ons bestaan. Ik hou van jou. Hou jij van Mij? Sta je als een verliefde vriendin op de uitkijk naar de Vriend van het eeuwige leven? Wat hebben wij de Geest van God nodig om te blijven verlangen naar Gods toekomst!
Het tweede dat hier gezegd moet worden is dat er aan Petrus’ woorden een liefdevolle missionaire spits zit waarin het geduld van God helder naar voren komt. Als Hij vandaag niet komt dan geeft dat de mogelijkheid je vandaag om te keren naar God. Was Hij gisteren gekomen dan kon het zomaar te laat zijn geweest! Dan was je niet op tijd tot inkeer gekomen. Dan zou je verloren zijn gegaan… Ik herinner me dat prachtige verhaal van Koning Jezus, zittend aan de rechterhand van zijn almachtige Vader. De Here Jezus, Hij zit op het puntje van zijn troon. Buigt zich voorover. Ziet zijn wereld. Wendt zich tot zijn Vader en vraagt: “Vader, mag Ik gaan? Vandaag de jongste dag?” En Vader kijkt zijn Zoon aan. “Lieve Zoon. Nog even wachten, nog even geduld. Hij kan zich nog omkeren. En zij kan dat ook nog. Hun wil ik in mijn geduld de ruimte en de tijd gunnen hun hart aan Mij over te geven.” In zo’n verhaal proeven we het verlangen en de liefde van God voor mensen van de dag die om Jezus wil bestemd zijn tot een eeuwig leven.
Uitzien
Gerald Troost heeft ’t prachtig onder woorden gebracht: Tot aan die dag, wil ik weten wie U bent, / wil ik leven dichtbij U en mij geven in aanbidding / Tot aan die dag wil ik horen wat U zegt / En uw woorden tot mij nemen als een kostbaar geschenk / Tot aan die dag. En zo mogen we (1 Petr.3:13) vertrouwen op Gods belofte en uitzien naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. En intussen doen we wat God ons te doen geeft.
Groningen
N. Vennik