In de rubriek ‘zo lees ik het’ schreef broeder D. Visser een artikel onder de titel ‘De raad van Naomi is een raadsel’. Naar aanleiding van een lezersvraag gaat hij in op het advies dat Naomi geeft aan Orpa en Ruth. Met een prachtige zegenwens zendt Naomi haar schoondochters terug naar Moab. Maar zijn die zegen en dat advies geen ‘geloofsverloochening’? Broeder Visser antwoordt ontkennend: ‘haar raad kwam voort uit een oprechte liefde voor Orpa en Ruth en is bovenal een vorm van zelfverloochening’.
Het artikel verschijnt op het moment dat we in Nieuwe Pekela samen proberen te luisteren naar het boekje Ruth. De vraag over Naomi’s advies drong zich ook aan ons op toen we samen hoofdstuk 1 lazen. Toch kwamen we door verscheidene overwegingen tot een ander antwoord.
Een dubieuze verhuizing
Het is crisistijd in Bethlehem. Ironisch genoeg is er hongersnood in het broodhuis. Elimelech ziet zich gedwongen om te vertrekken. Het gezin hield het blijkbaar niet meer uit in Bethlehem. De naamsbetekenis van de zoons Machlon en Chiljon (ziek/zwak?) doet niet veel goeds vermoeden voor wat hun gezondheid betreft. Het gezin van Elimelech en Naomi vertrekt naar Moab in de hoop op betere tijden.
Is dit een neutrale verhuizing? Ging ook Abraham niet door honger gedreven naar Egypte? De schrijver van Ruth geeft geen expliciet oordeel. Echter, de terminologie die in Ruth 1 gebruikt wordt, lijkt verdacht veel op de uittocht uit Egypte. Of die omgekeerde richting positief is? Tenminste twee zaken mogen we niet over het hoofd zien.
In de eerste plaats is een verhuizing van de velden van Efrata naar de velden van Moab beslist niet hetzelfde als een verhuizing van Nederland naar Canada. Immers, Israël is het beloofde land. Deuteronomium laat zien dat de Heere aan dat land zijn zegen had verbonden. Wanneer Israël de Thora zou houden, dan zou er geen onvruchtbaarheid of hongersnood in het land zijn. Terecht noteert Visser dat de familie Elimelech als ‘vreemdeling’ blijft wonen.
Ten tweede noemen we de ‘Messiaanse verwachting’. Door naar Moab te verhuizen is het onvermijdelijk dat hun zoons met een Moabitische zouden trouwen. Kan dan uit Elimelech de Verlosser nog voortkomen? De verhuizing van Elimelech en zijn gezin is op z’n minst dubieus.
Bitterheid in Moab
Als de bitterheid in Moab zijn dieptepunt heeft bereikt in het overlijden van de drie mannen hoort Naomi dat de Heere brood in Bethlehem heeft gegeven. Haar schoondochters trekken mee, maar Naomi kan haar zegeningen niet meer tellen vanwege de verbittering in haar binnenste. Ze zegt: ‘De hand van de Heere is tegen mij uitgestrekt.’ O ja, Naomi? Waaruit maak je dat op? Taxeer jij het overlijden van je geliefden als een straf van God? En waarom dan? Je krijgt in Ruth 1 de indruk dat Naomi verbitterd is en dat haar terugkeer nog geen bekering is (H. de Jong). Naar mijn inzicht meet zij met de menselijke maat als ze haar schoondochters adviseert om maar terug te keren naar Moab. Daar spreken ze de taal, daar vinden ze vast een nieuwe man. Maar aan dit advies kleven (naast het feit dat het in verbittering gegeven wordt) grote bezwaren.
De gang naar Moab betekent afscheid van het beloofde land. Moab lag onder de vloek van Deuteronomium 23. De redenen daarvoor waren dat Moab Israël niet verzorgd had tijdens de woestijnreis en dat Bileam Israël probeerde te vervloeken. Het woord ‘vloek’ is onlosmakelijk aan Moab verbonden. Bovendien was de god Kamos heer en meester in dat land. De god van de vruchtbaarheid eiste gruwelijke seksuele rituelen in het open veld en bovendien brachten de Moabieten hem kinderoffers. Daarmee komt de keus van Orpa lijnrecht tegenover die van Ruth te staan. Ruth blijft rein met Boas handelen (H3) en straks zal haar eerste vrucht de geslachtslijn van de Messias worden (H4). Hoewel de schrijver van Ruth inderdaad geen conclusies over de gang van Orpa trekt, lijkt de keus tussen Moab en Israël zo een keus van leven of dood.
De Almachtige of de God van het verbond?
Naomi noemt God de Almachtige. Misschien is die aanduiding veelzeggend. Is voor Naomi ‘de Almachtige’ ook nog de Heere, de God van het verbond? Of speelt ze hier (tussen de regels door) Gods liefde uit tegen zijn almacht? Heeft de verbittering haar ogen gesloten voor Gods genadige leiding in haar leven? Naomi kon niet weten dat Ruth uiteindelijk niet zou vallen onder de wet van Deuteronomium 23, maar onder de genade van Deuteronomium 25 (het zwagerhuwelijk). Terecht merkt Visser op dat ‘Naomi’s geloof gemengd is met ongeloof’. Maar ik vrees dat haar ongeloof wel de boventoon voert in het advies aan haar schoondochters. Midden in de crisis van het bestaan houdt Naomi in Ruth 1 geen rekening met de Heere, die nooit loslaat wat zijn Hand begon. Dat gebrek aan vertrouwen bij Naomi kon leiden tot het advies aan haar schoondochters om naar hun eigen goden terug te keren (religieus indifferentisme).
Toegegeven, de keuze van Ruth mag geen mal zijn waardoor wij het eerste hoofdstuk lezen. In strikte zin is niet Ruth, maar Naomi de hoofdpersoon in Ruth 1. Juist door te luisteren naar wat Naomi zegt, komt de God van het verbond ter sprake. Ondanks dubieuze besluiten en verkeerde wegen opent de Heere in crisistijd een nieuwe weg. De weg naar Bethlehem, waarin hongerigen met brood verzadigd worden. Echter, de verbittering van Naomi duurt voort tot de naam van de losser klinkt aan het eind van hoofdstuk 2 (vers 20) en pas dan ziet ze Gods goedertierenheid (vergelijk 1:8).
Pastoraal bewogen
De vragen bij Naomi’s uitspraken zijn actueel. Ligt de geestelijke toestand van de kerken in Nederland vaak niet heel dicht tegen Naomi’s situatie aan? Daarom deel ik in elk geval de vragen bij dit hoofdstuk. Misschien begrijp ik de beweegredenen die onze broeder Visser tot zijn uitleg brengen. Het is immers niet zo moeilijk om Naomi of Orpa in de hoek te zetten van twijfel en ongeloof. Maar daarmee is aan deze vrouwen in hun omstandigheden geen recht gedaan. Tegelijkertijd krijgen de vragen mijns inziens geen antwoord wanneer we zeggen dat Naomi de terugtocht naar Moab uit liefde heeft geadviseerd. Uiteraard zal Naomi het beste met haar schoondochters hebben voorgehad. Toch kiest ze in haar verbittering voor een doodlopende weg. De vraag is niet of God het kwaad in Moab ten goede kan keren (Jer.48:47). Natuurlijk kan God Orpa zegenen in Moab. De vraag is of het advies van Naomi werkelijk de weg is die de Heere wil zegenen. Het boek Ruth laat ons zien dat God een hogere weg heeft om redding te brengen. Juist in crisistijd leren we om niet te blijven zien op de omstandigheden of te rekenen met de menselijke maat. Maar we vertrouwen op de God van het verbond die ondanks onze zonden een nieuwe weg baant. Het is de weg van Pasen. Juist met Pesach (gersteoogst!) komen Naomi en Ruth aan in het Bethlehem. Een Pesach (een uittocht) uit de zonde is de enige hoop op het nieuwe leven in het beloofde land.
Nieuwe Pekela
S.P. Roosendaal