Steven Paas en Jos Strengholt lieten veel stof opwaaien met hun Open Brief over Israël, die zij in september 2012 aan de christenen in Nederland stuurden. Nu het stof weer wat is neergedaald, laat Paas er Israëlvisies in beweging op volgen, een dik boek over Israël dat veel stof tot nadenken geeft.
Na twee inleidende hoofdstukken volgen er vier hoofdstukken over Israël in de Bijbel. Daarna behandelt de auteur de belangrijkste visies op Israël vanaf het Nieuwe Testament tot heden en geeft in hoofdstuk 15 aandacht aan de relatie tussen de Palestijnen en Israël. De hoofdstukken 16 en 17 bevatten zijn conclusies en aanbevelingen, gevolgd door enkele bijlagen, onder andere de genoemde Open brief.
Israëlisme
Op het gebruik van de term 'christenzionisme' in zijn brief kreeg hij nogal wat kritiek. Daarom spreekt hij in dit boek van: Israëlisme. Met beide termen bedoelt hij ‘een uitzonderlijke, abnormale religieuze fascinatie voor het nabijbelse Israël als volk, land en religie’. Het is de liefde van christenen die op grond van de Bijbel overtuigd zijn van een massale bekering van en een grootse toekomst voor Israël. En dat God in zijn plan voor Israël nog een belangrijke toekomstige plaats en taak heeft.
De één denkt daarbij aan een nieuw begin met Israël na de opname van de gemeente. Een ander ziet alleen dat God met zijn volk in de stichting van de staat Israël in 1948 een nieuwe start heeft gemaakt, die Hij stellig een vervolg zal geven, al kunnen wij niet precies zeggen hoe.
Die laatste visie is, in verschillende varianten, vooral ontstaan na de Tweede Wereldoorlog, ook in de Christelijke Gereformeerde Kerken. Paas leest dat af uit de naam van het deputaatschap Kerk en Israël en zijn activiteiten, zoals de brochure die het in 2012 uitgaf onder de naam Voorgoed verbonden. Israël staat hierin (teveel) op voet van gelijkheid met de Kerk. Dat belemmert zending onder de Joden, de verkondiging aan hen dat Jezus de Messias is.
Paas verweert zich tegen de beschuldiging dat hij een vervangingstheoloog zou zijn. Het is volgens hem juist onmogelijk dat de Kerk ooit in de plaats van Israël zou komen, omdat de Kerk er vanaf het begin van de wereld is geweest. Zij is namelijk de heilige vergadering van alle ware gelovigen, die hun heil van Christus verwachten. Dat wordt beleden in artikel 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
Paas weet natuurlijk wel dat er christenen zijn met een vervangingsvisie. Daarin geldt voor de Joden alleen nog Gods oordeel, omdat zij de Messias hebben afgewezen, terwijl het heil nu voor de Kerk is. Omdat hij die visie afwijst, begrijpt hij niet dat anderen ook hem dat etiket opplakken.
Sterke punten
Deze studie heeft een aantal sterke punten. Daarbij denk ik aan de grote hoeveelheid informatie die de auteur geeft over visies over het nabijbelse Israël, met bijzondere aandacht voor de ontwikkelingen in Nederlandse kerken van gereformeerde signatuur na de Tweede Wereldoorlog.
Ook noem ik dat Paas aantoont dat theologen zich voor hun kijk op Israël vaak ten onrechte beroepen op kerkvaders en Reformatoren, met de bewering dat zij over Israël al een vergelijkbaar standpunt hadden.
Het sterkste punt is dat Paas Christus centraal stelt, vanuit de diepe overtuiging dat Hij het hart is van Gods openbaring in het Oude en Nieuwe Testament, die onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn. God koos Israël uit als zijn volk met het oog op de komst van Christus. Als de positie van Israël na Christus dezelfde zou zijn als voor die tijd, zou dit volk een plaats in Gods heilsplan krijgen die afbreuk doet aan de volmaaktheid van het werk van Christus. Hij is gekomen voor alle volkeren, voor Joden en niet-Joden, opdat zij tot geloof in Hem komen. Vanuit dit hart van het evangelie schrijft Paas vol bewogenheid. En hij toont zich bezorgd, als hij ziet dat het unieke van Christus in het geding dreigt te komen.
Zwakke punten
Jammer vind ik dat Paas, in zijn afwijzing van andere standpunten, dikwijls krasse taal gebruikt. Zo spreekt hij van een abnormale fascinatie voor Israël en van letterlijkheidswaan bij het lezen van de Bijbel. Wie zulke etiketten opgeplakt krijgt, zal weinig openheid vinden voor een gesprek.
De auteur protesteert – terecht – tegen het onderbrengen van zijn visie onder het kopje vervangingstheologie, maar vat zelf ook heel wat verschillende visies samen onder één begrip, Israëlisme. Hij zou het niet vreemd moeten vinden als opponenten zich daarin niet herkennen. Gebruik van containerbegrippen bevordert een vruchtbare gedachtewisseling niet.
Meer dan eens formuleert Paas niet gelukkig. Zo stelt hij dat de oude verbondssituatie van Israël progressief is overgegaan op het ‘nieuwe Israël van God’, dat is de Kerk. Dat is moeilijk anders uit te leggen dan dat de Kerk in de plaats van Israël is gekomen. Bovendien is deze stelling niet te verenigen met zijn telkens herhaalde overtuiging dat de Kerk veel ouder is dan Israël
‘Het Israël van God’, een uitdrukking die Paulus onverwacht gebruikt in Galaten 6, 16, citeert Paas herhaaldelijk als bewijs voor zijn visie. Dat doet hij ook met ‘heel Israël’ uit Romeinen 11, 26. Beide uitdrukkingen zijn volgens hem een aanduiding voor de Kerk, alle gelovigen uit Israël en de andere volken. Met vele anderen denk ik dat dit niet de juiste uitleg is van deze twee teksten. Daarom is het jammer dat hij zich hierop telkens weer beroept.
Wel stelt hij andere relevante teksten en Schriftgedeelten aan de orde, maar dat gebeurt te beknopt. En een gedeelte als Romeinen 4 komt helaas nauwelijks aan bod. Bovendien wordt zijn visie sterk beheerst door een beroep op de gereformeerde belijdenis. Dat de Schriftgegevens niet uitvoeriger en zorgvuldiger worden behandeld, is het grootste manco van deze studie.
Conclusie
Dit is een waardevolle studie, maar toch vooral voor wie dezelfde overtuiging hebben als de auteur. Anderen zijn wellicht blij met zijn kritiek op het christenzionisme, maar zonder hem op het voor Paas meest aangelegen punt bij te vallen. Voor het gesprek met hen die Paas tot de christenzionisten rekent, lijkt me dit boek geen openingen te bieden.
D. Visser, Amersfoort
S. Paas, Israëlvisies in beweging, Gevolgen voor Kerk, geloof en theologie, Brevier: Kampen 2014, 270 p., € 23,90, ISBN: 978 94 9158 335 3.