'Nu mijn koning op zijn rustbed ligt,
geurt mijn nardus zoet.
Mijn lief is mij een bundel mirre,
hij slaapt tussen mijn borsten.'
Deze woorden staan opgetekend in het Hooglied (1, 12-13). Misschien was het gebruikelijk in de oudheid dat vrouwen bij feestelijke gelegenheden een flesje met nardusolie op hun boezem droegen. Deze olie werd bereid uit de wortel en stengel van de nardusplant. Vaak mengde men deze olie met mirre of balsem. Zeer kostbaar was de zuivere nardusolie die een vrouw meebracht toen ze het huis van Simon in Betanië binnenging waar Jezus was. Ze goot het uit over zijn hoofd (Mar. 14, 3). Johannes vertelt over Maria, de zus van Lazarus, die de voeten van Jezus zalfde met kostbare, zuivere nardusolie (Joh. 12, 3).
In onze tuin staat een perkje Rode Valeriaan (Centranthus). Nardus hoort bij de familie van de Valeriana. Ik kan dat perkje nu niet meer passeren zonder te denken aan de liefde die de vrouwen uit het evangelie betoonden voor Jezus. Hoeveel is de liefde voor Jezus ons waard? Maar dan mag ik ook denken aan kostbare huwelijksliefde…
Feanwâlden, D. J. Steensma