Hij heette Ebel. Hij was zo'n 20 jaar, enige en nog ongetrouwde zoon van een weduwe. Hij had pas verkering met een leuk meisje, verpleegster in het AMC te Groningen. Onverwacht kreeg hij een ernstige kanker. Hij werd erg ziek en opgenomen in het ziekenhuis. Zijn moeder verbood iedereen, ook mij, met Ebel te praten over het erge van zijn ziekte. De dokters konden niets meer voor hem doen. Het zou sterven worden.
Ik ging hem bezoeken. We praatten over van alles en nog wat, behalve over de ernst van zijn ziekte. Het waren geen echt fijne gesprekken. Na een paar bezoeken hield ik het niet meer vol. Voor mij was het of ik steeds zat te liegen aan zijn bed. Ik ging naar zijn moeder toe en zei haar, dat ik dit niet meer volhield, vol kón houden. Ebel had er recht op te weten, hoe het er bij stond. Ik deelde zijn moeder mee, dat ik er voor zou zorgen dat haar zoon zijn situatie te weten zou komen. Ze sputterde erg tegen, maar ik bleef bij mijn standpunt.
Ik vond dat de behandelende arts de eerst aangewezene was om het Ebel te vertellen. Ze was een heel jonge arts, pas afgestudeerd. Ze deelde me mee, dat ze dit niet kon, vooral niet tegen jonge patiënten. Ik heb haar toen het volgende aan de hand gedaan.
Ga naar uw patiënt toe en zeg hem/haar, dat u hem/haar wat moet vertellen, maar dat u het niet durft. En ik weet nog een tweede krachtbron namelijk het geloof. Nou daar wist ze niet veel van. Ze was wel rooms opgevoed, doch deed er niets meer aan. Toen heb ik haar beloofd met Ebel te gaan praten.
Ik kwam bij Ebel en zei, dat ik hem iets heel ingrijpends moest meedelen. 'O´, zei hij, ´dat is zeker dat ik kanker heb, maar dat wist ik allang bij mijzelf.’ We hebben toen hele fijne gesprekken gehad: over geloof, over leven en sterven, over Christus, de Heiland en wat Hij met ons doet door de dood heen. Zo heb ik Ebel mogen begeleiden naar het einde toe.
Enige weken later vernam ik dat de jonge vrouwelijke arts op bezoek bij familie in Brabant een vreselijk auto-ongeluk had gehad. Ze is eerst in Eindhoven behandeld en toen op eigen verzoek later naar Groningen gebracht. Daar heb ik haar bezocht en we hebben hele gesprekken gevoerd over het feit, dat er zomaar iets ernstigs kan gebeuren in ons leven, hoe de dood dan ineens dichtbij kan zijn. Zo leidt het één soms naar het ander: een gesprek met een stervend gemeentelid naar contact met zijn verzorgende, vrouwelijke arts. Ja, God gebruikt zijn dienaren in heel verschillende situaties! Tot zegen van jongeren en ouderen.
T. Brienen, Hoogeveen