Wat geweldig lijkt, kan ineens over zijn…
Je bent een kind, je leert God kennen, door de verhalen uit de kinderbijbel. Later verdiept je kennis zich, je leest zelf in de bijbel, je krijgt catechisatie, je begint de preken te verstaan. Je geloof groeit en langzaam begin je te begrijpen hoe bijzonder en groot onze God is. Deze God, die Jezus naar de wereld stuurde omdat hij van de mensen hield, ja ook van jou. En wanneer je dat niet alleen gelooft, maar ook beleeft, dan kan het niet anders of je wilt belijdenis doen!
Er komen vragen om de hoek kijken. Hopelijk word je gesteund door je ouders, een ouderling, de predikant en zijn er mensen in de kerk, die je telkens weer verder helpen in de periode naar belijdenis doen. Deze mensen en je ouders zijn daarbij een groot voorbeeld voor jou. Je wordt actief in de kerk, prachtige dingen worden opgestart! Samen met anderen is er veel mogelijk en als de gemeente groeit, prijs je Gods grootheid, je geloof kan niet meer stuk!
Maar dan komt er een moment dat alles anders gaat…
In de kerk ontbreken opeens mensen, ze komen niet meer in de diensten of zijn niet meer actief…
En wanneer er problemen in de kerkenraad ontstaan, ligt opeens ook het gemeentewerk stil…
Mensen werken alleen nog aan wat ze zelf belangrijk vinden… Mensen verdragen elkaar niet meer, gaan naar de kerk zonder elkaar te groeten… De ouderling, die zo’n groot voorbeeld voor je was toen je belijdenis deed, laat al zijn taken vallen en heeft alleen nog kritiek op de paar mensen die het werk binnen de kerk doen… En dan hoor je jezelf dingen zeggen waarvan je later denkt: had ik mijn mond maar gehouden. Je geloofswereld stort in, de kerk lijkt geen toekomst te hebben, waar is God?
Lijkt dit verhaal niet op een verhaal dat zich 2000 jaar geleden afspeelde??
Mijn naam is Petrus. Ik groeide op met gelovige ouders, die me vertelden wie God was voor Israël. De rabbi’s gaven mij les en leerden ons hoe machtig God is. God, die eens Zijn Zoon zou sturen om ons te bevrijden. Op een dag mocht ik deze Zoon, Jezus, ontmoeten bij het meer van Galilea. ‘Kom met Me mee,’ zei Hij, ‘ik zal jullie vissers van mensen maken.’
Wat voelden we ons belangrijk, dat wij bij deze rabbi hoorden! Hij was een man met gezag! Hij kon zieken genezen en de boze geesten gehoorzaamden hem! Bij de mensen was onze rabbi enorm geliefd.
Toen we op een dag naar Jeruzalem gingen, reed Jezus op een ezel de stad binnen. Het was een geweldige dag, een menigte mensen vereerde Hem, mantels en takken met bladeren werden voor Hem op de weg uitgespreid! De mensen zongen uit volle borst voor mijn rabbi: ‘Hosanna, gezegend Hij die komt in de naam van de Heer!’ Hoe groot was Hij! En hoe groots voelde ik mij.
Maar toen kwam het moment dat alles anders ging…
Dat was het moment waarop Hij gevangen werd genomen. Onze eigen Judas, verraadde Hem.
De meesten van ons vluchtten, alleen een andere leerling en ik bleven bij Hem. Ik was verschrikkelijk bang, maar wilde Hem niet in de steek laten. Maar ook ik stelde Hem uiteindelijk teleur, door te zeggen dat ik Hem niet kende.
De mensen zagen Jezus ineens heel anders en in plaats van ‘Hosanna’, klonk het nu: ‘Kruisigt Hem!’
Jezus werd aan het kruis gehangen en stierf, het werd aardedonker.
Maar gelukkig was dit niet het einde.
Want op die zondagochtend waren er ineens vrouwen, die vertelden dat Hij was opgestaan... ‘Onmogelijk,’ zei iedereen, maar toch ben ik naar het graf gerend. Het graf was leeg, ik zag alleen nog de linnen doeken. Lieve mensen, het graf was leeg, want Jezus was opgestaan! Ik heb het zelf mogen zien! En ook al heb ik Hem zo in de steek gelaten, Hij vroeg mij: ‘Weid mijn lammeren.’ Met de hulp van de Heilige Geest, heb ik het evangelie van Zijn lijden en sterven aan veel mensen verteld en veel mensen zijn tot geloof gekomen.
De kerk krijgt het misschien zwaar te verduren, er zal vervolging zijn en er soms lijkt er geen toekomst meer voor de kerk. Maar ik vraag jullie: ‘Blijf vertrouwen op God!’ Laat je geloof groeien door de goedheid en kennis die Jezus Christus ons geeft. Alle eer aan onze Heer en Redder. Ik wens jullie toe dat God goed voor jullie is en jullie voor altijd Zijn vrede geeft.
Petrus
Bert en Marijke Jonkman, Hoogeveen