Tot 2016 was Hessel Visser coördinator van het Naro vertaalproject in Botswana. Coby Visser gaf les aan Naro-mensen in het lezen en schrijven, en ze probeerde manieren te zoeken om hen de Bijbel te laten gebruiken. Nu zijn ze allebei consulent voor verschillende projecten.
Was hun werk vroeger beperkt tot de schriftelijke Bijbelvertaling onder de Naro-Bosjesmensen, sinds een aantal jaren is het werk uitgebreid naar nagenoeg alle Bosjesmensen (San), onder bijna alle elf talen die door hen gesproken worden. Dat hield een aantal veranderingen in. In plaats van werk 'op kantoor' met een team bedienen zij momenteel meerdere teams, en reizen nu veel meer rond. Omdat veel San niet kunnen lezen, worden er steeds meer mondelinge vertalingen gemaakt. In plaats van werken met één organisatie (Wycliffe/SIL) werken zij nu met meerdere organisaties. Ze kunnen dus meerdere mensen bereiken!
Hoe is jullie werk onderdeel van wat de Heilige Geest doet in deze wereld?
'Werk aan de vertaling van het Woord heeft alles te maken met het werk van de Geest. Een vergelijking tussen Kolossenzen 3,16 (Het Woord van Christus wone rijkelijk in u) en Efeziërs 5,18 (Wordt vervuld met de Heilige Geest) laat zien dat er een nauw verband bestaat tussen het Woord en de Heilige Geest. Ook staat in 2 Timoteüs 3,16 dat elk Schriftwoord 'God-begeesterd' is, om het zo maar eens te vertalen. Op het Pinksterfeest zien we dat mensen door de Geest spraken in andere talen, en dat mensen konden horen/verstaan in verschillende talen. Tegelijk wil ik zeggen: hoe sterk het verband tussen Woord en Geest ook mag zijn, bij ons bestaat de Drie-eenheid niet in "Vader, Zoon en Bijbel", zoals ik pas ergens las. Ik houd van de Bijbel – juist omdat het het levende Woord van God Zelf is – maar ik heb de Heilige Geest steeds weer nodig om dat Woord aan het woord te krijgen, te laten spreken, het te begrijpen, te gehoorzamen en mij erdoor te laten vertroosten en vermanen, uit te dagen. En te vertalen!'
In welke opzichten hebben jullie de Heilige Geest nodig in jullie werk?
'We hebben de leiding van de Geest in verschillende opzichten nodig. Allereerst in het werk als zodanig. Om goed te kunnen vertalen moeten we eerst de betekenis van de woorden en zinnen ontdekken. Daarvoor hebben we de Geest nodig. Pas stootten we nog op moeilijke verzen, in Johannes 16,8-11 – dat juist ook gaat over het werk van de Geest trouwens! Wat betekent het dat Hij overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel? Bijbeluitleggers kunnen daarbij helpen, maar in dit alles moet de Heilige Geest ons leiden.
Daarnaast moeten we taalkundige structuren ontdekken, manieren om dingen te zeggen in verschillende talen. Woorden om dingen uit te drukken zijn niet altijd in elke taal beschikbaar. Ook zoeken we allerlei opties in het vertalen, en we moeten afwegen wat de opties betekenen, en welke gevolgen de keuze van de verschillende opties hebben voor het verstaan van de teksten.
Ten slotte hebben we de Heilige Geest ook nodig om de Bijbel – nadat die vertaald is – te begrijpen. We moeten ons best doen in het vertalen, maar ook met de duidelijkste vertaling is de Heilige Geest onontbeerlijk, ook voor het aanvaarden van wat het Woord tot ons zegt.
Dus in het vertaalwerk hebben we de leiding van de Geest nodig. Maar ook in het zendingswerk als geheel kunnen we niet zonder Hem. Denk maar aan onze persooonlijke verhouding tot de Heere, in tegenslagen, in het doorgeven van het Woord, in het brengen van mensen tot Christus. We dienen gericht te zijn op Christus (Joh. 16: Die zal Mij verheerlijken). Hij wil ons leiden bij de indeling van onze (of liever: Gods) tijd, Hij wil verbinden aan de gemeente (het lichaam van Christus).'
De Heilige Geest werkt met het Woord. Zien jullie daar iets van?
'Ja, ook de vrucht op het zendingswerk is het werk van de Heilige Geest. Daar mogen we gelukkig iets van zien. We zien mensen die naar Gods Woorden gaan luisteren. Die een apparaatje met de gesproken Bijbel aanzetten als ze aan het wassen zijn bijvoorbeeld.
Ook zien we vertalers enthousiast worden in het doorgeven van de Bijbelverhalen. Vertalers die een veranderd leven laten zien, die naar christelijke liederen gaan luisteren, en naar preken. Op het moment dat ik dit schrijf, zingt een vertaler terwijl ze in de douche zit! Vertalers die bij tegenslagen troost vinden in Bijbelteksten die ze vertaald hebben.
Bij het vertalen wordt er goed nagedacht over wat de Bijbel zegt, en hoe het overkomt in de vertaling.
Vertalers die bij het doorgeven van Bijbelgedeelten aan mensen doorvragen, om ze te brengen tot een begrijpen en aanvaarden van de tekst. En mensen die na het luisteren met vragen komen, me bellen: "Als je de volgende keer weer in het dorp komt, wil je dan dat en dat vers uitleggen want dat begreep ik niet." We mochten pas met eenentwintig mensen avondmaal vieren, jaren terug was dit maar een handjevol. Wilt u en willen jullie God daarvoor danken.'
Kun je nog een voorbeeld geven van vertaalmoeilijkheden?
'Als we het hebben over Woord en Geest: voor beide woorden zijn er in het Naro meerdere woorden. Kg'ui kan zowel "spreken" als "woord" als "taal" betekenen, afhankelijk van het verband. En voor "Geest" was het heel moeilijk om een goede vertaling te vinden. We zijn uitgekomen bij Tc'ẽe, maar dat kan van alles betekenen: 'gedachte, wil, denken, verlangen, begeerte, geest, gezindheid'. Maar dat geeft soms ook interessante toepassingen. Als er in Filippenzen 2,5 bijvoorbeeld staat "laat die gezindheid in u zijn die in Christus was, dan kunnen de lezers ook al die mogelijkheden in de tekst lezen. Het gaat dus niet alleen om onze gezindheid, maar ook om onze wil, onze gedachten, onze begeerten. Kortom, we hebben de Geest van Christus nodig – Die Zijn hele leven in ons brengt!'
'Het is heerlijk om bij dit werk betrokken te mogen zijn – zowel persoonlijk hier in zuidelijk Afrika, als in Nederland omdat we zendende kerken zijn en zo verantwoordelijk zijn voor dit werk. Blijft u meedoen?'
D.J. Steensma, Veenwouden