Jezus bemoedigde in zijn zaligsprekingen zijn discipelen die een moeilijke tijd tegemoet zouden gaan. Mensen zouden hen met de nek aankijken. Allen zouden ze een kruis moeten dragen. Maar Hij zegt tegen hen: Gelukkig wie vervolgd worden omwille van de gerechtigheid, want voor hen is het koninkrijk der hemelen.
Iedereen die serieus de Here Jezus volgt, ondervindt op een of andere manier tegenslag en tegenstand.
Zo zegt ook de apostel Paulus in een van zijn brieven: Allen die godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden (2Tim.3,12). Allen. En dan toch gelukkig?
Toekomst
Jezus wijst op de toekomst. Aan het einde van de smalle weg is alles goed. Dáár ligt het geluk voor de zijnen. 'U zult – in heerlijkheid – de poorten van het koninkrijk van God mogen doorgaan!' Is dat niet geweldig? Zou je daarom geen lijden willen verduren?
Wat zou je eraan hebben als je nu in weelde zou leven, en alleen maar zou genieten van het aardse goed, van eten en drinken, van vakantie op vakantie, en je zou de heerlijkheid van het koninkrijk van God mislopen? Je zou buiten moeten blijven, in de duisternis? Nee, dan kun je beter moeite ondervinden omwille van de gerechtigheid, want dan zal je het koninkrijk van God binnengaan.
Jezus wijst op het loon dat de zijnen wacht (Mat.5,11). 'Uw loon is groot!' Dat loon bestaat in de erfenis van het koninkrijk der hemelen. En omdat dat loon wacht, is er tóch – door de tranen heen – reden tot blijdschap en vreugde. Ja, dan blijf je nog wel eens tot de hemel roepen en schreeuwen – waarom, Here? – maar toch is er dan blijdschap, vanwege dat loon.
Vraag
Nu, dan is de vraag ook: Horen wij al bij deze gelukkigen die een groot loon ontvangen? Die het koninkrijk van God in heerlijkheid zullen binnengaan? Hoe je dat weet? Dat zie je niet aan de mate van het lijden. Nee, zo is het niet. Maar dat weet je als je beseft hoe groot je zonde is, en dat je uit jezelf niet voor God kunt bestaan. En als je daarbij dan ook met heel je hart vertrouwt op de vaste belofte van God in Christus Jezus. De heilige Geest geeft dan ook bereidheid om voortaan in dankbaarheid voor Christus te leven.
Nu, als je deze instelling en gave mocht ontvangen, dan kán de weg moeilijk zijn, want de weg is en blijft smal. Maar weet, de Heiland is erbij. En je mag weten dat het einde goed is. 'Uw loon is groot in de hemelen.' Heeft Jezus ook niet gezegd: Wie volhardt tot het einde, zal behouden worden (Mat.10,22)?
Ja, dan moet het wel echt om de gerechtigheid gaan, om de naam van Jezus, om het geloof. Het moet niet zo zijn dat mensen kwaad van je spreken omdat je jezelf ontzettend dom gedraagt, en een ergerniswekkend gedrag vertoont (en ondertussen meent ook nog heel vroom te zijn). Zo zegt ook de apostel Petrus: Laat niemand van u moeten lijden omdat hij boze dingen doet, of een bemoeial is (1Pet.4,15).
Nee, Jezus zegt uitdrukkelijk: Zalig zijn de vervolgden om der gerechtigheid wil. Het moet echt wel gaan om de zaak van het koninkrijk van God, en zijn gerechtigheid.
Gelukkig zijn diegenen die weten waar zij met hun verdriet over vervolging naar toe kunnen gaan, en die weten dat Jezus is voorgegaan op die weg. Gelukkig zijn zij die in afhankelijkheid van Hem hun weg gaan en zeggen: Valt de weg ons lang, / zijn wij klein en bang, / sterk ons, Heer, om zonder klagen / achter U ons kruis te dragen. / Waar Gij voor ons tradt, / is het rechte pad.
Ongelukkig
Ongelukkig zijn diegenen die niet op de smalle weg gaan, maar de brede weg zoeken en houden van datgene wat op die weg wordt aangeboden. Die de vraag niet kennen: 'Here wat wilt U dat ik doen zal?'
Zalig echter zijn degenen die weten waar zij met hun verdriet omwille van de gerechtigheid naartoe mogen gaan. Jezus kan meevoelen. Volledig. Hij weet wat vervolging is. Hij is vervolgd geworden tot in de dood, ja de dood van het kruis. Daarom kunnen de zijnen altijd bij Hem terecht. Daarom spreekt Jezus hen zalig.
Daartoe is Hij ook naar deze wereld gekomen: als redder voor hen die in nood zijn. Hij is niet gekomen voor de mensen die zo gelukkig zijn met zichzelf, en het zo goed met zichzelf getroffen hebben. Nee, Hij is juist gekomen voor mensen die in diepe ellende verkeren, afhankelijk zijn van redding, en lijden omwille van de gerechtigheid. Hij wil hen helpen, mensen als Abel dus, die een offer bracht aan God maar door zijn broer werd doodgeslagen. Hij is gekomen voor de zwakken en kleinen. Gelukkig zijn zij die vervolgd worden omwille van de gerechtigheid, want van hen is het koninkrijk der hemelen.
D.J. Steensma, Feanwâlden