Met bovengenoemde aanhef wordt meestal het gebed ingeleid op kerkelijke vergaderingen. ‘Laten we bidden om de leiding van de Heilige Geest’. Niet altijd wordt de spanning meer gevoeld die daar bij hoort. Dat is natuurlijk ook niet onbegrijpelijk, maar spannend blijft het wel, want hoe gaat de vergadering verder? Pieter Sijtsma, oud redactielid van ons kerkblad, legt ons hierover een paar vragen voor. Zijn punten zijn:
‘We bidden om de Geest, maar zowel in bijzaken als in belangrijke zaken lijken de broeders al vooraf ingenomen standpunten te hebben en ze blijven daar meestal ook bij, vaak met een beroep op de Bijbel’.
‘Wanneer de eindstemming niet is zoals men had gehoopt, komen er moeilijkheden en in het ergste geval vertrekt men en gaat men met gelijkdenkenden iets nieuws beginnen of men sluit zich ergens anders aan. Daar zit ik mee. Als we de leiding van de Heilige Geest hebben gevraagd moeten we dan ook niet de uitslag respecteren?’
‘Ik weet wel dat de duivel, de zonde, ook in elke vergadering aanwezig is.’
‘Zijn er ook Bijbelse voorbeelden bekend dat de minderheid zich conformeert aan de besluiten van de meerderheid?’
Belangrijke vragen. We bidden om de leiding van de Heilige Geest maar geloven we daar vervolgens in? Dat wil zeggen stellen we ons open voor Zijn werking? Stelt dat gebed iets voor of gaan we er gewoon vanuit dat de Heilige Geest het met ons eens is? Eerst iets over dat gebed. Als het goed is gaat er ook gebed aan een vergadering zelf vooraf. Het is gevaarlijk om zonder geestelijke voorbereiding naar belangrijke vergaderingen toe te gaan. En dan bedoel ik niet ‘een gebed tussen neus en lippen’, maar gebedstijd. In de Bijbel wordt er ook vaak gesproken over vasten, zeker als het over belangrijke zaken gaat. Wanneer is dat uit ons geheugen verdwenen? En dan het gebed op de vergadering zelf. Waarom reduceren we gebed eigenlijk tot een openings- en sluitingsceremonie? Waarom niet tussendoor tijd nemen voor groepsgebed? Minder praten, meer bidden en samen zingen zou tot andere vergaderingen leiden en wellicht ook tot andere besluiten. Bidden, vasten en zingen doet iets met onze houding. Het maakt ons ootmoedig en afhankelijk. Afhankelijk van Gods leiding.
En wat te doen als een besluit in ons nadeel uitvalt? Een lastig punt. Allereerst doet dat pijn. Hoe komen we hier uit? Weer zouden we kunnen denken aan bidden en vasten. Bezinnen, raad vragen, God zoeken. Maar ja, we zijn kerken van de Afscheiding. We zijn bekend met de mogelijkheid dat je iets nieuws kunt beginnen. We noemen dat liever: het oude voortzetten. Maar kunnen we dat blijven doen? Kunnen we kerkelijk gezag telkens negeren en vervolgens zelf iets gaan beginnen? Voor de gereformeerde predikant Hans Schouten (1926-2016) was dit het punt om terug te keren naar Rome. Er was vlak bij zijn woonplaats door een kleine groep weer een nieuw soort gemeente gestart. Hij kon de versplintering van het Lichaam van Christus niet langer aanzien. Een rigoureuze stap, maar een stap die je wel aan het denken zet. ‘Er moet gewoon iemand zijn die gezag heeft en die gehoorzaamd moet worden’, was zijn conclusie. De kerk is geen clubje, geen vereniging, het is het Lichaam van Christus. Je hebt elkaar nodig om Gods grootheid te omvatten. ‘Samen met alle heiligen...’ Ga niet bij meningsverschillen alleen je gelijkgestemde vrienden opzoeken. Dat helpt je niet verder. Zoek liever de andere partij op. Dat is beter om tot een goed en weloverwogen besluit te komen.
‘Neem het zondige dat er ook was uit ons midden weg’, bidden we aan het eind van een kerkdienst of een vergadering. Dat is niet overbodig. Want inderdaad, de duivel en de zonde schuiven altijd aan. Het zorgt voor een voortdurende strijd tussen het vlees en de Geest. Bij het vlees moeten we dan denken aan onze eigenwijsheid, onze stokpaardjes, ons fanatisme, enz. Het belemmert de werking van de Geest.
Het belangrijkste voorbeeld van een kerkelijke vergadering in de Bijbel is wat wij genoemd hebben ‘het apostelconvent’. We lezen er uitgebreid over in Handelingen 15. Die bijeenkomst was belegd vanwege serieuze problemen. Moest iedereen besneden worden en de wet van Mozes houden? Het lijkt nu geen groot probleem, maar toen was het wel een heel belangrijk twistpunt. De gemeente van Antiochië, waar dit speelde, stuurde Paulus en Barnabas met een deputatie uit de gemeente terug naar de basis: Jeruzalem. Wat opvalt in het verslag van deze vergadering is dat er niet wordt gesproken over gebed, maar het lijkt me ondenkbaar dat dat geen plaats heeft gehad. Wel wordt er verslag gedaan over wat de Heere allemaal onder de heidenen heeft gedaan. En wat ook opvalt is dat het er hevig aan toe gaat. Er ontstaat een heftige woordenstrijd. Maar er komt wel een oplossing. De gezagdragers Petrus en Jacobus leiden de gemeente door de crisis heen. Jacobus geeft gelijk nog enkele globale richtlijnen waar de gemeenten zich aan moeten houden. En… aan het eind van het hoofdstuk lezen we dat Paulus en Barnabas met elkaar overhoop liggen. Ze zijn het niet eens wie er met hen mee moet reizen. Paulus wil Johannes Markus er niet bij hebben. Uit verschillende opmerkingen in de brieven van Paulus kunnen we concluderen dat het tussen hem en Johannes Markus weer goed gekomen is. En tussen Paulus en Barnabas? Daar wordt niets over gezegd. Wel weten we dat ze beide met veel vrucht hebben gewerkt.
Beste Pieter. Bovenstaande opmerkingen zijn niet meer dan overwegingen die ons denken wellicht wat verder kunnen brengen. Samen moeten we zoeken en tasten naar de wil van de Heere. Gevoed door het Woord van God. En gestuurd door het gebed, het gebed om de leiding van de Heilige Geest.
Krijn de Jong, Urk