Eind juni was ik een kleine twee weken in Brazilië voor een conferentie rond het thema van mijn proefschrift: over de missionaire identiteit van de kerk. Ik benutte de gelegenheid om de contacten die ik al langere tijd heb in Brazilië weer eens aan te halen.
Een kerk met Nederlandse genen
In een eerder artikel over de kerk in Brazilië schreef ik over de nauwe contacten die we als Christelijke Gereformeerde Kerken onderhouden met de Igrejas Evangelicas Reformadas no Brasil (IERB). Die contacten kregen duidelijk inhoud in de uitwisseling van predikanten die gedurende lange tijd plaatsvond. Ik schreef het al: meerdere predikanten uit onze kerken werkten geruime tijd in o.a. Castrolanda, in Carambeí en Arapoti. Ik zag in de verschillende kerkgebouwen foto’s van hen hangen. Daarbij kwam ik ook foto’s tegen van collega’s die nog in het recente verleden voor een paar maanden hulp hebben geboden, bijvoorbeeld in het pastoraat aan de oudere Nederlandssprekende leden van de kerken. Mooi is het, dat die samenwerking er is, over de Atlantische Oceaan heen. De kerk van de Here Jezus is immers niet door grenzen van elkaar gescheiden, en de band wordt over en weer gevoeld.
Een kerk met een zendingshart
Die band is er ook op een ander vlak – en heel duidelijk. Ik heb het dan over de zending. Als er één ding is, dat fundamenteel bij de kerk hoort, is het immers dat zending en kerk, of kerk en zending, twee kanten van dezelfde zaak zijn. Ga eens na: de boodschap waaraan je op zo’n diepe manier geloof hecht dat het houvast geeft voor tijd en eeuwigheid, is immers niet iets wat je in je binnenzak stopt. Als je echt gelooft dat je in de kerk het evangelie ontvangt dat het verschil uitmaakt tussen leven en dood, dan geldt dat niet alleen voor jouzelf maar ook voor de mensen die om jou heen leven. Dan maakt het toch ook voor hen het verschil uit tussen leven en dood. Daarom heeft de kerk van Jezus Christus per definitie een zendingshart. En zal ze, waar dat ook maar kan, aan zending doen.
Die gedachte zit er diep in bij de IERB. En dat hebben we gemerkt in het verleden. Er is ook op het vlak van de zending echt samenwerking geweest, bijvoorbeeld in het eerste decennium van deze eeuw bij een zendingsproject in Curitiba waar ds. João de Geus Los werkzaam was. De zending van onze kerken heeft daar in ondersteunende zin een bijdrage aan geleverd. En de Here zegende het. Door dat zendingswerk is een gemeente ontstaan waar elke week mensen samenkomen om het evangelie te horen. En vanuit die gemeente wordt nog altijd missionair verder gewerkt in deze hoofdstad van de provincie Paraná.
Zending wereldwijd
Zending is een echt aspect van het kerk-zijn daar in Brazilië. Waarbij ik de lijn, tussendoor, even doortrek naar het wereldwijde perspectief, want vanuit Brazilië heeft onze zending weer ondersteuning gekregen bij het zendingswerk, dat mee vanuit onze kerken wordt gedaan in Mozambique. Ik zeg eerlijk, dat ik daarbij best bevooroordeeld ben, omdat mijn vrouw en ik in 1998 als eersten in Mozambique aan de slag mochten in het prachtige project dat daar nog steeds draait. De kerken die ontstonden uit het radiowerk van TWR (of, zoals het in Mozambique heet: Rádio Trans Mundial), vroegen om ondersteuning bij de opbouw van het kerkelijk leven. Heel concreet was de vraag: help ons om kerk te zijn! En daar mochten en mogen wij vanuit de CGK nog steeds een bijdrage aan leveren. Niet meer met mensen die uitgezonden worden, maar wel in financiële zin, én door regelmatig mensen daarheen te sturen die een paar weken (helpen bij het) lesgeven. En daarbij helpen de kerken uit Brazilië ons; ds. de Geus Los is er al eens geweest en ook andere voorgangers uit Brazilië hebben daar al geholpen. En wat is dat mooi. U snapt dat ik dat zeg, omdat mijn hart nog altijd (gedeeltelijk) daar ligt, in Mozambique.
Zending
Maar mijn hart ging nog weer anders en sneller kloppen toen ik in juni in Arapongas kwam, waar de IERB direct betrokken zijn bij een kerkplantingsproject. In die omgeving is werkelijk honger naar een heldere verkondiging van het evangelie. Het opmerkelijke is zelfs dat de mensen daar duidelijk aangeven dat ze bijzonder worden aangesproken door de gereformeerde verwoording van het evangelie. Dat beleven ze zo omdat ze daarin horen hoe de nadruk gelegd wordt op wat God doet en gedaan heeft en op wat Hij geeft; en niet, zoals ze dat in zoveel kerkjes daar horen, op wat jij als gelovige allemaal moet doen. Ze proeven er iets in van de rust die God geeft, op grond van het volbrachte werk van Jezus Christus. Waarbij ze zich in geloof aan Hem mogen toevertrouwen.
Ik mocht preken in dat zendingsproject in Arapongas, en ik proefde de honger naar het evangelie dat zegt dat Gods liefde vooral ook daarin bestaat dat Hij ons zoekt. Omdat Hij ons wil redden.
U zult van mij aannemen dat mijn hart daarbij in het bijzonder begon te kloppen, en dat ik bid dat de Here dit zendingsproject ook zo zal zegenen dat de mensen daar in de omgeving van Arapongas erdoor aangeraakt worden, en dat ze de Heiland leren kennen in zijn liefde.
Dat ik er daarbij op hoop dat dat mooie zendingswerk ook vanuit Nederland ondersteund zal worden, dat zult u van mij begrijpen. Ook, omdat het aan onze broeders en zusters in de IERB laat zien dat we ook één zijn in onze liefde voor de Here als het gaat om het uitdelen van wat we van Hem ontvangen hebben en nog dagelijks ontvangen.
Jan van ’t Spijker, Hoogeveen