Gebed en genezing (3)
We houden ons nog een laatste keer bezig met de verklaring over 'de dienst der genezing'
Een tweede, niet minder belangrijke oorzaak van de terughoudendheid om te bidden voor zieken, ligt in teleur-stelling. Door schade en schande zijn velen er achter gekomen dat de verwachtingen bij het gebed vaak te hoog-gespannen zijn. Het juichen van anderen over de wonderen die God kan doen op het gelovig gebed, kan bij hen dan ook irritatie oproepen. Ik neem in de kerk wat dat betreft polarisatie waar: het bidden om genezing roept bij de teleurgestelden scepsis op, wat op zijn beurt charismatisch ingestelde christenen weer prikkelt om toch vooral niet te weinig van God te verwachten. Het pleit voor de opstellers van de Verklaring, dat zij op dit punt duidelijke en realistische uitspraken doen. Zij erkennen dat God lang niet altijd genezing schenkt aan wie daarom bidt, en dat men die ook niet per definitie te verwachten heeft. Op verschillende manieren worden de verwachtingen getemperd. In de eerste plaats worden verschillende woorden gebruikt ter aanduiding van het heil dat je van God verwachten mag als je in geval van ziekte tot Hem bidt: herstel (? 1), verlichting en genezing (?3), heling (? 5), levenskracht (? 7). Met andere woorden: het gebed wordt ook verhoord als de zieke kracht vindt om zijn ziekte te aanvaarden, of het naderende sterven weet te integreren in zijn leven. In zijn toelichting op de Verklaring maakt VU-hoogleraar Kees van der Kooi daarover een treffende opmerking: 'Wij willen voorkomen dat de dienst der genezing functioneert als een christelijke variant van de gezondheids- en vitaliteitsmythe in onze cultuur.' (Bulletin voor Charismatische Theologie, nr. 62, p.6) Hij doelt op de obsessie met gezondheid die in onze samenleving zo duidelijk aanwezig is, en die zich uit in een enorme drang om elk verval van het menselijk lichaam te stuiten. Vandaar die variatie in woordgebruik in de Verklaring. In dit verband verwijs ik graag naar de treffende definitie die de Duitse theoloog Jürgen Moltmann van 'gezondheid' geeft: 'Gezondheid is niet een toestand van mijn lichaam, maar de kracht van de ziel om met de wisselende omstandigheden van dat lichaam om te gaan.'
De realiteit van kruis en lijden
In de tweede plaats onderkent de Verklaring dat de volheid van het heil pas zal doorbreken in het toekomstige leven. Ons leven staat nog in het teken van de gebrokenheid. 'De voleinding komt nog. De Geest van God brengt ons in aanraking met het heil van Christus op een manier, die de realiteit van kruis en lijden niet opheft.' (? 4)
In deze woorden ligt een correctie besloten op een theologie die eenzijdig op de opstanding focust (zie ? 6). Die insteek zorgt nogal eens voor een triomfalistische sfeer in de charismatische beweging. Het pleit voor de opstel-lers van deze Verklaring, dat zij daar afstand van nemen. En eerlijk is eerlijk: dat is het geval bij steeds meer christenen die ijveren voor 'de dienst der genezing'. Ik geef ??n voorbeeld. In het mooie boekje Vragen naar genezing van Garem Tuckwell (arts) en David Flagg (pastor) wordt ruim baan gemaakt voor de dienst der gene-zing. Juist daarom is het zo treffend om er een zin in te lezen als deze: 'We vinden God veeleer in het lijden dan daarbuiten.' (14)
Gods vrijmacht
In de derde plaats wordt benadrukt dat wij geen genezing bij God mogen afdwingen. 'De wijze waarop het gebed verhoord wordt is een zaak van God, die in al zijn werk vrijmachtig is, genadig en trouw ... Christus leerde zijn leerlingen om te bidden en dat is iets anders dan claimen.' (? 4,6)
Ook met deze zinsnede corrigeert de Verklaring tendensen in eigen kring. Bekend is, hoe sommige gebedsgene-zers met een vrijmoedigheid tot God gaan die grenst aan dwingelandij. Wanneer genezing dan toch uitblijft, wordt al gauw de verantwoordelijkheid daarvoor bij de bidder gelegd: had die misschien niet genoeg geloof? In zijn toelichting op de Verklaring neemt Kees van der Kooi scherp afstand van die suggestie. 'Zeer nadrukkelijk willen wij niet het woord gebedsgenezing gebruiken.
In het woord gebedsgenezing klinkt te veel mee dat het gebed een instrument wordt om iets te verkrijgen, ge-zondheid, vitaliteit. ... God wordt in dienst genomen. Waar dat gebeurt wordt aan het gebed ... tekort gedaan. ... Het gebed (is) niet een middel om wat voor elkaar te krijgen, maar een plaats waar de tegenwoordigheid van God, van de levende Heer concreet wordt.' (Bulletin nr. 62, p.5 ) Vandaar dat de Verklaring spreekt van de vrij-macht van God. Met dat woord wordt aangeduid dat God vrij is om op ons gebed te reageren hoe en wanneer Hij het wil, en ons geen verantwoording schuldig is over zijn beleid. Het is vooral in de gereformeerde traditie dat je die nadruk op Gods soevereine vrijheid vindt. Geen wonder dus, dat Willem Ouweneel in een reactie op de Verklaring te kennen gaf dat hij haar 'te gereformeerd' vond (Bulletin nr. 62, p.26). Van zijn kant verzet hij zich tegen menselijke berusting en lijdzaamheid, en overweegt hij de mogelijkheid dat God 'in principe elke zieke in de genezingsbediening wil genezen.' (Bulletin nr. 62, p.8) Dan komt inderdaad de verantwoordelijkheid veel meer bij de mens en bij zijn heiliging te liggen, zoals Van der Kooi elders betoogt (Bulletin voor Charismatische Theologie nr. 54, p.7-9)
Gereformeerd-charismatisch
Ouweneel heeft natuurlijk wel een punt, als hij waarschuwt voor lijdzaamheid en berusting. Maar ik kan niet zeggen dat de Verklaring op dit punt te wensen overlaat. Ik vind haar evenwichtig, in zoverre ze aandringt op verwachtingsvol bidden maar daarbij Gods vrijmacht centraal stelt. Dat lijkt mij Bijbels, en voor het pastoraat zeer behulpzaam. Ik stel daarbij vast dat hier bewust aansluiting wordt gezocht aan de gereformeerde traditie. Charismatische vernieuwing ... wordt in deze verklaring ge?ntegreerd in een katholiek-gereformeerd kader,' zegt Van der Kooi in zijn toelichting. (Bulletin nr. 62, p.6) Ik ben daar content mee. Immers, op deze manier worden mensen geholpen om minder kopschuw te reageren op de beweging voor charismatische vernieuwing. Daarmee komt de weg vrij om je ervoor te laten verrijken. Zo ervaren we het in Eindhoven als een verrijking van ons gereformeerde kerkelijk leven, dat sinds enkele jaren de mogelijkheid van ziekenzalving bestaat. Het blijkt spannend, de verbinding van gereformeerd en charismatisch. Maar deze Verklaring helpt erbij, om het zoeken van die verbinding voort te zetten.
Eindhoven
Ad van der Dussen
Ad van der Dussen is kerndocent bij de Ned. Ger. Predikantenopleiding en predikant van de NGK van Eindhoven.