Geefgedrag (1)
Het is opmerkelijk dat er in de bijbel zoveel aandacht wordt besteed aan de omgang met geld en goed. Ergens las ik de opmerking dat Jezus meer zegt over het geld dan over de hel en de hemel! Telkens brengt Jezus in redevoeringen en in gelijkenissen het geld ter sprake. Wat kan daar toch de reden van zijn?
De bijbel laat weten dat daar de liefde van God achter zit. God wil namelijk dat wij onze vastheid niet zoeken in ons bezit, maar in H?m. Bezit kan ons geen leven verzekeren, maar God kan dat wel. Jezus zei daarover eens: 'Ziet toe, dat gij u wacht voor alle hebzucht, want ook als iemand overvloed heeft, behoort zijn leven niet tot zijn bezit.' (Luk 12:15).
Geld biedt dus geen enkele zekerheid. Maar wat biedt het geld dan wel? De Gever van het geld reikt ons daarbij het doel aan: God geeft ons alles rijkelijk ten gebruike om w?l te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig en mededeelzaam (1 Tim.6,17-19). Dat dat een zaak van groot belang is, blijkt uit het vervolg van deze tekst: om ons daardoor een vaste grondslag voor de toekomst te verzekeren om het ware leven te grijpen.
Uit hoe wij met ons geld omgaan blijkt dus volgens de bijbel of wij het hart op de goede plaats hebben. Ik vond daar een mooie hedendaagse spreuk over: ?Geld maakt het karakter niet slecht, maar zichtbaar?.
De tienden
Nu kan ik me indenken dat iemand denkt: maar waar ligt nu de grens? Wat is nu redelijk om te geven? Je kunt toch niet aan de gang blijven? In het Oude Testament draagt God Zijn volk Isra?l op een tiende deel van hun inkomsten af te dragen voor Zijn dienst. We lezen daarover o.a. in Leviticus 27:30-33, Numeri 18:21-32, Deuteronomium 14:22-29, Nehemia 10:37-38. Deze tienden waren tegelijkertijd een teken dat in feite alles van God was. God was eigenaar van het land (Leviticus 25:23) zowel als van het volk.
In het Nieuwe Testament lezen we geen voorschrift over het brengen van tienden. Nergens
wordt het als een wet voorgeschreven aan de gemeente. Opmerkelijk is dat Jezus de Farizee?n berispt omdat ze wel de tienden gaven (zelfs van de keukenkruiden) maar hun hart niet aan God toewijdden (Lucas 11:42). Dat laat het verband zien tussen het brengen van de tienden en de toewijding aan God van het hele leven.
Uit praktisch oogpunt is het natuurlijk prima om als richtlijn iedere maand een tiende van je inkomen af te staan voor het werk van God. Dat kan dan het beste op regelmatige basis gebeuren (1 Kor.16:2 ? elke eerste dag van de week), en op het moment dat het geld binnenkomt (de Isra?lieten moesten hun ?eerstelingen? in het huis van de Here brengen (o.a. Ex 23:19)). Als je dit doet, zal je ervaren dat God zijn belofte waar maakt, en ervoor zorgt dat je er niet door te kort komt. Wat zou er ongelooflijk veel meer gedaan kunnen worden, hier en wereldwijd, wanneer alle christenen bereid waren om jaarlijks in ieder geval een tiende van hun inkomen te geven! Als je nog niet zover bent, probeer dan elk jaar een procent meer te geven. Dan kun je het opbouwen.
In de praktijk
Binnen de Bijbelse kaders is er veel vrijheid om ons geefgedrag vorm te geven, toch hebben velen behoefte aan praktische richtlijnen. In dit artikel kijken we daarom eerst naar het geefgedrag aan de eigen gemeente. In het volgende nummer komen dan het geven in de collecten tijdens de dienst en het geven aan goede doelen aan de orde.
Het geven aan de eigen gemeente
Elke organisatie kost geld, ook een kerkelijke gemeente. De salarissen van de predikant, de jeugdwerker, de kosten van bezit, huur of onderhoud aan gebouwen, het zal allemaal betaald moeten worden door de leden van de gemeente. In de meeste gemeenten staat dit bekend als de Vaste Vrijwillige(Kerkelijke) Bijdrage afgekort tot VVB of VKB. Deze bijdrage kan gevraagd worden aan iedereen waarvan verwacht mag worden dat er mogelijkheden zijn om bij te dragen. Veelal zal dit zijn bij iedereen die een inkomen heeft. Het is goed om jongeren vanaf 18 jaar hier vanaf het moment dat ze inkomen gaan krijgen in te betrekken (eerder kan uiteraard ook), bijvoorbeeld bij de jaarlijkse VVB actie. Als de vraag niet gesteld wordt hoef je ook nog niet over het antwoord na te denken. De bijdrage is vrijwillig, maar het is goed om te weten dat er aan het lid zijn van een kerk kosten verbonden zijn door de landelijke afdrachten per lid, ook als iemand niet actief aan het gemeenteleven deelneemt. De landelijke afdracht per lid is wat mij betreft de minimale bijdrage die elk lid als VVB bijdraagt.
Overigens, een pakkende brief bij de VVB actie met een beroep op persoonlijke verantwoordelijkheid en dankbaarheid doet vaak meer dan een tabel met richtbedragen in het jaarboekje. En neem als Kerkenraad geen genoegen met het niet inleveren van een VVB toezegging. Uiteraard kunnen er omstandigheden zijn waarin het voor iemand onmogelijk is om financieel bij te dragen. Dan kan het goed zijn om te weten of er hulp nodig is op geestelijk vlak (pastoraat) of op materieel vlak (diaconie). In normale omstandigheden zal zo?n situatie slechts tijdelijk van aard mogen zijn. Ook als er (tijdelijk) geen financi?le ruimte is om bij te dragen zijn er vele andere vormen om bij te dragen aan de gemeente, door bijvoorbeeld tijd en gaven beschikbaar te stellen. Je kunt altijd iets doen om je dankbaarheid te tonen, maar, zegt Paulus in II Kor.9:7: En ieder doe, naardat hij zich in zijn hart heeft voorgenomen, niet met tegenzin of gedwongen, want God heeft de blijmoedige gever lief.
Samengevat
Het Koninkrijk van God mag nooit een sluitpost op onze begroting zijn. Je bezit mag je zien als werkkapitaal om anderen mee te dienen; niet als iets om je op te beroemen of om je zekerheden aan te ontlenen. ?God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf? geeft de richtlijn voor ons omgaan met bezit.
Hoofddorp
P.E. Vonk