Een paar weken geleden waren we in de stad Groningen om straatinterviews te doen met het oog op een kerkdienst waarin het zal gaan over de vraag wat het verschil is tussen een gelovige en een niet-gelovige. Tussen christenen en niet-christenen.
Een paar zaken vielen mij op. In de eerste plaats dat behoorlijk wat geïnterviewden het ‘prima’ vonden als anderen geloofden maar dat zij er zelf geen enkele belangstelling voor hadden en dat zij geen enkele aandrang voelden om zich in het verschijnsel ‘geloven’ te verdiepen. Basale desinteresse zou ik dat willen noemen. Het tweede dat naar boven kwam was dat men echt moeite had met gelovigen die zich opdringen. Eén van hen zei: ‘De gelovigen aan wie je het niet merkt, dat zijn de beste!’ Eén vrouw wilde absoluut geen vraaggesprek. Ik sprak met haar zonder dat het opgenomen werd. Ze vertelde o.a. over de hypocrisie die ze in de kerk (waar ze destijds zondagschooljuf was geweest) was tegengekomen. Ze was al jaren geleden ‘klaar’ met geloof en kerk.
Opvallend was het gesprek met drie collega’s die elkaar al enige jaren kenden. Eén van de drie kwam er tijdens het interview achter dat een ander van die drie christin is. Zo verborgen kan het zijn.
Je hebt ploertige christenen en zeer aardige niet-christenen. Verschil? ‘Nee’ – was het meest gehoorde antwoord. En als er een verschil werd genoemd dan noemde iemand de islam. Daar zie je vrouwen met hoofddoekjes en zij vasten één maand in het jaar.
Zulke gesprekken op straat kunnen zeer verhelderend werken. Ze houden ons een spiegel voor. Er is geen verschil. Laat dat de eerste conclusie maar zijn. De Vader laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Waarbij die goede mensen niet per se christenen hoeven te zijn… De Here Jezus spreekt die woorden in het kader van liefde die zich uitstrekt tot vijanden.
Het viel me op dat ik geen van de geïnterviewden hoorde spreken over die ruime en onvoorwaardelijke liefde als hét kenmerk van de christenen. En het verschil zit hem juist in die liefde! Nee, ik zal hier niet beweren dat niet-gelovigen niet kunnen liefhebben. Wat ik wel zeg: dat de gemiddelde niet-gelovige blijkbaar weinig merkt van die opmerkelijke, praktische en verrassende liefde van de christenen. En dat geeft te denken! Want zonder die liefde is er inderdaad geen verschil en zullen wij in Jezus’ naam het verschil ook niet maken.
Groningen
N. Vennik