Sta er eens bij stil, bij wat er eigenlijk gebeurt aan het eind van de kerkdienst …!
Je komt in de kerk om daar – even uit de drukte van het leven van elke dag vandaan – op adem te komen in de ruimte die God in zijn genade geeft. Je mag op-ademen in de vergeving en verzoening die te vinden is in Christus. Je mag het evangelie indrinken, soms zelfs letterlijk in de tekenen van brood en wijn: het evangelie dat zegt dat Gods liefde groter is dan jouw schuld, en dat Hij jou in Christus wil aanzien …! Je komt omdat je zonder God niet kunt!
En dan is er dat laatste gebeuren in de dienst, waarin gezegd wordt: gaat heen in de vrede des Heren. Of: ga dan heen, draag met u de zegen van de Here. Die woorden zijn niet slechts een inleiding op de zegen die uitgesproken wordt. Uit oude liturgische aanwijzingen blijkt dat het werkelijk gaat om een ‘gezonden worden’. Het gaat om ‘heenzending en zegen’. En heenzending heeft daarbij echt de klank van: ga in vrede om de Heer lief te hebben en te dienen.
In een Engelse kerkelijke traditie is er een gebed dat gebeden wordt vlak voordat de dienst wordt afgesloten. Het is het ‘gebed voor missie’: ‘Vader, zend ons nu uit om het werk te doen dat U ons hebt gegeven om te doen, om U lief te hebben en te dienen als trouwe getuigen van Christus onze Heer …’
Vader, zend ons uit. Wel, dat doet Hij. Hij zendt ons. Maar daarbij zegent Hij ons. Dat wil zeggen: daarbij legt Hij zijn Naam op ons. Als God ons de wereld inzendt, laat Hij ons niet alleen gaan. En daarin hoor ik zomaar ineens – elke zondag – de echo van die geweldige woorden waarmee Jezus zijn discipelen, nadat Hij ze uitgezonden had, bemoedigde. Zijn belofte: weet één ding, Ik ben altijd bij jullie, tot aan het einde toe (vgl. Mt.28,20).
We worden gezegend en gezonden. Om trouwe getuigen van Christus onze Heer te zijn.
Jan van ’t Spijker, Hoogeveen