Als dit kerkblad verschenen is, is het bijna zover dat de Generale Synode bijeen komt in Rijnsburg. Op donderdag 20 juni voor de bidstond en voor de eerste kennismaking met elkaar en op vrijdag 21 juni voor de eerste zittingsdag. Op die dag is de officiële opening van de synode, wordt het moderamen gekozen en wordt het werk verdeeld over verschillende commissies.
Dat er naar deze synode gekeken wordt, is duidelijk. Het zijn roerige tijden in ons kerkverband. Tegelijk moeten we beseffen dat er weleens vaker roerige tijden zijn geweest. De GS van 1953 was een spannende synode en ook die van 1968. Bij de voorbereiding op de komende GS was ik wat aan het grasduinen in acta van eerdere synodes. Een gedeelte van het openingswoord van Ds. Biesma trof me. Volgens mij bood dat toen en biedt dat ook nu een weg van hoop voor onze kerken. Ik citeer: "Het heeft er soms de schijn van dat we in het kerkelijk leven niet ontkomen aan het gevaar dat we luisteren en beoordelen vanuit een eigen mening en dan meer letten op zaken die een scheiding kunnen veroorzaken dan op de herkenning van het werk van Gods genade en Geest in ons en in de ander. Wanneer we dan beoordelen en schrijven en handelen vanuit eigen standpunt of overgenomen gewoonte en daarbij niet meer nauwkeurig letten op de nuanceringen, die de Geest zelf aanbrengt en die ons ook in Gods Woord worden getekend, dan zijn we op een heilloze weg.
In dát opzicht moge déze synode - door sommigen benieuwd, door anderen bezorgd tegemoet gezien - tonen, mannenbroeders, dat het haar waarlijk ernst is om te handelen overeenkomstig het geestelijk karakter van het kerk-zijn: dient - juist als het naderbij komende einde allerlei zaken op de spits doet drijven - dient elkander, een ieder naar de genadegave, die hij ontvangen heeft en spreekt iemand, laten het woorden zijn als van God" (H. Biesma in Acta GS CGK 1974, pag. 9).
Als we zo naar de GS gaan, als we in die gezindheid voor de GS bidden, is er toekomst.
Jurrian Oosterbroek, Dronten