Zestig jaar Kerkblad voor het Noorden. Ga zo’n periode maar eens overzien. Dat gaat niemand redden in één artikel. Vandaar een jubileumnummer waarin de verschillende en boeiende facetten van ons Kerkblad belicht kunnen worden. In dit artikel blikken we terug, kijken we waar we staan en zien we uit naar de toekomst.
Voor een terugblik maak ik dankbaar gebruik van een artikel van ds. M. Drayer. Hij schreef ruim 10 jaar geleden een bijdrage voor het Kerkblad voor het Noorden. Het blad vierde toen zijn vijftigjarig bestaan met een prachtig uitgevoerd jubileumnummer. ‘We moeten samenwerken’. Die positieve sfeer heerste zo’n zestig jaar geleden in de toen nog drie classes van het noorden. Niet alleen het ‘eigen’ kerknieuws is de moeite waard er kunnen ook belangrijke ontwikkelingen in andere gemeenten gevolgd worden. De voorloper van het Kerkblad voor het Noorden is het Kerkblad voor Friesland. En de wens ontstond dat niet alleen Friese gemeenten hun nieuws konden delen maar dat alle noordelijke gemeenten dat zouden doen. In de eerste anderhalf jaar van het bestaan van het blad waren er drie verschillende edities. Naast vier vaste redactionele pagina’s en twee pagina’s met advertenties had elke classis twee eigen pagina’s. De uitgaven waren dus in elke classis hetzelfde behalve het nieuws van de classisgemeenten. Na anderhalf jaar werd het één editie zodat het nieuws van alle gemeenten van het Noorden toen door iedereen kon worden gelezen. Ziedaar de blauwdruk van het blad zoals we dat vandaag nog steeds kennen: een beproefde formule! Het hart van ons Kerkblad is al die jaren het gemeentelijk nieuws. Betrokkenheid van de gemeenten op elkaar wordt er door bevorderd. Nog onlangs vertelde mij een gemeentelid dat zij een kaartje ontving van een oude bekende uit een andere gemeente nadat over haar situatie was geschreven in het Kerkblad. Het blad geeft de mogelijkheid om meelevend over de eigen gemeentemuur heen te kijken.
Waar staan we
Het doel is al die jaren – terecht - hetzelfde gebleven: betrokkenheid en informeren. Naast het elkaar gemeentelijk informeren zijn er de redactionele artikelen. Bedoeling is telkens weer om met deze bijdragen de lezers van dienst te zijn met uiteenlopende onderwerpen. De ene keer is dat een artikel dat gericht is op uitleg van de Bijbel. Een andere artikel kan een onderwerp uit de kerkgeschiedenis behandelen. Wat ook kan: een artikel over een diaconaal project in een gemeente. Of: een ethisch gericht artikel. Regelmatig duiken er boekbesprekingen op of een bijdrage over een belijdenisgeschrift. Een enthousiaste boekbespreking doet een geïnteresseerde vast naar zo’n boek grijpen. Over vormgeving van kerkdiensten kan het gaan. Of over catechese. Pastorale artikelen worden regelmatig geplaatst. Een aparte jongerenpagina is er waarover u elders in dit jubileumnummer leest. Heel wat lezers volgen de persberichten en aankondigingen zoals die vermeld staan op pagina twee. Korte rubriekjes over bijvoorbeeld symbolen in de Bijbel. En niet te vergeten de wekelijkse column. Soms prikkelend, soms uitdagend, soms ook ontdekkend. Kortom we trachten nog steeds met ons kerkblad gemeenten en gemeenteleden te verbinden en uiteenlopende interessante en uiteenlopende informatie aan te bieden. Het is daarbij telkens voor de redactie een uitdaging om uit te pluizen wat er speelt in kerk en samenleving en om daarbij vervolgens passende onderwerpen te zoeken en geschikte en deskundige schrijvers. Insteek daarbij is om niet per se vernieuwend te zijn maar ook niet met alle geweld het bestaande in stand te houden. Met dat bestaande wordt uiteraard niet het Evangelie bedoeld. De blijde boodschap is het merg van ons blad. Dan kan het inderdaad voorkomen dat de toon van een bepaald artikel niet de uwe of de jouwe is. De kracht is om die tonen van al die verschillende bijdragen naast elkaar te laten staan en om er de muziek in te horen. Dat is de muziek van de breedte van ons kerkverband. En die muziek heeft als grondtoon: we zijn én blijven in Christus met elkaar verbonden.
De toekomst
Soms moet je iets dat oud en beproefd is tegen het licht houden en je afvragen: wordt het tijd om afscheid te nemen of is er reden om het te handhaven en door te gaan? Het is niet verkeerd om ook het Kerkblad tegen dat licht te houden. Past het kerkblad nog in deze tijd waarin we overspoeld worden met alle mogelijke informatie via veel verschillende media. Als we het abonneebestand bekijken dan zien we een langzaam maar zeker dalend aantal abonnees. We kunnen er niet omheen dat jongeren zich minder snel abonneren dan een aantal decennia geleden het geval was. Hebben adverteerders nog belangstelling om advertenties te plaatsen? Wordt het tijd voor nog meer digitalisering naast de website www.kerkbladvoorhetnoorden.nl die we reeds in de lucht hebben? Slechts enkele jaren geleden werd gestopt met het classisblad voor het Westen. Is dat een teken aan de wand en staat ons blad hetzelfde te wachten? Uit de voorgaande regels zien we de donkere wolken voorbij drijven. Op de redactie staan zulke ontwikkelingen met enige regelmaat op de agenda. Zeker als de redactie in gesprek is met het Stichtingsbestuur. Ook wordt over zulke zaken gesproken met de drukker van ons blad, het Friesch Dagblad. Kortom de redactie realiseert zich de roerige tijden en blijft zoeken naar mogelijkheden om steeds recht te doen aan het door de classes aan- en opgedragen doel: verbinden en informeren. Daarbij realiseren we ons dat het blad geen doel op zich is. Maar we merken ook - in alle bescheidenheid – dat het een steentje mag bijdragen aan de opbouw van Gods rijk. Het blad wordt gelezen! Dat merkt ondergetekende als gemeenteleden me aanspreken over artikelen of boekbesprekingen. Als er telefoontjes zijn of e-mails waarin opbouwende kritiek of ook bezorgdheid naar voren komt. Het blad – dat merk je – heeft zijn plek in ons gemeentelijk en kerkelijk leven. En er gaat een goede roep van uit. Zoals ik jaren geleden al vernam toen ik nog niet in het noorden woonde maar de meeste christelijke gereformeerden het wél wisten: het beste classisblad van onze kerken is het Kerkblad voor het Noorden. Ach, wat is ‘het beste’. Maar hoe dan ook: voor de komende jaren mogen we het noorden graag dienen met een blad dat met liefde gemaakt blijft!
Groningen
N. Vennik