Kinderen leren wandelen met God
Rond het motto: geloven in opvoeding verschijnt een reeks van drie artikelen van zijn hand in ons kerkblad. Dit is het tweede artikel.
Ik ga slapen, ik ben moe
Elke avond weer.
Voor het slapen gaan.
Met de kleinsten doe je het samen.
Geknield voor het bed.
En later wordt het anders.
Maar dit ritueel dragen kinderen mee, levenslang.
Elke dag weer.
Rondom de maaltijden.
Here zegen deze spijze.
En later wordt het anders.
Maar ook die gewoonte dragen kinderen mee, hun leven lang,
Dergelijke rituelen hebben in de geloofsopvoeding een positieve betekenis: wanneer we kinderen willen leren om met regelmaat en gestructureerd gestalte te geven aan hun persoonlijke omgang met God, dan is een vast ritueel rond de maaltijd en voor het slapen gaan een eerste belangrijke stap.
Natuurlijk is daarbij van belang in hoeverre dat ritueel inhoud en betekenis krijgt door de manier waarop ouders daarmee omgaan. Immers:
Geloven via de weg van de ervaring
Kinderen geloven via de weg van de ervaring. En ze geloven via het voorbeeld dat ouders (en ook andere opvoeders) geven en zijn. Geloven is voor kinderen een leerproces en heeft alles te maken met opvoeding. De relatie met God een plek geven in je leven heeft met leren te maken. Dat is ook een verstandelijk gebeuren. Immers, het gaat erom dat we dingen benoemen en dat kinderen dingen weten. Maar het leerproces van het geloof begint doordat kinderen leren van het voorbeeld dat ouders geven en ervaringen opdoen in het gezin die hen helpen om te geloven. Geloven dat God vergeeft en dat bij Hem een nieuw begin mogelijk is begint ermee dat kinderen ervaren dat in het gezin de mogelijkheid is om te vergeven en opnieuw te beginnen. Door dat samen te beleven leren kinderen het. Door dat te benoemen verwijzen we kinderen naar God die vergeeft. Ervaringen benoemen en voorbeelden van anderen, dat zijn de bouwstenen waardoor kinderen leren geloven.
Belangrijk is dat we zoeken naar zulke ervaringsmomenten. Daarin neemt zeker bij jonge kinderen het gezin een belangrijke plek in. Samen bidden, de Bijbel lezen aan tafel en daarover in gesprek zijn is voorbeeld van dergelijke ervaringsmomenten. op de weg van het geloof.
Samen leven als gezin
Het gezin is de ervaringsplek bij uitstek. Daar bidden we samen, geloven we samen en leven we samen. Een positief gezinsklimaat is voorwaarde voor kinderen om (geloofs)ervaringen op te doen. Het voorbeeld over vergeving wat hiervoor genoemd werd laat dat zien: er gebeuren dingen, er gaan dingen fout, die worden benoemd en goed gemaakt en we verwoorden vervolgens ook wat er gebeurt. Zo doen kinderen ervaringen op en leren die benoemen, dat wil zeggen plaatsen in het kader van het geloven en de omgang met God. Zo krijgt het geloof een plek in het leven van elke dag: vergeven (iets wat met God en geloven te maken heeft) gebeurt in het leven van elke dag (thuis en op andere plekken).
Dat proces van ervaringen opdoen en benoemen voltrekt zich in allerlei aspecten van het leven van alledag. In het samen eten, naar school gaan, TV-kijken en in de rituelen rondom de maaltijd en het slapen gaan doen kinderen ervaringen op, zijn we voorbeeld, voeden we kinderen op en leren (we) kinderen geloven.
Naast deze spontane situaties is het goed om momenten te hebben waarop we expliciet die processen benoemen en beleven. Immers, opvoeden is dingen laten gebeuren maar die dingen ook helder maken voor kinderen, hen ermee leren omgaan en die dingen een plek te geven in hun leven. Er zijn (steeds meer) gezinnen die in de gejaagde en drukke cultuur (van onze samenleving en ook van het gezin) rustpunten inbouwen. Momenten waarop je tijd en aandacht hebt voor elkaar, voor alles wat bij het leven hoort en dus ook tijd en aandacht hebt voor (geloofs)ervaringen in het leven van elke dag.
Geloven als een persoonlijk iets
Tot nu toe is vooral de betekenis van het gezin als de plek waar kinderen samen (leren) geloven aan de orde geweest. In de Bijbel zie je dat ook: geloven is iets wat je samen mag doen. Dat is de betekenis van de gemeente! Het gezin is daarin de cel.
En tegelijk is er ook een andere lijn: geloven is iets persoonlijks, iets intiems, iets tussen God en jou, waar niemand in kan treden. De Vadernaam als aanduiding voor God is veelbetekenend, evenals de uitdrukking dat wij kinderen van God mogen zijn. Vanuit de scheppingsorde is geen intiemere en persoonlijker relatie denkbaar dan de relatie tussen ouder en kind. Voor geloven wordt het beeld van die meest intieme, meest persoonlijke relatie gebruikt.
Waar gaat het om?
Als we nadenken over stille tijd in het leven van kinderen gaat het erom dat we kinderen leren om invulling te geven aan die persoonlijke relatie met God. Elke relatie moet gevoed worden, moet onderhouden worden. In elke relatie moet je investeren. Doe je dat niet, dan verwordt een relatie tot een formele verbintenis die geen enkele positieve betekenis meer geeft. Stille tijd is de aanduiding voor het investeren in die relatie met God. Wat je doet in je stille tijd is bedoeld om de relatie met God te onderhouden, te verdiepen, inhoud te geven. En: in een intieme relatie wil je elkaar ook steeds beter leren kennen. Als je gaat aan de hand van de Ander wil je die Ander ook leren kennen. Dat maakt je leven alleen maar rijker!
Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is ?.
De manier waarop kinderen de omgang met God gestalte geven kan heel verschillend zijn. Belangrijk is dat kinderen dat doen op hun eigen manier en dat ouders helpen om die eigen manier te ontdekken. Het ene kind beleeft aan Bijbellezen meer dan het andere kind, het ene kind zal meer gestalte kunnen geven aan persoonlijk gebed dan het andere.
Ouders kunnen ontdekken wat past bij hun kind tijdens bijvoorbeeld de gezamenlijke (gezins)momenten. Daarin zie je hoe ze reageren, wat ze oppikken, wat ze zelf inbrengen. In de opvoeding gaat het erom dat we vanuit de gezamenlijke omgang met God kinderen dingen aanreiken om een bij hen passende vorm te vinden voor de persoonlijke omgang met God. Vanuit het gezamenlijke naar het meer persoonlijke dus.
Natuurlijk kan dat niet op elke willekeurige manier.
God leren kennen kan niet zonder de Bijbel
Persoonlijk contact met God kan niet zonder gebed.
Die twee elementen zijn aspect van de omgang met God.
Maar de plek van deze beide aspecten in het leven van een kind verschilt per kind. Daarin mogen kinderen groeien. Kinderen dingen opleggen die niet bij hen passen leidt tot tegengestelde effecten.
Tips voor de omgang met God
Een aantal praktische tips op een rij:
- Omgang met God in de vorm van persoonlijk stille tijd kan vanaf ongeveer 8 jaar.
- Probeer met kinderen een vast ritme te vinden en laat daarin ook ruimte voor wie ze zelf zijn.
- Regelmaat is belangrijk, een vast tijdstip kan snel opgelegd worden.
- Leer kinderen om tijd vrij te maken voor het contact met God en leer hen wat daarvan de betekenis is.
- Denk aan goede hulpmiddelen voor het Bijbelgebruik door kinderen: de IBB heeft voortreffelijk materiaal wat kinderen op een speelse manier vertrouwd maakt met de Bijbel.
- Laat wat kinderen persoonlijk met God hebben staan naast de gezinsmomenten. Die kunnen heel stimulerend werken en zijn een moment waarop kinderen positieve en negatieve ervaringen kunnen delen
- Discipline is ook in de omgang met God noodzakelijk. Stimuleer discipline, voorkom een wettische sfeer.
- Vergeet het gebed als ouders voor je kind niet: kinderen leren persoonlijk omgaan met God wanneer hun ouders dat ook doen, juist ook met het oog op de kinderen die aan hen zijn toevertrouwd.
Elburg
Henk van Dam