Verandert de genade? (slot)
Zijn wij veranderd? Let wel: ik vraag dus niet of wij anders tegen de dingen aan zijn gaan kijken? Het gaat om de vraag of wij door genade andere mensen zijn geworden, veranderde mensen, zo u wilt wedergeboren mensen, bekeerde mensen, die door Gods Woord en Geest hebben leren geloven. Hebben wij het voor het zeggen, en dan mag u dat invullen zoals u dat wilt, maar dan komt het ten diepste altijd op hetzelfde neer: Ik denk, voel, zie, meen?. En dat ?IK? is dan de baas over het Woord en wil de baas zijn in de gemeente en op kerkelijke vergaderingen. Of heeft Gods Woord het voor het zeggen en zijn wij als dienaren van het Woord inderdaad dienaren, die buigen onder het Woord, ?His Master?s voice?, ?Verbi Divini minister?. Staan wij zo op de preekstoel; gaan we zo met onze jongeren om en spreken we zo als pastor ?bij de huizen: ?Zo zegt de Heere??
De genade verandert niet, wat wij er ook aan proberen te veranderen omdat het ons nu ??n keer niet ligt om van genade te leven. Maar wij moeten wel veranderd worden, veranderd door het Woord der genade, door de Geest der genade. Weten wij van de kracht van dat Woord? Kennen wij heel persoonlijk het geheim waarvan Paulus spreekt bijv. in Efeze 2: ?Wij waren kinderen des toorns, maar God Die rijk is in barmhartigheid?? heeft ons levend gemaakt met Christus, uit genade zijt gij zalig geworden?.
Dat is het eerste waar wij met elkaar over moeten spreken in de situatie waarin wij als kerken en gemeenten terecht zijn gekomen. Niet om elkaar de maat te nemen, maar wel omdat we het daar samen over eens zullen moeten zijn. Wie die genade en het geheim daarvan niet kent, kan deze dienst niet verrichten. Daar zullen we tegenover onszelf en elkaar, tegenover de gemeenten en tegenover de Heere eerlijk in moeten zijn. We moeten misschien nog eens met alle ernst lezen wat Jezus zegt over hen, die Zijn discipel niet k?nnen zijn. Zeker jonge mensen hebben de dingen al gauw door. Die heb je niet en zeker houd je ze niet met allerlei capriolen. Het mislukte experiment van de Jeugdkerken heeft dat eens te meer aangetoond. Jonge mensen hebben in onze tijd een boodschap nodig die echt is, een radicale boodschap van zonde en genade waarvan ze merken dat die boodschap door de boodschapper zelf is heen gegaan.
Dat is het eerste: de genade van God in Christus is niet veranderd. De vraag is wel of die genade ons veranderd heeft. En dat mogen catechisanten best aan hun dominee vragen in de hoop dat ze in zijn antwoord iets horen dat hen jaloers maakt.
Verkondigers van de genade
In het bevestigingsformulier van de dienaren des Woords staan prachtige aanknopingspunten voor een gesprek als ambtsdragers en/of met de gemeente.
Mag ik een paar dingen noemen?
In navolging van Paulus in 2 Cor.5 worden de dienaren van het Woord genoemd: ?gezanten van Christus?. Dat bepaalt de inhoud van hun woorden. Een gezant moet het niet in zijn hoofd halen om iets anders te zeggen dan zijn Koning hem heeft meegegeven als boodschap. Daar zal hij ook eens verantwoording van af moeten leggen. Hij is gezant. Dat kan hij alleen maar zijn omdat de Koning hem tot die taak geroepen heeft. Hij moet het zijn op de plaats waarheen de Koning hem gezonden heeft. De Koning komt achter hem aan en rekent erop dat hij de weg bereid heeft en de mensen op de hoogte heeft gebracht van Zijn komst. Hij staat in dienst van de Koning. Dat moet je aan hem kunnen horen maar ook kunnen zien. In de knecht licht iets op van zijn Meester. Wij zongen het vroeger in Apeldoorn ? ik weet niet of dat nu nog gebeurt -: ?Ontbied ons Heer? aan het hemelhof, doe Gij ons buigen in het stof, bij Woord en Geest Uw stem verstaan; laat ons bij U ter schole gaan? Wat hebben wij het evenals Jesaja nodig, dat de Heere onze onreine lippen aanraakt met een brandende kool van het altaar om ons te verzoenen zodat we Zijn woorden kunnen spreken!
Dat brengt me bij het volgende uit het formulier. Tot de gemeente wordt gezegd: ?Bedenk dat God zelf door zijn mond tot u spreekt?. Ja, dat moet de gemeente bedenken. Maar de eerste die het bedenken moet is de spreker zelf. Onze mond gaat open. Maar wiens woorden zijn het die klinken? Zijn het woorden van de dienaar zelf? Dan doet hij zijn gemeente te kort. Zijn het woorden van de Heere? Dan vragen ze ook om gehoord en gehoorzaamd te worden.
Temidden van het vele dat het formulier zegt, staat er ??n heel kort en beslissend zinnetje: ?Heb Christus lief!? Misschien is dat wel het meest-beslissende dat in dat hele formulier gezegd wordt. Heb Christus lief. Een dienaar van het Woord verricht liefdedienst. Dat is geen dienst van zoveel uur tegen een uurloon van zoveel. Liefdedienst is een permanente dienst. Wanneer die dienaar getrouwd is, zal zij moeten leren daarin mee te gaan en wanneer ze kinderen hebben, zal het nodig zijn hen vanaf het begin vertrouwd te maken met de wetenschap dat Gods dienst alles mag vragen omdat die God alles waard is. ?Neem mijn leven?? zingen we wel eens. In een pastorie mogen we leren het hele lied uit te zingen. Het is een zegen voor de gemeente wanneer die gemeente merkt dat hun dominee genade kent en uit die genade leeft en die genade zo graag aan anderen meedeelt.
Weten wij nog wat genade is?
Het is niet zo maar een vraag. Het is een vraag naar de kennis van de Heere Jezus Christus Die gisteren en heden Dezelfde is en tot in eeuwigheid. Als Hij Dezelfde is en blijft, is Zijn genade ook dezelfde. Het is immers de genade van onze Heere Jezus Christus.
Weten wij nog van die onveranderlijke genade die mensen verandert?
Toen John Newton, de slavenkapitein die een beestachtig leven geleid had, die genade had leren kennen als de enige grond voor de zaligheid, toen ging hij er van zingen:
?Amazing grace, how sweet the sound for such a wretch like me. I once was blind but now I see, was bound but now am free.?
Genade verandert niet en ze verandert alles.
Urk
J.Westerink