Waar doen we het voor?
Bryan P. Stone schreef een boek over ?Evangelisatie na het christendom?. Het heeft mij aan het denken gezet over de praktijk van onze evangelisatie.
Dit boek gaat ervan uit, dat we leven in een postchristelijke en postmoderne cultuur. Vandaag is de belangrijkste vraag niet meer wat precies waar is. Het gevoel speelt een belangrijke rol: als ik het gevoel heb dat ik ergens iets aan heb, dan doe ik daar wat mee. Stone constateert dat veel evangelisatieboodschappen zich daar nu ook sterk op richten. Hoe kunnen we duidelijk maken dat je iets aan het evangelie hebt? Hoe kan de boodschap van de kerk aansluiten bij de behoeften die mensen voelen?
Relevant maken?
Stone vraagt zich af of het verlangen om het evangelie relevant te maken, de boodschap van het evangelie wel altijd recht kan doen. Er zijn methoden van evangelisatie die zich bewust richten op de behoeften die we tegenkomen bij mensen buiten de kerk. Door dat goed te onderzoeken, kan daar op worden ingespeeld. De liefde van God kan zo gestalte krijgen waar de nood het grootst is. De boodschap van Christus kan overkomen, door die te laten aansluiten op onzekerheden of vragen die je tegenkomt in de maatschappij.
Stone legt de vinger bij een zwakte in deze benadering. Is het niet zo, dat het evangelie van het koninkrijk van God ook heel ?ndere problemen aan de orde stelt, dan de dingen die wij zelf als probleem kunnen ervaren? Uiteraard moeten we aansluiting zoeken bij de cultuur waarin mensen leven. Het kan niet zo zijn dat het evangelie alleen bestemd is voor mensen die van een Bachcultuur houden en niet voor mensen die in een hiphopcultuur leven. Maar de kwestie die Stone aan de orde stelt, gaat dieper dan zulk soort verschillen in uitingen van muziek, kleding of omgangsvormen. Wanneer we denken dat we moeten aansluiten bij de vragen die er leven, kunnen we als ??n van de vele aanbieders van vrede, heil en hulp worden bekeken. Wie het beste hulp biedt is dan het meest geloofwaardig.
Als we die concurrentie met andere aanbieders van vrede en heil aangaan, hebben we een heel belangrijke beslissing genomen. We zijn ervan uitgegaan, dat mensen zelf kunnen weten wat vrede en heil betekent. En dat is nu precies niet het uitgangspunt van het evangelie. Wij weten uit onszelf niet wat het heil van God en wat echte vrede betekent. Dat leer je in de relatie met Jezus Christus. Daarin ontvang je iets wat je zelf niet kunt bedenken.
Levenshouding
Daarom is de beste manier om te communiceren over dit heil en deze vrede, dat je daarover spreekt vanuit de relatie die je zelf hebt met Christus. Door te laten merken wat die relatie voor je betekent, kun je er iets van laten proeven dat het heil van God van een andere orde is, dan wat wij daarbij bedenken. Stone wijst er op, dat als wij een levende band met God hebben, wij niet bang hoeven te zijn om ook over de levenshouding van anderen te spreken. Een open dialoog tussen mensen die een verschillende levensovertuiging aanhangen, staat niet in concurrentie met evangelisatie. Integendeel, je leert een ander pas kennen als je je echt wilt inleven in wat de ander beweegt. Andersom zul je dat dan ook van je gesprekpartner kunnen verwachten. Wanneer we elkaar durven toe te laten in onze binnenste leefwereld, zal openbaar worden wat de relatie met God en met Jezus Christus voor ons zo anders maakt. We mogen daarin vertrouwen op het werk van de heilige Geest.
Bekering
Wanneer dat echt zo is, hoeft het geen barri?re te zijn, dat de kerk op een aantal punten anders is, dan de mensen daar omheen, stelt Stone. Integendeel, door te laten zien dat het leven met God van een andere orde is, wordt duidelijk waar het in bekering tot God om zal gaan. Bekering is niet een positief antwoord op het aanbod dat God doet, om jou in jouw vragen tegemoet te komen. Dan draait bekering nog steeds om de noden die wij als noden ervaren. Bekering is het binnengaan in een nieuw leven en burger worden van een ander koninkrijk. Dat gaat niet door het volgen van een inburgeringscursus, waarna je een ander paspoort krijgt, als je aan voldoende kenmerken van dat koninkrijk voldoet.
We zullen diep moeten beseffen dat God de echte verandering schenkt. Het nieuwe paspoort ontv?ngen we. Ondertussen stellen we ons onder een vreemde boodschap met een grondwet die we als burgers van dat koninkrijk niet zelf bedacht hebben en ook niet gelijk kunnen begrijpen. Bij dat koninkrijk gaan horen wil zeggen, dat je een nieuwe taal gaat leren met een andere grammatica, nieuwe waarden in de omgang met God en met elkaar. Dat is een proces dat niet voorbij is als je christen bent geworden. Integendeel, je hebt precies hetzelfde nodig om christen te blijven als wat je nodig hebt om christen te worden.
Daarom begint evangelisatie niet bij programma?s voor buitenkerkelijken, maar bij de vraag hoe de gemeente van Christus zelf met Hem leeft. Wat houdt het leven in de gemeenschap met Hem in? Kunnen we daarover spreken? Hoe kunnen we dat in ons gewone leven laten merken aan mensen die een andere levensovertuiging hebben. Daarin toegerust worden en daarvoor bidden. Daarover moet het gaan in het e-woord.
Middel of doel?
Evangelisatie is dus niet gericht op een hoger doel, waarschuwt Stone, bijvoorbeeld om de kerk voller te krijgen, of welk ander criterium je ook maar aanlegt om te meten of evangelisatie succesvol is. Daarvoor doen we het niet. Evangelisatie is een doel in zichzelf: trouw zijn in het leven met Hem die ons tot getuigen maakt. Het belangrijkste middel dat God wil gebruiken om mensen iets van zijn koninkrijk te laten zien, ligt niet in bijzondere acties die wij kunnen organiseren. Het belangrijkste middel zijn wij zelf. Dat is de gemeente van Christus, die leeft voor Hem. Daar doen we het w?l voor: gewoon voor H?m. En z? worden wij het belangrijkste middel waarmee G?d evangeliseert.
N.a.v. Bryan P. Stone, Evangelism after Christendom. The Theology and Practice of Christian Witness, Grand Rapids 2007.
Ermelo
Michael Mulder